Eclipse

5.1K 397 25
                                    

Daar ben ik dan weer! Terug in Nederland en vol nieuwe inspiratie, is dat niet iets om blij om te zijn? Ik vind van wel! Eindelijk kan ik weer lekker schrijven zonder dat ik mezelf hoef te dwingen, wat een opluchting zeg. Ik hoop dat jullie van dit hoofdstuk zullen genieten, veel leesplezier en vergeet niet te voten (toon die blijdschap Truewolfers van me) Xxx 

'Daimon!' Riep ik woedend naar hem toen ik hem zag.

Hij zat op een schitterend wit paard, had een strak uniform aan als dat van een Generaal.
Hij was op oorlogspad en voerde zijn leger ondoden aan, maar dat wel in een Goddelijke verschijning. Hij had zo van een schilderij af kunnen komen, een fresco gemaakt door oude Grieken of Romeinen. Dat beeld was wat in me opkwam waarneer ik zijn leger en hem aanschouwde. Hij grijnsde zijn glimmende witte tanden beet en spoorde zijn paard aan om dichter naar me toe te lopen. 'Wat vind je ervan liefste, vind je oorlog ook niet net zo schitterend als dat ik het vind?' Ik snoof en waagde het om hem uitdagend aan te kijken.
'Eerlijk gezegd vind ik dit alles een tikkeltje overdreven, een uniform en een paard...serieus?' Ik trok mijn wenkbrauw op, hij schoot enkel in de lach. 'Dit noem ik niet overdreven kleine wolvin, dit is een heerlijk spelletje dat ik in stijl wil spelen.' Hij knipoogde naar me.
Ik was blij dat Mason achter was gebleven, anders had hij Daimon zijn hoofd waarschijnlijk van zijn lijf willen rukken. Iets dat ik hem onmogelijk kwalijk had kunnen nemen, ik voelde zelf ook een sterke wurgneiging. 'Ik wil graag iets met je bespreken, daarom ben ik hier.' Ik probeerde het zo rustig mogelijk te zeggen. Zijn ogen glinsterden van nieuwsgierigheid, 'laat me raden, je bent van gedachten verandert en gaat me nu smeken om mijn troepen terug te roepen.' Er flitste kort iets van honger en verlangen langs, 'ik sta te popelen om dat verrukkelijke bloed van je te proeven mijn liefste...' Ik glimlachte en keek naar hem op.
'Eerlijk gezegd, al machtige koning, is dat niet precies wat ik wilde zeggen...' Ik liet even een korte stilte vallen, mijn glimlach maakte plaats voor iets anders. Woede laaide in me op en ik wist dat mijn ogen vuur spuwden van gloeiende haat. 'Ik wil je de kans geven om terug te keren, om te vertrekken van dit eiland. Dit is ons eiland, het behoort toe aan de wolven en is nooit van jullie geweest.' Toen ik vervolgde wat ik wilde zeggen, voelde ik de kracht van Nyx en Erebus door me heen stromen. Ik hoorde hun stemmen zich samenvoegen met die van mij.
'Ga heen of accepteer de vurige toorn van de Nacht, Duisternis en de Maan!' Daimons paard steigerde, hij kon zijn hengst nog maar net in bedwang houden. Zijn ogen stonden vol schok en verbazing, maar de nieuwsgierigheid was nog niet verdwenen. 'Dus lieve April, je bent geen wolfje meer...Je hebt eindelijk je Goddelijke kant geaccepteerd en toegelaten zo te zien. Dat is interessant.' Hij steeg af en kwam voor me staan, torende hoog boven me uit en keek op me neer. 'Maar ik ben niet bang voor Goden, ze hebben me nooit eerder kunnen tegenhouden en dat zal nu ook niet het geval zijn. Ze zitten ver in het Rijk der eeuwige Schemerringen, wat kunnen ze vanuit daar bereiken?' Hij grijnsde boosaardig, 'bovendien heb je nog altijd een menselijke kant. Het zit daar verborgen, klaar om vernietigd te worden.' Zijn hand bracht hij naar mijn gezicht, voor hij me ook maar aan kon raken deinde ik al achteruit. 'Als dat je keuze is Daimon, dan zal ik die accepteren. Ik zie je in de strijd, want reken maar dat ik zal vechten!' Dreigde ik sissend.
Met een ruk draaide ik me om, Daimon riep me nog iets na maar dat hoorde ik allang niet meer. Woede en haat stroomden door me heen, angst om wat zou komen en wat allemaal verkeerd kon gaan. Ik wist niet wat de strijd me zou brengen, wist nog niet hoe ik mijn nieuwe krachten volledig kon aanwenden. Mijn enige hoop was Mason, hij was de enige die me kon helpen. Hij begreep de verandering die ik onderging, wist precies wat er speelde.
Ik begon te rennen, vier poten raakten de bosgrond. Bomen flitsten aan me voorbij, ik versnelde tot de wereld aan me vervaagde. Gehuil ik de verte, iets dat werd aangevuld door meerdere wolven. Het was het mooiste dat ik ooit gehoord had, een melodie zo zuiver in deze doodstille nacht. Het was het lied van de maan, iets waarvan ik nooit had verwacht dat ik het zou gaan horen. Maar nu kwam het me zo bekend voor, voelde het plotseling zo eigen.
Takjes, steentjes en bladeren roffelden onder mijn poten, werden vertrapt en kraakten onder mijn gewicht. Ik vertraagde tot een rustig drafje, ik was dichtbij...
Nog even en ik zou in de ogen kijken van wie weet hoeveel wolven. Ik had hun herinneringen gedeeld, hun fluisteringen en gebeden gehoord. Ze geloofden in me, hadden hun hele leven lang gehoopt en gewenst dat ik zou komen. Nu was het moment daar, nu zou ik voor ze verschijnen. De zenuwen gierden door mijn lijf, wat als ik niet voldeed aan hun verwachtingen? Wat als ik ze niet kon redden, wat als dit het einde betekende? Dan zouden al hun prachtige zielen verdwijnen van deze aardbodem en zouden ze het pad van sterren bewandelen naar het Rijk der Schemeringen, waar ze zich zouden aansluiten in hun gelederen. Daar zouden ze jagen op de eeuwige jachtvelden. Dat zou hun lot kunnen zijn. En een lot viel niet aan te tasten, zelfs niet door een Godin. Ik zou wel kunnen strijden, voor ze kunnen vechten zodat ze zich niet te vroeg bij hun voorouders zouden voegen. Een doel dat ik hoe dan ook zou proberen te bewerkstellen. Ik trippelde door een zee van bladeren, zo een open plek op die baadde in maanlicht. Ik zag zilveren pelsen glinsteren, fonkelende ogen waren op me gericht. Langzaam kwam een wolf naar voren, duister als de nacht. Ik herkende hem meteen, Mason. Mijn mate, mijn alles. 'Het is zover', zei ik tegen hem en alle anderen die aanwezig waren. 'Het is oorlog en wij zullen niet terugdeinzen. Wij zullen strijden, vechten en doorgaan tot de dood. Wij zullen opeisen wat ons toebehoort en altijd van ons is geweest!' Mijn stem was helder, duidelijk. Ik droeg de kracht van de Nacht, Duisternis en de Maan.
Ik was klaar voor dit gevecht.
Ik was klaar om de Godin te zijn die ik eigenlijk altijd al was geweest. 

Jammer hè...dat het hoofdstuk alweer afgelopen is? Ik weet hoe irritant dat kan zijn, maar ik kan ze niet oneindig maken. Helaas is dat nogal onmogelijk. Het is tenminste weer een hoofdstukje, en daar gaat het toch om, of niet soms? April gaat eindelijk de strijd aan met Daimon, wow dat wordt nog eens wat zeg. Ik ben benieuwd hoe het zal aflopen, jullie? (en echt, dat is nog net zo'n verrassing voor mij als voor jullie! Ik heb het namelijk nog niet uitgedacht).

Mijn vakantie was trouwens heerlijk, ik heb geflirt met jongens, met een paar gezoend *knipoogt* hahaha, ja dat was best grappig! Maar goed, daar is het dan ook vakantie voor toch? Ook ben ik wezen canyoningen! Dat is echt zo gaaf, echt super vet. Ik ben door grotten gegaan, heb salto's van gigantische watervallen gemaakt, sprong over een ravijn en nog veel meer van dat soort stoere dingen. Het was aan de ene kant mega eng en aan de andere kant heel erg leuk en grappig om te doen. Voor echte adrenaline junks zoals ik, is het een echte aanrader kan ik vertellen ;)

Hebben jullie nog een leuke vakantie gehad? Verhalen, grappige ervaringen en meer van dat soort dingen zijn welkom, ik vind het altijd leuk om te horen wat jullie dan precies hebben gedaan/doen. 

Of ik dan nu heel veel updates ga plaatsen, geen idee...ik heb ook nog wat deadlines van optredens, presentaties en schrijfwedstrijden die ik moet halen dus ik heb het behoorlijk druk! Maar af en toe zal het me vast wel lukken aan TWM te werken, ik ga in ieder geval mijn best doen ;)

Vergeet niet te voten, commenten en te followen Truewolfers van me! Xxxx 

True Wolfs Mate (16+) SLOWLY EDITINGWhere stories live. Discover now