Hoofdstuk 50

1.4K 79 13
                                    

Herschreven

Ik loop in stilte naar de begraafplaats. We zijn al 1 maand verder en het doet mij nog steeds super veel pijn dat mijn lieve vader is overleden.

Er zijn zoveel dingen veranderd toen mijn vader is overleden. Mijn moeder doet gemeen tegen mij zonder een reden. Ik weet niet, maar ze is veranderd. Mijn zus Mina is nog steeds verdrietig, omdat onze vader er niet meer is, maar ze blijft door gaan met haar leven. Ik heb het verteld tegen mijn moeder en tegen Mina wat mijn vader allemaal heeft gezegd. Mijn school is ook helemaal naar te klote, maar ik blijf door gaan, misschien haal ik het niet. Ik blijf doorgaan.

Ik doe de hek open en doe hem weer achter me dicht. Ik loop een beetje naar voren en dan loop ik gelijk naar rechts en zie ik mijn vader zijn begraafplaats. Ik tril helemaal.

"Hey papa..." zeg ik met een trillende stem. "Kijk is wat ik voor je heb gekocht... ja je lievelings bloemen, rozen. Dat vond jij altijd mooi" zeg ik lachend. "Ik mis je papa... het is zo stil in huis zonder jou. Mama doet een beetje gemeen tegen mij, ik weet niet waarom" zeg ik verdrietig. "Maar... wat je tegen ons zij in het ziekenhuis, "Ik wil dat jullie allemaal positief blijven". Het is best lastig, ik mis je zo erg gewoon, maar ik ga door, dat is ook wat je wilt. Mina doet ook haar best met school, maar is natuurlijk ook verdrietig" zeg ik.

"Papa... ik moet nu gaan..." en ik voel een traan langs mijn wang gaan. Ik zet die mooie rozen in de zand en ik loop naar een man en vraag om een water. "Ja natuurlijk, hier" zegt een jongen. "Dankuwel" zeg ik en loop naar mijn vader zijn begraafplaats. Ik geef alle bloemen ook wat water. "Doei papa... ik hou van jou en ik kom natuurlijk weer terug" zeg ik verdrietig.

Ik doe de hek weer open en doe hem weer dicht. Ik loop weer stilletjes naar huis. We wonen weer in ons eigen huis. Dounia en Yassine en Omar komen wel eens bij ons om te kijken hoe het met ons gaat.  

Ik loop naar rechts en het is hier best donker en vies. Ik negeer het en loop verder. Morgen heb ik weer is school en heb er totaal geen zin in, maar ik ga omdat Hajar en Dounia daar ook zijn.

Ik hoor opeens een blik die op de grond is gegooit, denk ik. Ik schrik en ik draai me gelijk om. Ik zie niemand en ik draai me weer om en ik loop weer door. Ik hoor voetstappen achter mij. Ik draai me niet om en ik ren heel snel door. Ik hoor degene ook achter mij aanrennen. Ik heb geen conditie, maar ik blijf door rennen.

Als ik allemaal auto's hoor zucht ik opgelucht. Ik wou net naar rechts gaan tot dat ik van achter wordt gepakt en tegen de muur wordt geduwd. "Auw" zeg ik zacht. Ik kijk degene aan en ik zie Sara en twee jongens voor me staan. Ik kijk ze geschrokken aan en ik tril helemaal.

"Wat willen jullie van me?" Vraag ik bang. Sara kijkt de twee jongens lachend aan en ze kijkt me gelijk serieus aan. "Wat wij van je willen? Wat heb ik je ook alweer tegen je gezegd over Yassine? Hmm..." zegt ze.

"Niks" zeg ik. "Niks?!" Schreeuwt ze. "Ja, niks" zeg ik eigenwijs. Ze lacht en knikt naar de jongens en ze knikken en pakken mijn armen en nemen ze me ergens mee.

"Laat me los!" Schreeuw ik. Ik probeer me los te rukken maar het lukt me niet. "Laat! Me! Los!" Schreeuw ik weer. "Hier" zegt Sara geïrriteerd. Een jongen pakt een witte doek en drukt hem tegen mijn neus aan en ik probeer niet in te ademen maar al snel zie ik wazig en sluit mijn ogen van zelf dicht en hoor ik ook niks meer.

~
Ik doe langzaam me ogen op en ik zie die twee jongens naar me kijken. "Ze is wakker" zegt een jongen. "Nee echt? Ik dacht dat ze nog slaapt" zegt een andere jongen sarcastisch. Meestal kan ik hier wel om lachen, maar op dit moment niet.

"Baas, ze is wakker" zegt een jongen. "Ja isgoed" zegt de jongen weer en hangt op. "En?" Vraagt een ander jongen. "Ze moet naar dat kamer je weet toch" zegt een andere jongen. Hij knikt en kijkt me aan. "Kom" zegt hij. Ik kijk hem raar aan "naar waar?" Vraag ik. "Geen vragen! Kom!" Schreeuwt de andere jongen. Ik schrik en sta dan voorzichtig op.

Ze nemen mij mee naar een kamer en ik zie niets alleen een stoel. Hij brengt mij naar de stoel en ik moet gaan zitten. Hij doet een touw over mijn handen en mijn voeten en ik kan nu nergens naar toe.

Ik zucht en kijk ze aan. "Wat willen jullie van me? En waar ben ik?" Vraag ik. "1. Weet niet. 2. Weet niet." Zegt een jongen droog. Ik zucht en we wachten tot dat hun 'baas' komt ofs.

Ik hoor dat de deur open gaat en ik kijk wie dat is. Ik schrik wanneer ik zie wie het is. "Wat?!" vraag ik geschrokken en doe mijn ogen voor paar seconden dicht en dan weer open in de hoop dat het niet echt is. Dit kan niet! Waarom...

Alles gaat met de wil van Allah (Voltooid)Where stories live. Discover now