the badboy helps me ( Deel 1 En 2)

Hoofdstuk 67

De volgende dag wordt ik laat wakker. We hoeven niet naar school toe dus maakt het ook niet veel uit. Gelukkig maar want ik heb echt gewoon zo geen behoefte aan school.

Ik loop rustig de kamer uit en loop naar de badkamer. Het is nogal rustig maar iedereen zal vast moe zijn dus probeer ik zo stil mogelijk te doen. Ik loop de badkamer binnen en kijk in de spiegel. Me haren zitten in de war en me make-up is uitgelopen.

Ik zet de douche aan en kleed me dan uit zodat die lekker warm kan worden. Ik haat het als ik eronder stap en het nog koud is.

Als ik kaar ben met douchen droog ik me af en ik ben zo dom om me kleding te vergeten. Ik kijk om het hoekje en ik zie niemand lopen. Ik sla de handdoek nog wat strakker om me heen en loop zo snel en stil mogelijk naar me kamer toe.

Als ik er eindelijk ben kleed ik me snel om, ik heb het namelijk nogal koud gekregen. Ik doe een makkelijke broek aan met een losse trui. Ik borstel mijn haren door en doe het dan in een staart. Ik loop naar beneden en kijk of er wat te eten is. Natuurlijk is dat er niet en is het huis één grote bende. Ik besluit om naar de winkel te gaan voor boodschappen en dat de rest zo mag gaan opruimen, want daar heb ik echt geen zin in.

Ik loop naar de winkel toe, het is wel echt bagger weer maar dat is wel lekker af en toe, en pak als ik er ben een karretje. Ik loop naar de broodafdeling en pak wat croissantjes en wat pistoletjes. Zo ga ik door tot ik bijna alles heb. Als laatste ga ik naar de snoepafdeling en pak een paar repen chocolade en wat Oreo koekjes ( mijn favoriet) , 2 voordeel verpakkingen.

Als ik dan echt alles heb ben ik van plan om naar de kassa te gaan en loop ik tegen Des aan. Ik kijk hem boos aan en loop dan meteen door. 'wat zie je er leuk uit vandaag' zegt hij lachend. Ik negeer hem en loop gewoon door.

'ik zei wat tegen je.' Roept hij naar me. 'en ik reageerde daar niet op, dus rot op.' Roep ik terug. Een vrouw met kinderen kijkt me boos aan. Ik loop snel door naar de kassa en betaal alles.

Als ik terug loop komt Des naast me lopen. 'wat wil je van me?' vraag ik aan hem. 'niets mag ik nietgewoon gezellig meelopen. Ik moet deze kant toevallig ook op.' Ik kijk hem aan en zonder wat verder te zeggen loop ik door.

'je bent niet echt spraakzaam hé?' 'niet tegen de mensen die ik niet mag.' Ik loop weer door en als ik bijna thuis ben loopt hij nog steeds naast me. 'je zou toch naar je huis gaan, waarom loop je hier dan nog.' 'nou misschien omdat ik in deze buurt woon. Op nummer 47.' Ik kijk hem aan en loop dan het pad van het huis van Lars en de jongens op. 'ik wist niet dat je ook hier woonde.' 'dan weet je dat nu.' Ik ben van plan om naar de deur te lopen als hij weer begint te praten. 'misschien zijn we verkeerd gestart. Zullen we een keer een filmpje pakken om elkaar wat beter te leren kennen?'

jeey, weer een nieuw deel. Sorry voor het wachten, maar hopelijk vinden jullie het nog een beetje leuk om te lezen.