95

5K 255 32
                                    

'Ik ga het hem vertellen.'' Ik vertel het hem, vandaag nog.'' Heel zelfverzekerd klonk het niet. ''Weet je het zeker lieverd?'' Nee, ik wist het niet zeker, maar het moet. Over een paar weken is de baby er al. Hij moet het weten. ''Ik weet het zeker.'' Ze knikte en legde geruststellend haar hand op mijn schouder. ''Je doet hier goed aan Safa.'' Ik knikte. ''Ik hoop echt dat je gelijk hebt Charlot.''

Gespannen reed ik na maanden weer naar zijn huis. Ik hoopte dat ik nog wel zou weten waar het is. In gedachten speelde alles zich af in mijn hoofd. Hoe boos hij zal zijn als ik het hem vertel. Maar niets van die enge voorspellingen maakte het, dat ik omdraaide en naar huis ging. Ik was niet bang voor hem. Dat stadium ben ik voorbij. Sinds mijn zwangerschap ben ik een ander mens geworden. Volwassen. Ik tuurde naar alle borden die voor me tevoorschijn sprongen. Toen ik het zandpaadje opreed wist ik het zeker. Ik ben er bijna. Naarmate ik dichterbij kwam, ging mijn hart sneller kloppen. Mijn linkerbeen trilde onophoudelijk. Vanachter de bomen doemde het huis op in het zicht. Alles zag er nog precies hetzelfde uit. Mijn gedachten gingen als vanzelf naar de mooie momenten die we hebben gedeeld in dit huis.

Voor het grindpad dat naar de voordeur leidde zette ik de auto stil. Dit is het dan Safa. Onzeker stapte ik uit de auto. Mijn enige veilige omgeving hier. Ik slikte en ademde rookwolkjes uit. Het was hartje winter en ijskoud! Met lood in mijn schoenen liep ik naar de voordeur. Bij elke stap die ik zette leek het wel of het huis steeds verder weg ging staan. Ik sloot mijn ogen en liep verder. Bij het trapje aangekomen plaatste ik mijn hand op de leuning, die ijskoud aanvoelde. Ik trok mijn hand echter niet terug. Mijn hele lichaam was verdoofd. Enkele minuten bleef ik voor de deur staan met mijn handen op mijn buik, pratend tegen mijn kindje tot ik eindelijk genoeg moed had verzameld aan te bellen. Het leek een eeuwigheid te duren voor er open werd gedaan. Maar toen hoorde ik eindelijk het slot van de deur vallen. En met veel gekraak opende de zware deur zich. Ik staarde naar zijn borst. Ik was te bang hem aan te kijken, maar ik kon wel raden dat ik de laatste was die hij verwachtte. Na een lange tijd durfde ik eindelijk mijn hoofd naar hem op te tillen. ''Hallo Fahd.'' Hij slikte, zei niets en deed een stap opzij. Twijfelend stapte ik over de drempel. Ik liep door tot ik in het midden van de gang stond. Ik hoorde de zware deur met een klap dichtvallen. Mijn nekharen stonden overeind. 'Je kan nu niet meer terug Safa.'

Onberoerd stonden we tegenover elkaar. Het was schemerig in de hal. Ik keek om me heen. Net als aan de buitenkant was er van binnen ook haast niets veranderd. Ik keek naar de trap. Zou ze er ook zijn? Ik vond het stom van me dat ik daar nog niet aan had gedacht. ''Er is niemand.'' Antwoordde hij, alsof hij mijn gedachten kon lezen. Zijn stem klonk zwaar en echode na in de grote hal. Ik draaide me om en liep verder de huiskamer in. Met mijn hand streek ik over de mahoniehouten meubelen. Ik hoorde zijn voetstappen achter me aankomen en zijn blik in mijn rug prikken. Alles stond op de zelfde plek. Vreemd genoeg hing er geen ongemakkelijke spanning in de kamer. Ik draaide me weer naar hem om en schraapte mijn keel. ''De planten zijn weg.'' Hij lachte een beetje ongemakkelijk. ''Ik ben bang dat ik niet zo goed voor ze heb gezorgd.'' Ik ritste mijn jas open. In tegenstelling tot buiten, was het hier bloedheet. ''Je ziet er fantastisch uit.'' Fluisterde hij haast onhoorbaar. Ik voelde mijn wangen alweer rood kleuren. Het was grappig dat hij na al die maanden nog steeds hetzelfde effect op me had. ''Dankjewel.'' Goed Safa, concentreer je. Je bent hier niet gekomen om over koetjes en kalfjes te praten. ''Ik wil je mijn verontschuldigingen aanbieden Safa, ik had nooit zo uit mijn slof mogen schieten, maar...'' Hij maakte zijn zin niet af. Ik zag woede in zijn ogen en hij balde zijn vuisten. ''Maar?'' Hij haalde een hand door zijn haar. Dit was zijn gewoonte. Als hij radeloos was of zich rot voelde deed hij dit altijd. ''Ik kon er gewoon niet tegen hem me jou te zien.'' Mijn hart klopte in mijn keel. ''Waarom niet?'' Ik probeerde zo beheerst mogelijk te klinken, maar het liefst wilde ik het uitschreeuwen. ''Hij is niet goed voor je Safa!'' Daar gaan we weer! ''O, en jij bent wel goed voor me geweest?'' Hij draaide zich om en leunde met zijn armen tegen de tafel. ''Hij heeft me niets verweten waar ik geen schuld aan had. Hij heeft me niet uit huis gegooid als één of ander waardeloos stuk vuil. Nee Fahd, dat was jij.'' Ik schreeuwde. Nu hij met zijn rug naar me toestond durfde ik het. Ik durfde te schreeuwen. Ik ademde een paar keer diep in en uit. ''Wat doe ik hier in Godsnaam? Het is alsof ik tegen een muur praat!'' Met stevige stappen liep ik langs hem heen de woonkamer uit. Tegen de tijd dat ik in de hal was, rende ik. Ik opende de rotdeur, van dat rothuis en maakte dat ik wegkwam. Toen ik in mijn auto stapte zag ik hem naar buiten komen. Hij rende en riep mijn naam, maar ik wilde niet luisteren. Ik startte de auto en scheurde weg. Huilend. Hoe heb ik zo dom kunnen zijn. Ik ga naar huis, pak onze spullen en verlaat dit vervloekte land.

Ik rende de trap op naar de slaapkamer. Ik trok twee koffers uit de kast en begon hier alle kleding in te proppen. De tranen stroomden uit mijn ogen. Verdomme! Ik gaf de koffer een zwaai en met veel gekletter kwam hij tegen de kast tot stilstand. Ik huilde oorverdovend en begroef mijn gezicht in mijn handen. Mijn hele lichaam schokte op het ritme van mijn snikken. ''Mama, wat moet ik doen? Alsjeblieft vertel me wat ik moet doen. Ik kan dit niet meer alleen.'' Ik schaamde me. Als mijn moeder me nu zou zien zou ze diep teleurgesteld zijn. Ik weet dit, maar ik ben lang genoeg alleen en sterk geweest. Ik wil dit leven niet meer. Ik wil mijn moeder, mijn zus. Ik wil zelfs mijn vader. En ik wil die klootzak die mijn leven heeft verpest. Ik wil alles! Voorzichtig stond ik op en liep tree voor tree naar beneden. Mijn hele lichaam voelde zwaar aan. Toen ik net beneden was hoorde ik een luide klop op de deur. Ik bleef als versteend staan. ''Safa! Doe de deur open!'' Mijn ogen werden groot van schrik. Hij was het! Ik wil hem niet zien. Nooit meer. ''Safa doe de deur open!'' Hij sloeg zo hard tegen de deur dat ik er bang van werd. ''Nee, ik wil niet opendoen. Fahd ga weg!'' Ik snikte luid en hapte naar adem. ''Safa doe open! Eerder ga ik niet weg!'' Op mijn tenen sloop ik naar de deur. Ik deed het kettingslot erop en opende de deur op een kier. Ik keek in zijn ogen die op onweer stonden. Hij gaf de deur een enorme schop waardoor hij openvloog. Geschrokken deinsde ik achteruit. ''Ga mijn huis uit verdomme!'' Hij kwam op me aflopen en pakte me ruw bij mijn bovenarmen. Het volgende moment perste hij zijn lippen op de mijne. Ik was zo in shock, wist niet wat me overkwam. Pas toen ik weer bij positieven kwam duwde ik hem van me af en hief mijn hand op. Hij schrok zo van de harde klap die ik hem gegeven had, dat hij meteen mijn armen losliet. ''Jij rotzak, hoe durf je.'' Ik was buiten zinnen van woede. Sloeg keihard met mijn vuisten op zijn borst, maar hij gaf geen kik. ''Je hebt mijn leven verpest, me in de steek gelaten toen ik je het hardst nodig had!'' Hij pakte mijn handen en trok me naar zich toe. ''Je hebt gelijk, sla me, scheld me uit. Ik heb het verdiend!'' Ik trok mijn armen weg en deed een paar stappen naar achter. Ik veegde ruw alle tranen van mijn gezicht. ''Ik wil dat je weggaat.'' Hij schudde zijn hoofd. ''Ik ga helemaal nergens heen. Safa het spijt me!'' Ik reageerde niet. ''Verdomme Safa, ik houd ook van jou!'' Met een ruk keek ik op. Het volgende moment was het doodstil. Je kon alleen mijn ademhaling horen. Hoorde ik dat nu goed. Hij deed een paar stappen naar voren en viel neer op zijn knieën. Zijn ogen gevuld met tranen. ''Die dag, we hadden de liefde bedreven. Je dacht dat ik sliep. Je zei dat je van me hield. Ik wilde het uitschreeuwen Safa, ik wilde uitschreeuwen dat ik ook van jou houd, maar ik durfde niet. Ik was bang. Dat ben ik nog steeds. Ik hou zoveel van je, dat ik er bang van wordt.'' Hij haalde weer een hand door zijn haar. Zijn gezicht was nat van de tranen die hij had gelaten. Ik huilde met hem mee. Ik geloof mijn oren niet. Hij houd van me. Hij houd van meen daar komt hij nu pas mee? ''Het spijt me zo erg, ik had verdriet om mijn vader. Ik wist niet wat ik met die gevoelens aanmoest. Ik wilde je vergeten. Daarom behandelde ik je zo. Ik wilde dat je me ging haten, zodat het voor mij makkelijker was jou te vergeten Safa, maar dit lukte niet. Nog steeds niet. Ik kan je niet vergeten.'' Hij schraapte zijn keel. ''Toen ik in coma lag was jij de enige die ik hoorde. Jouw stem heeft me erdoorheen gesleept. Jij bent de liefde van mijn leven. Safa ik houd van je. Alsjeblieft ik kan niet zonder je.'' Mijn tranen liepen over mijn wangen en druppelden op de vloer. Ik kon dit niet aanzien. Ik kon het niet aanzien hem met zoveel pijn te zien. Langzaam liep ik naar hem toe. Ik pakte hem vast en hield hem tegen me aan. Ik troostte hem. Net als toen hij zijn vader had verloren. ''Safa ik weet dat ik het verpest heb, maar ik wil er voor je zijn. Ik liet hem los en stapte weer achteruit. Ik veegde mijn tranen weg. Ik plaatste mijn handen op mijn buik en voelde de baby schoppen. ''Hij stond op. De o, zo machtige Fahd? Daar was niets meer van over. Wat ik zag, was een gebroken man. Ik voelde weer een enorme trap tegen de binnenkant van mijn buik. Ik bukte voorover en haalde diep adem. ''Safa wat is er? Gaat het wel?'' Ik schudde wild met mijn hoofd. De pijn was onbeschrijflijk. Dit heb ik niet eerder gehad. Hij liep naar me toe en pakte me voorzichtig vast. ''Kom je moet zitten.'' Dit keer duwde ik hem niet weg. Ik liep mee, maar net voordat ik ging zitten voelde ik iets raars. Geschrokken keek ik Fahd aan. ''Mijn vliezen zijn gebroken!''

De zwarte met het witte hart (VOLTOOID)Where stories live. Discover now