73

3.9K 226 10
                                    

Huilend lag ik in bed. Uren heb ik beneden op hem gewacht,maar hij is niet thuis gekomen. Ik kan het niet geloven. Dit kan ik niet geloven. Zelfs nu hij weg is verpest hij mijn leven. Eindelijk had ik een familie. Eindelijk had ik mijn leven weer op de rit, ergens wist ik wel dat het te mooi was om waar te zijn. Er rust duidelijk een vloek op me, dat elk sprankje geluk in mijn leven wegneemt.

Ik werd wakker. Mijn nek zeurde van de spierpijn. Al een week is het voor mij onmogelijk om te slapen. Ik heb mijn intrek in de logeerkamer genomen. Hij negeert me steevast en weigert me ook maar aan te kijken. Hij heeft tijd nodig. Als ik niet van hem had gehouden had ik allang mijn koffers gepakt. Maar helaas. Ik houd van hem, met heel mijn hart. Hetzelfde hart, waar hij hard op had getrapt door mij de dood van zijn vader in de schoenen te schuiven. Ik moet met hem praten dat weet ik, maar ik ben bang voor de confrontatie. Stel dat hij wil dat ik wegga. Wat moet ik dan doen? Waar moet ik heen? Ik kan onmogelijk terug naar Marokko. Ik kan Aya hier niet alleen laten.

Nadat ik me had opgefrist liep ik naar beneden waar ik hem op de bank aantrof. In zijn handen hield hij een krant die hij aan het lezen was. Ik liep naar hem toe. ''We moeten praten.'' Geen reactie. Hij keek niet eens op. Ik voelde de tranen alweer achter mijn ogen prikken. Ik voelde me zo machteloos. ''Je kunt me op z'n minst aankijken!'' Ik trok de krant uit zijn handen en gooide hem op de grond. ''Ik heb er verdomme niets mee te maken. Ik weet dat je je vader mist, en dat je woedend bent, maar die woede moet je niet op mij afreageren.'' Nog steeds zei hij niets. Hij stond langzaam op, zonder mij aan te kijken. Met grote stappen liep hij de kamer uit en sloot de voordeur hard achter zich dicht. Kwaad smeet ik alles van tafel. Het gekletter van gebroken glas weerklonk door het hele huis. Huilend liet ik mezelf op de grond vallen. ''Mama, wat moet ik doen?''

Snikkend snoot ik mijn neus in het zakdoekje dat Charlotte me had aangereikt. Zij was net zo verbouwereerd door dit hele verhaal als ik ben. ''Hoe kan hij zoiets van je denken? Alsof jij verantwoordelijk bent voor je vaders daden.'' Toen ik uitgesnoten was keek ik haar weer aan. Haar blik stond vol medelijden. ''Jij blijft bij mij slapen.'' Ik keek haar dankbaar aan. Het laatste dat ik wilde was naar huis gaan. Alhoewel ik er niet zeker van was of het nog wel mijn huis was. Hoe heeft mijn leven zo kunnen lopen. Na alles wat ik al heb meegemaakt is het nog niet genoeg. Als ik wist dat het zoveel pijn deed van iemand te houden. Dan had ik mezelf hier voor behoed.

Ik hoorde mijn telefoon onophoudelijk afgaan. Ik vervloekte dat ding. Ik stond op, pakte hem van tafel en keek op het scherm. Een nummer dat ik niet kende verscheen. Ik nam op. ''Safa?'' Een zware stem was te horen. Wie het was? Ik had werkelijk geen idee. ''Met wie spreek ik?'' Zei ik nors, boos dat diegene mijn slaap heeft verstoord. ''Hassan.'' Ik was meteen klaar wakker. ''Er is toch niets met Aya?'' Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ''Nee, ze maakt het goed.'' Ik zuchtte van opluchting. Maar werd meteen nieuwsgierig. Waarom belde hij. ''Safa, we moeten praten. Kunnen we elkaar ontmoeten?'' Zijn stem klonk niet zo zelfverzekerd als hij altijd was. Nadat we een plek en tijd hadden afgesproken hing ik op. Wat zou er zijn? Zou hij zich eindelijk realiseren dat hij niet voor Aya kan zorgen? Ik was allang blij dat ze terug waren van vakantie en kon niet wachten Aya in mijn armen te sluiten. Vlug kleedde ik me om. Toen ik op de klok keek zag ik dat het al na middernacht was. Ik wilde Charlotte niet wakker maken, dus schreef ik snel een briefje, mocht ze wakker worden en me niet aantreffen. Was BenNabil maar bij me. Hij had met me mee kunnen gaan. Ik stond namelijk niet te popelen midden in de nacht naar Hassan toe te gaan. Dezelfde Hassan die me enkele maanden geleden zo had toegetakeld.

De zwarte met het witte hart (VOLTOOID)Where stories live. Discover now