9

4.5K 250 3
                                    

Zijn ouders zaten op stoelen naast zijn bed. Zijn broers stonden beiden bij het raam. Ik zag dat de jongste het er moeilijk mee had. Hij keek afwezig naar buiten. Omar liep naar het infuus. ''Goed dan gaan we nu beginnen. Ik wil nog wel even zeggen, mocht het medicijn aanslaan dan nog kan het een paar uur duren voor hij ontwaakt. En als dat gebeurd, moeten we nog zien of hij geen ernstige hersenbeschadiging heeft opgelopen.'' Zijn ouders knikten langzaam. Dan dient Omar het medicijn in via het infuus. Dit is het dan, het uur van de waarheid. Had ik gelijk en is BenNabil echt een sterke man of houd het hier vandaag op.

Zijn vader is al een paar uur verzen uit de koran aan het reciteren. Het klonk prachtig en de hele kamer had een serene sfeer over zich. Ik stond in een hoekje bij het raam voor het geval ze iets nodig hadden. Zijn oudste broer Rayan stond naast me. Ik keek naar buiten en zag zijn jongste broer Faouad op een bankje zitten. ''Hij heeft het er heel moeilijk mee.'' Hoorde ik Rayan zacht fluisteren. Alsof hij mijn gedachten kon lezen. Ik knikte. ''Fahd was zijn voorbeeld, zijn steun en toeverlaat. Het laatste anderhalf jaar is hij zichzelf niet meer.'' En hij keek langs me heen naar buiten. ''Ik begrijp het, het is ook een heel moeilijke situatie.'' Fluisterde ik. Omar kwam af en toe even binnen om zijn infuus te controleren. Hij wisselde een blik, waaruit ik kon begrijpen dat hij me op de gang wilde spreken. Ik excuseerde me en liep achter Omar aan naar de gang. ''Ik heb er niet veel vertrouwen meer in. Ik heb het vier uur geleden ingediend en hij zou nu wel gereageerd moeten hebben, al was het maar minimaal.'' Ik knikte en keek deer een kier de kamer in. Iedereen was zo hoopvol, ze geloofden dat het goed zou komen. Hoe groot zal hun teleurstelling zijn. ''Ik zal het ze vertellen.'' En ik liep de kamer in. Dit wilde ik helemaal niet. Ik wilde hun hoop en rust niet verstoren met slecht nieuws. Ze keken me alle drie aan. Faouad was nog steeds buiten. Nu moest ik het vertellen. Ik zocht naar de juiste woorden.

Mijn ogen werden groot van verbazing. ''Fahd?'' Zijn ouders volgden mijn blik en ook zij stonden met open mond te kijken. Ik liep snel naar hem toe en haalde een lampje uit mijn zak. Ik scheen in zijn ogen en zijn pupillen reageerden op het licht. Hij ademde zwaar en zijn blik hield mijn ogen vast. ''Meneer BenNabil hoort u mij?'' Riep ik, nog steeds geshockeerd. Dit herhaalde ik een paar keer toen hij hier niet op reageerde. Opeens bewogen zijn lippen. ''Je hoeft..'' Kwam er moeizaam uit zijn mond. Ik concentreerde me op zijn ademhaling en boog naar hem toe om te horen wat hij te zeggen had. ''Je hoeft niet te schreeuwen.'' Verbazing van mijn kant gevolgd door een lachje van zijn kant. Zijn ouders sprongen op. ''Allah'oe Akbar! Allah is groot! Herhaalden ze een paar keer.'' Zijn broer stond geluidloos naar het tafereel te kijken. Ik piepte Omar meteen op die al na een paar seconden binnenliep. Ongelovig keek hij naar Fahd. ''Meneer BenNabil welkom terug.'' Zei hij toen hij naar hem toeliep. Er ontstond een klein glimlachje op Fahd's gezicht. Zijn blik vond die van mij en bij het zien van zijn ogen wist ik het zeker. Hij is wakker!

BenNabil was erg vermoeid vandaar dat hij even slaapt. Hij is onderzocht en Omar zal zo wel komen met de uitslagen. Al vanaf het moment dat hij wakker is staan er vier stralende mensen voor me. Faouad was door het dolle heen. Het was ook erg emotioneel. Zijn moeder heeft me bijna fijngedrukt. Ik denk aan haar lieve woorden. ''Zonder jouw sterke woorden had ik het nooit aangedurfd. Moge Allah je belonen insh'Allah.'' Ik kon haar alleen maar aankijken. Ik stelde voor om met zijn allen in de wachtkamer te zitten, om Fahd wat rust te gunnen.

Achter elkaar liepen ze de kamer uit om in de wachtkamer te zitten. Ik liep nog even naar het raam om de gordijnen dicht te doen. ''Safa.'' hoorde ik zachtjes achter me. Ik draaide me om en vond zijn blik. Hij wist mijn naam. Dacht ik verontwaardig. ''Ja, meneer BenNabil wat kan ik voor u doen?'' Hij bracht zijn blik naar het raam. ''Wil je de gordijnen opendoen. Ik wil die zonsondergang waar je het altijd over had, nu wel eens met eigen ogen zien.'' Mijn lach liep van oor tot oor. Ik wist het. Hij heeft me gehoord. Al die maanden. ''Natuurlijk.'' Zei ik en ik liep naar het raam. Ik schoof de gordijnen opzij en liep toen naar hem terug. ''Zo goed baas?'' ''Perfect.'' Zijn stem klonk erg hees. Vind je het gek, hij heeft ruim anderhalf jaar niet gesproken. ''Wat is er met me gebeurd? Ik weet dat ik hier was voor zaken, maar voor de rest weet ik niets meer.'' Hier was ik al bang voor. Het laatste wat ik wilde was hem van streek brengen door te zeggen wat er gebeurd is. ''Ik denk dat je ouders je dat beter kunnen vertellen.'' Zei ik en maakte aanstalten om weg te lopen. Hij greep me ruw bij mijn pols en keek me indringend aan. Waar hij de kracht vandaan haalde wist ik niet, maar mijn pols begon aardig pijn te doen. ''Wilt u me loslaten, u doet me pijn.'' Een gemeen lachje vormde zich om zijn lippen en hij vroeg het weer, dit maal dwingender. ''Goed als u het zo graag wilt weten, u bent neergeschoten.'' Zijn ogen werden groot en zijn blik verstarde. Meteen liet hij mijn pols los en ik wreef over de pijnlijke plek. ''Door wie?'' Vroeg hij verbitterd. Toen ik niet antwoordde begon hij te schreeuwen. ''Ik vroeg door welke klootzak ik anderhalf jaar van mijn leven heb moeten missen verdomme!'' Ik schrok zo van zijn geschreeuw dat ik bij mijn stap naar achter tegen een tafeltje knalde dat daar stond. Een glas brak toen hij de grond bereikte. Het was doodstil in de kamer. Ik raapte de scherven voorzichtig op en gooide ze in de vuilnisbak. Toen ging ik voor hem staan en keek hem boos aan. ''De man is opgepakt en zit in de gevangenis. Ik ben geen rechercheur, ik ben zuster Baqir en vanaf heden noemt u me ook zo. Goedemiddag.'' En ik liep kwaad de deur uit. Wat een kwal. Ik begrijp dat hij gefrustreerd is, maar het op mij afreageren helpt ook niet echt. Ik negeerde mijn schuldgevoel voor het uitvallen tegen BenNabil en ik liep naar de kantine voor een kop koffie. Die heb ik wel verdiend.

De zwarte met het witte hart (VOLTOOID)Where stories live. Discover now