23

5K 247 11
                                    

Die nacht kon ik niet slapen. Dat was ook niet zo verwonderlijk na gisteravond. Alle gebeurtenissen maalden door mijn hoofd. Waarom kuste hij me? Voelde hij hetzelfde als ik? Hoezeer ik hem ook veracht, mijn vervloekte hart probeert me wijs te maken dat hij de man van mijn dromen is. Mijn ware. Ik dacht dat ik me nu goed zou voelen, maar wie houd ik voor de gek. Ik heb ontzettend spijt van mijn harde woorden. Hij deed toch eigenlijk ook maar zijn werk?

Ik zat in de bus onderweg naar Aya. Wat ben ik blij dat ik haar vandaag weer zie. Als de bus bij de halte waar ik uitmoet stopt, sta ik snel op om uit te stappen. Ik heb een heel leuk dagje voor Aya gepland. Eerst gaan we naar mijn huis, samen pannenkoeken bakken. En dan gaan we naar de dierentuin. Het is vandaag een prachtige zonnige dag dus dat wordt vast genieten.

Als ik voor de deur van Hassan's huis sta wordt die met een ruk opengemaakt. Aya springt in mijn armen. ''Tante Safa! Je bent laat!'' Ik kijk haar strenge gezichtje aan en barst in lachen uit. ''Sorry baas, ik had de bus gemist, maar het wordt een hele leuke drukke dag voor ons.'' Nu maakte haar strenge blik plaats voor een glimlach van oor tot oor. ''Zorg je dat ze op tijd terug is?'' Ik keek op en zag Hassan in de deuropening staan. ''Zeven uur scherp.'' Antwoordde ik droog en liep samen met Aya weg.

Die kleine deugniet probeerde de hele weg te achterhalen wat de planning voor vandaag was. Maar ik hield mijn lippen stijf op elkaar. ''Dat zie je zelf wel.'' Had ik haar gepest. Nu staan we samen in de keuken en maken de lekkerste pannenkoeken van het land. ''Wil jij alvast de poedersuiker en appelstroop op tafel zetten Aya?'' ''Ja hoor.'' Zei ze en sprong van het aanrecht. Inmiddels wist ze wel waar alles stond. Ik had voor ieder drie pannenkoeken gemaakt. Aya had het beslag geroerd en haar wangetjes zaten onder de pannenkoekenmix. ''Aya kom eens hier, je lijkt net een spookje.'' Ik maakte een theedoek nat en wreef die over haar wangetjes. ''Zo je bent weer helemaal schoon.'' Zei ik lachend.

Tijdens het eten was het muisstil. Dat gaf al aan hoe lekker de pannenkoeken waren. Om je vingers bij af te likken. Aya heeft nog nooit zo snel haar eten opgegeten. Ze schoof haar bord naar achter en nam een slok van haar melk om de boel door te slikken. ''Zo, heb je lekker gegeten?'' Deze vraag hoefde ik niet eens te stellen. Ze knikte hevig met haar hoofdje. Ik besloot alles af te wassen als we thuis waren, ik kon dat arme kind echt niet langer in spanning houden. ''Zo ben je klaar om te gaan?'' ''Ja, ja!'' Riep ze luid. Haha, die arme schat. Ik zou haast denken dat Hassan nooit wat leuks met haar doet.

We liepen langs de dierentuin. Pas toen ik stilstond begreep ze dat we hierheen gingen. ''Gaan we naar de dierentuin?'' Vroeg ze, terwijl haar oogjes groot werden van opwinding. Ik knikte en nam haar mee naar de ingang. Hier betaalde ik de kaartjes en we konden doorlopen. Uren liepen we door de dierentuin. Ze rende, sprong en lachte. Ik had haar in tijden niet zo vrolijk gezien. ''Aya, heb je zin in een suikerspin?'' Vroeg ik toen we naar de apen stonden te kijken. ''Ja, en mag ik ook een beetje popcorn?'' Ik aaide haar over der bol. ''Natuurlijk engeltje.'' Het kraampje was vlak bij de aapjes. ''Loop je mee?'' Ze was echter helemaal op de apen geconcentreerd. ''Mag ik bij de aapjes blijven?'' ''Nou vooruit. Niet met vreemden praten ik ben zo terug.'' Met mijn portemonnee in mijn handen liep ik op het kraampje af. De zon scheen fel in mijn ogen en ik deed snel mijn zonnebril op. Er stond best een lange rij, maar ik ging zo staan, dat ik Aya kon zien. Die stond nog steeds bij de aapjes. Haar lachende gezichtje maakte mijn hele dag goed. ''Mevrouw, wat wilt u hebben?'' Ik schrok op uit mijn gedachten. ''O, doe mij maar twee suikerspinnen en een zakje zoete popcorn. Ik keek toe hoe de roze suikerspin steeds groter werd en ik kon niet wachten om mijn tanden erin te zetten. Ik betaalde en nam het lekkers mee.

Mijn hart sloeg een slag over. Hij was het. En hij stond met Aya te praten. Hij had een zonnebril op, maar ik herkende hem uit duizenden. Wat deed híj in godsnaam in een dierentuin en wie was dat jongetje aan zijn hand? Hij heeft me niet gezien dus ik kan maken dat ik wegkom, shit maar Aya staat daar. Net op dat moment wees Aya mijn kant op en ik zag BenNabil opkijken. Busted! Ik liep met de suikerspin voor mijn gezicht naar ze toe. ''Tante Safa, hij is geen vreemde. Met hem mag ik praten toch?'' Ik knikte alleen en ze pakte snel een suikerspin uit mijn handen. Hij moest lachen om Aya's opmerking. En dat deed me smelten. ''Wil je wat van mijn suikerspin?'' Vroeg Aya aan het jongetje. Zijn wangetjes werden rood en hij verstopte zich achter BenNabil's been. ''Hier geef hem mijn suikerspin maar Aya.'' Ze nam de suikerspin van me over en hield die voor het gezichtje van het verlegen jongetje. Nu ik zo naar hem keek, leek hij wel erg veel op BenNabil. Hij deed voorzichtig een stap naar voren en keek BenNabil met grote ogen aan. ''Pak maar Imrane. Het mag wel.'' Zei hij zachtjes. Zijn stem deed mijn knieën knikken. Imrane nam de suikerspin aan en begon ervan te snoepen. Nu was het ijs gebroken en hij en Aya kwebbelden er een eindje op los.

Tussen BenNabil en mij hing er een gespannen sfeer. Ik wilde wat zeggen om deze verstikkende stilte te doorbreken, maar wat moest ik in hemelsnaam zeggen? Moest ik over de kus beginnen? Nee, dat moet hij doen. ''Lekker weertje hè.'' Probeerde ik maar. Hij zei niets, en knikte alleen. Ik baalde ervan dat hij een zonnebril ophad. Aan zijn ogen had ik kunnen zien wat hij nu dacht. ''Hij lijkt op je.'' Weer geen antwoord, alleen dat stomme knikje. ''Zeg, je mag wel wat terug zeggen. Of voel je, je daar te goed voor?'' Zei ik fel. Hij keek me even aan en wendde zijn blik toen weer af. ''Je bent heel duidelijk geweest gisteravond.'' Merkte hij droog op. Waar sloeg dat nou weer op. ''Nou, jij anders heel onduidelijk.'' Ik verzamelde al mijn moed. ''Waarom kuste je me?'' Fluisterde ik, bang dat Aya wat zou horen. Nu deed hij zijn zonnebril af en er verscheen een gemene grijns op zijn gezicht. ''Dat stelde niets voor. Was het alweer vergeten, laten we de situatie maar de schuld geven.'' Zei hij. Ik negeerde de steek in mijn hart. Wat was ik blij dat ik nog wel mijn zonnebril ophad, zo kon hij mijn gekwetste blik niet zien. Het was stil. Net toen hij wat wilde zeggen rende Imrane weg.

Pas toen hij naar ons terugliep zag ik dat het Rayan, de oudere broer van BenNabil was. Hij droeg een klein meisje op zijn arm. ''Zo we zijn er weer.'' Zei hij opgewekt. ''Plasje gedaan, hè Yasmine.'' Hij keek de kleine meid lachend aan. ''Hallo Rayan.'' Zei ik snel. Ik had hem al bijna een jaar niet gezien. De dag dat hij BenNabil uit het ziekenhuis kwam ophalen was de laatste keer. Dus ik wist niet of hij me nog herkende. Hij deed zijn zonnebril af en keek me een paar tellen aan. ''Zuster Baqir!'' Riep hij uit en stak zijn hand uit. Die nam ik lachend aan. ''Dat is een tijd geleden.'' Ik knikte. BenNabil zei niets en keek alleen maar toe. Rayan gaf hem een por in de zij. ''Wat is de wereld toch klein hè broertje.'' ''Inderdaad.'' Zei hij droog. Ik kon zien dat zijn Rayan hem vragend aankeek. ''Je hebt mooie kinderen, tbark'Allah.'' En wreef over het bolle wangetje van Yasmine. ''Haha, ze lijken op hun moeder, Godzijdank.'' Ik barste in lachen uit. ''Nou, Aya en ik moeten gaan. We hebben nog een hele terugreis voor de boeg.'' ''O, wij hebben het ook wel gehad. Fahd, jij bent toch met je eigen auto? Breng haar thuis wil je?'' Ik stribbelde snel tegen. ''Nee, dankjewel. Maar wij redden ons wel.'' Die arrogante kwal hoeft mij echt niet thuis te brengen. Hij keek op. ''Ik sta erop.'' Weer dat lachje. Ik durfde er niet tegenin te gaan. Hij nam nog even afscheid van de kinderen en ik liep alvast naar Aya toe, die alweer druk in gesprek was met Imrane. ''Aya ga je mee?'' Ze keek teleurgesteld. Maar gaf me toch een hand. ''Doei Imrane.'' ''Doei Aya!'' Zei hij terug. Wat een dropjes. Ik nam nog even afscheid van Rayan. Ik vond het leuk hem weer gezien te hebben.

Zwijgend liepen we naast elkaar. Aya rende voor ons uit en was van haar popcorn aan het eten. Die kleine vreetzak. Hij was zo stil dat ik bijna vergeten was dat hij naast me liep. Nu ben ik het zat! Ik stopte met lopen en sloeg mijn armen over elkaar. Pas na een paar minuten zag hij dat ik niet meer naast hem liep. Hij keek zoekend om zich heen en toen hij me zag liep hij geïrriteerd naar me toe. ''Moet ik je op mijn rug dragen?'' Vroeg hij cynisch. ''Weet je, ik heb het helemaal gehad met dat sarcastische toontje van je.'' Zei ik boos. Hij haalde het bloed onder mijn nagels vandaan. Aya stond bij de zeehonden te kijken. Dus ik hoefde niet zachtjes te praten. ''Waarom kan je niet gewoon doen en dat acteerwerk van je laten vallen.'' Hij keek me met opgetrokken wenkbrauw aan. ''Jij bent de actrice hier, niet ik. Weet je, als je, je met die Isaac wilt inlaten moet je dat zelf weten, maar speel niet de heilige Maria.'' Dit geloof je toch niet! ''Is dat waar je kwaad om bent?'' Minachting was van zijn blik af te lezen. ''Boos? Wat denk je zelf. Al duik je met Jan en alleman de koffer in.'' Net toen ik wilde uithalen pakte hij mijn pols vast. Ik rukte mezelf woest los en moest mijn tranen bedwingen. ''Ben je getraind zo een zak te zijn of is het een gave.'' Ik was woedend! Ik draaide me om, liep op Aya af en trok haar mee naar de uitgang. ''Een gave!'' Hoorde ik hem nog roepen. Slappe zak.

De zwarte met het witte hart (VOLTOOID)Where stories live. Discover now