wakker worden. het ergste gevoel ooit. en dan vooral op een maandag. het is 7 uur en over een uur gaan we weer naar school toe.
het is maandag en de ergste dag ooit. soms zeggen mensen dat ze de maandag weg moeten halen en dan van de maandag nog een weekend dag moeten maken maar dan krijgt iedereen weer een hekel aan de dinsdag en als je dit zou herhalen dan heb je elke dag weekend en dat wil ik eigenlijk ook niet. dan moet je thuis gaan zitten en leren ofzo. ik leer dan liever op school.
ik sta op en neem een douche. als ik klaar ben met douchen komt Lars net zijn bed uit. 'goede morgen.' hij mompelt wat teug en ik begin me met omkleden. ik loop naar benden toe en maak me brood klaar voor school. ook maak ik mijn ontbijt klaar en eet dat op.
'wat stond er in die brief van je pa?' vraagt Lars die naar me komt zitten. 'hij zei dat ik niet altijd veilig ben. en als ik naar de politie ga dan doet hij me vrienden wat aan.' 'en dat geloof jij?' ik knik.
'ik ken hem. hij geeft niet zomaar op. hij krijgt altijd wat hij wilt.' zeg ik tegen hem. 'gaan we naar school toe het is 5 over 8.' hij knikt en staat op. ik sta ook op en breng mijn bord weg. ik loop naar de auto van Lars en stap in. hij rijd weg en verder is het de hele rit stil.
als we op school komen kijkt iedereen ons aan. 'ik ga naar me kluis toe.' ik loop weg van Lars en loop door. als ik bij me kluis ben kijken de mensen nog steeds naar me. 'heb ik iets van jullie aan ofzo!' schreeuw ik. iedereen kijkt weg en ik loop naar het lokaal toe.
als de leraar er is en ik het lokaal in kan ga ik achteraan bij het raam zitten. al snel loopt de klas vol en komt Chantal met rode wangen binnen lopen. ik wenk haar dat ze naast me moet zitten en ze loopt naar me toe.
'waarom ben je zo rood?' vraag ik aan haar met een grijns rond me lippen. 'ik ben denk verliefd.' ik doe me mond open om wat te zeggen maar ze werpt me een blik dat ze nu niet wilt praten. ik knik en let weer op de les.
aan het einde van de les kijk ik even op me telefoon en heb een paar berichtjes. ik zou maar niet te veel mensen in vertrouwen nemen. wie weet kan je ze toch niet vertrouwen. me vader.
waarom laat hij me niet gewoon met rust. ik kijk verder en zie nog een berichtje van me moeder dat Sam morgen uit het ziekenhuis mag en dat alles weer een beetje goed gaat. hij heeft een hersenschudding en een gebroken rib.
oke wens hem maar beterschap. en ik kom na school even thuis is dat goed. stuur ik terug.
ik loop naar de volgende les en ga weer achteraan zitten. ik voel me mobiel weer trillen en ik kijk erop. me moeder kan straks niet. ik doe me mobiel weer weg en zie dat Lars naast me is komen zitten. ik glimlach naar hem en let op naar wat de leraar van wiskunde allemaal te zeggen heeft. niets bijzonders dus.
na school loop ik naar me kluis en pak me jas en de boeken die ik nodig heb voor huiswerk.
ik loop naar buiten en wacht daar op Lars. we rijden naar huis en als we daar zijn ga ik meteen me huiswerk maken. als dat klaar is moeten we al weer eten en we kijken nog wat tv. als het 10 uur is besluit ik naar boven te gaan en te gaan slapen.