Even later in de eetkamer. Daar zitten Richard en Charel. Het eten en drinken staat al op tafel. Ze gaan eten. Tijdens het eten vraag Richard: "wat gebben jullie gedaan vandaag".
Maud zegt: "vanmorgen gewoon gewerkt. Vanmiddag zijn we samen naar de tuin geweest. Daar heb ik Sue geschilderd. Is echt mooi geworden al zeg ik het zelf".
Richard zegt: "oke. Gezellig. Heeft iemand jullie verliefd na elkaar zien kijken. Of het verlangen in jullie ogen gezien. Fijn, om te horen dat je mooi vind wat je hebt geschilderd. Wat vind Sue van dat schilderij".
Maud zegt: "het was ook gezellig. Nee. We hebben dat allebei alleen bij elkaar gezien. Ik snap dat je het fijn vind dat ik mooi vind wat ik heb geschilderd. Ze zei net buiten dat ze het mooi vond".
Richard zegt: "mooi. Fijn, dat niemand dat gezien heeft. Dat is niet erg. Dat weten jullie toch al van elkaar. Dat is dat toch goed".
Maud zegt: "ik snap dat je het fijn vind dat niemand dat gezien heeft. Dat is inderdaad ook niet erg. Gelukkig, wel ja. Is het ook. Vooral omdat we afgesproken hebben altijd eerlijk tegen de ander te zijn. Zelfs al kwets je de ander daarmee. Ik hoop dat Richard en Charel ook eerlijk zijn tegen Sue en mij. Dit geheim kunnen we niet met zijn 4e hebben. Als we niet eerlijk zijn. We moeten elkaar vertrouwen".
Richard zegt: "ik snap dat je blij bent met het feit dat jullie eindelijk weten wat jullie voor elkaar voelen. Ik snap dat jullie dat afgesproken hebben. Na alles wat er is gebeurd. Natuurlijk, ben ik altijd eerlijk tegen jullie. Dit geheim redden we anders niet met zijn 4e. Als we ook nog geheimen voor elkaar hebben wordt het helemaal moeilijk".
Maud zegt: "fijn, om te horen dat je altijd eerlijk bent tegen ons. Klopt".
Ik snap dat het fijn is om te horen dat ik altijd eerlijk tegen jullie ben zegt Richard.
Maud zegt: "Charel, ben jij tegen ons altijd eerlijk. Of lieg je tegen ons".
Charel zegt: "over alles wat belangrijk is ben ik eerlijk. Het is toch vooral belangrijk dat Maud en Sue eerlijk tegen elkaar zijn. En Maud en Richard. Ik hoef toch niet over alles eerlijk te zijn".
Maud zegt: "dan is het goed. Dat is allebei waar. Hoeft ook niet. Is er iets wat je onder 4 ogen wel tegen 1 van ons wil zeggen".
Charel zegt: "fijn, dat het dan goed is. Fijn, dat ik niet over alles eerlijk hoef te zijn. Er is wel iets wat ik onder 4 ogen met Maud wil bespreken".
Maud zegt: "ik snap dat je het fijn vind dat dan goed is. Ik snap dat je het fijn vind dat je niet over alles eerlijk hoef te zijn. Kun je morgenochtend naar mijn werkkamer komen. Dan kunnen we erover praten. Jij liegt dus niet tegen ons".
Charel zegt: "tuurlijk, kan ik morgenochtend naar jou werkkamer komen. Is goed. Nee, ik lieg niet. Ik vertel gewoon niet alles".
Maud zegt: "mooi. Dan zie ik je morgenochtend. Fijn, dat je niet tegen ons liegt. Oke".
Charel zegt: "ik snap dat je het fijn vind dat ik niet tegen jullie lief. Wil iemand nog wat vragen of zeggen. Anders wil ik graag in mijn kamer gaan lezen".
Maud zegt: "nee, ik niet. Iemand anders. Snap ik".
Sue zegt: "oke. Ik ook niet. Prima dat je boven gaat lezen".
Richard zegt: "ik heb ook niks meer te zeggen. Prima, dat je boven gaat lezen".
Charel zegt: "oke. Fijn, dat jullie het allemaal prima vinden dat ik boven ga lezen".
Ik snap dat je dat fijn vind zegt Maud. Ze staan allemaal op. Ze verlaten de eetkamer. Ze gaan naar de woonkamer. Charel loopt met Richard mee. Charel opent onderweg alle deuren. Dan gaat Richard door de deur. Daarna Charel. Dan maakt Charel de deur weer dicht. Daarna gaat Charel naar boven om te lezen. Sue gaat met Maud mee. Sue opent onderweg alle deuren. Ze gaan allebei in de woonkamer zitten.
Na een paar uur is iedereen moe. Iedereen gaat naar boven. Doet wat hij of zijn moet doen. Daarna gaat iedereen naar zijn of haar eigen bed. Daarna gaan ze slapen.