Maud en Rosa zitten samen in de werkkamer van Maud. Waarom moest ik vandaag komen vraagt Rosa.
Maud zegt: "ik wil je graag het contract voorlezen. Ik heb een simpel contract geschreven. Als we dat contact samen doorgenomen hebben mag je hem meenemen, zodat iemand anders hem kan lezen".
Rosa zegt: "is goed. Fijn, dat het een simpel contract is. Fijn, dat ik hem dan mee mag nemen. Dan kan iemand anders hem inderdaad lezen. U heeft dus een waterdicht contract gemaakt".
Maud zegt: "fijn, dat je het goed vind dat ik het contract ga voorlezen. Ik snap dat je het fijn vind dat het een simpel contract is. Ik snap dat je het fijn vind dat je hem mee meg nemen. Ja, dat is het. Hierin staan alleen de regels waar jij je aan moet houden".
Rosa zegt: "ik snap dat u het fijn vind dat ik het goed vind dat u het contract mag voorlezen. Oke. Wilt u beginnen met lezen".
Oke zegt Maud. Maud pakt het contract. Ze leest hem voor. Rosa luistert goed.
Even later als Maud het hele contract heeft voorgelezen. Kun jij je hierin vinden vraagt Maud.
Rosa zegt: "ja, dat kan ik. De meeste wist ik al. Of dacht ik al".
Maud zegt: "fijn, om te horen dat jij je hierin kan vinden. Dat klopt. Het is ook niet gek dat jij sommige dingen al dacht".
Rosa zegt: "ik snap dat u het fijn vind om te horen dat ik mij hierin kan vinden. Klopt".
Maud zegt: "wil je verder nog wat vragen of zeggen. Anders kun je het contract pakken. Daarna mag je naar huis".
Rosa zegt: "nee, ik niet. U aan mij of tegen mij. Oke. Prima".
Maud zegt: "oke. Nee, ik ook niet".
Rosa zegt: "oke. Wanneer moet ik mijn contract inleveren en tekenen".
Maud zegt: "dinsdagmiddag. Zelfde tijd. Kun je dan".
Rosa zegt: "ja, dan kan ik. Dus dinsdagmiddag om 2 uur".
Maud zegt: "ja. Je kunt je contract pakken. En dan gaan".
Prima zegt Rosa. Rosa staat op. Ze pakt het contract. Ze verlaat de werkkamer van Maud. Daarna ook Bair. Als Rosa weg is gaat Maud verder met haar normale werk.