Hoofdstuk 8.7

696 17 2
                                    

“Bedankt in ieder geval,” mompelde ik nog snel in zijn richting terwijl mijn hand naar de deur reek zodat ik hem open kon duwen. Ik wilde opgelucht ademhalen toen ik de warme lucht van buiten over mijn gezicht voelde strijken alsof iemand me met vederlichte handen aaide, maar zo gemakkelijk kwam ik er helaas niet vanaf. Olivia en Zach waren namelijk nog niet helemaal klaar met het inladen van hun gestolen boodschappen, waardoor de man nu volledig zicht op hen had. Het enige wat er nog tussen in stond was ik.

“Zoë!” gilde Olivia boos terwijl ze twee pakken sap zo hard de auto in smeet dat het me niets zou verbazen als één van de pakken gesneuveld was. Zach gooide ook met een rap tempo de rest van de boodschappen op de achterbank en trok de deur van de auto open zodat hij in kon stappen.

“Hé!” De man schreeuwde zo hard dat ik bijna doof van hem werd. “Jullie vuile dieven!” Hij kwam op me afstormen als één of ander wild stier en ik kon niets anders doen dan het op lopen zetten richting de auto.

Gelukkig stond de auto niet al te ver en had ik hem al snel bereikt, waarbij ik mezelf zo hard de auto in wierp dat ik zowat op Cameron’s schoot belandde die al in de auto zat. Zach startte de auto en Olivia schreeuwde iets in mijn richting wat verdacht veel weg had van een lange reeks scheldwoorden.

Opnieuw hoorde ik de man tieren en krabbelde ik overeind zodat ik de autodeur dicht kon trekken. Op datzelfde moment drukte Zach het gas volledig in en schoot de auto met een sneltreinvaart vooruit. Daardoor werd ik opnieuw opzij geworpen en knalde ik tegen de rugleuning van de achterbank. Een pak sap stak met zijn hoek in mijn onderrug en ik was er vrijwel zeker van dat ik met mijn voeten een zak chips had omgetoverd tot een zak vol kruimels. De supermarkt verdween zo snel uit het zicht dat ik amper de tijd had om nog om te kijken.

Terwijl ik mijn best deed om mijn hart iets te kalmeren, ging ik weer goed zitten en klikte voor de veiligheid toch maar mijn gordel vast. Ik hoefde niet nog een keer van de ene kant van de auto naar de andere kant gesmeten te worden.

“Zoë, jij bent ook echt weer goed bezig,” bromde Olivia geïrriteerd terwijl ze met een snelle beweging een zak chips naast me wegtrok en die met veel geritsel openmaakte. “Straks hadden we met zijn allen op het politiebureau gezeten door jou.”

Ik wilde mijn mond openen om te protesteren, maar Cameron was mij voor. “Hé,” zei hij op een waarschuwende toon. “Wees blij dat Zoë tenminste de taak op zich had genomen om hem af te leiden. Zonder haar zaten we anders nu zonder voedsel, hoor.”

Ondanks dat ik nog steeds moest bijkomen van de schrik, verscheen er toch een glimlach op mijn gezicht. Hij nam het gewoon voor me op. Het stelde natuurlijk vrij weinig voor, maar toch voelde het goed. Olivia slaakte een zucht en richtte zich toen maar op de zak chips die ze bemachtigd had. Naast mij trok Cameron een pak koekjes open en stak die naar me uit.

“Koekje?” vroeg hij met een onschuldige blik op zijn gezicht. “Die heb je wel verdiend.” Ik glimlachte even en haalde een koekje uit de verpakking. Voorzichtig nam ik een hap en keek Cameron weer even aan die ook een koekje pakte en, voor hij zijn blik weer naar buiten richtte, me weer een grote glimlach schonk die de schrik van net volledig deed vervagen. Hij deed iets met me. Meer dan ik had kunnen denken.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now