Hoofdstuk 6.5

1.1K 11 2
                                    

“Hoe zit het met jou dan?” vroeg Cameron voor ik de kans had om op zijn uitleg te reageren. “Of beter gezegd: Met jullie? Waarom zijn jullie uit New Orleans weggegaan en willen jullie naar Californië toe?”

Natuurlijk had ik die vraag al wel zien aankomen omdat ik het ook al aan hem had gevraagd. Ik dacht na over een zo goed mogelijk antwoord, zonder echt aan hem te vertellen hoe het met onze thuissituaties zat. Die wilde ik namelijk aan helemaal niemand kwijt. “Het was gewoon niet meer zo fijn daar,” zei ik zacht terwijl ik wat aan het servetje plukte wat ik nog in mijn hand had. “We wilden ook graag een nieuwe start maken.” Zonder onze ouders en zonder alle problemen, dacht ik er achteraan, maar zoiets zou ik nooit hardop zeggen.

“Maar jullie zijn nog zo jong,” merkte Cameron op. Ik wist nou niet of ik dat positief moest opvatten of niet, maar hij had wel gelijk. We waren eigenlijk nog kinderen. Cameron was al bijna volwassen en ik gokte dat zijn beste vriend zo ongeveer dezelfde leeftijd had. “Hoe zit het dan met jullie ouders? Weten die er wel van af?”

Toen hij me die vraag stelde, wist ik niet hoe ik moest reageren. Ik wilde hem zeker niet vertellen dat we van huis waren weggelopen en dat onze ouders er dus helemaal niets vanaf wisten. Ik wilde geen woord kwijt over onze problemen thuis, daar zou ik hem zeker niet mee willen belasten. Nog steeds was ik aan het worstelen met het juiste antwoord toen opeens mijn redding tevoorschijn kwam. In de vorm van Olivia die Zach met zich meesleepte. Cameron en ik draaiden allebei tegelijkertijd onze hoofden in hun richting. Zach had zijn arm om Olivia’s schouder geslagen en hing zowat tegen haar aan en Olivia was constant aan het lachen.

“Zoë, hier ben je!” riep ze uit toen ze ons opmerkte en liet Zach los zodat ze naar ons toe kon lopen. Ze bleef recht voor ons stilstaan en keek toen veel te ongegeneerd naar Cameron, alsof hij helemaal niet doordat dat ze hem aan het bekijken was. Uiteindelijk grijnsde ze en keek ze mij weer aan. Zach was inmiddels op het muurtje neergeploft en mompelde iets tegen Cameron, maar dat kon ik niet verstaan. “Ik wilde je vragen of je mee terug ging naar het hotel. We moeten morgenvroeg weer weg.”

Gelijk stond ik op en knikte. Hoe leuk ik het ook wel niet vond om bij Cameron in de buurt te zijn, het gesprek begon nu gevaarlijk voor me te worden en ik wilde zijn vragen niet langer beantwoorden voor hij teveel van me te weten zou komen.

“Laten we dan maar gaan,” mompelde ze. Olivia sloeg haar arm om me heen en leunde tegen me aan terwijl ze me weer mee begon te trekken richting de stoep. Ik keek over mijn schouder naar Cameron en Zach, die nog steeds op het muurtje zaten. Zach leek met hele andere dingen bezig, maar Cameron zat ons nog steeds aan te kijken.

Even stak ik mijn hand naar hem op en glimlachte. Cameron deed hetzelfde en glimlachte terug. Ik bleef nog net zo lang naar Cameron kijken tot we bij de hoek van de straat aan kwamen en Olivia tegen me begon te praten over Zach, zodat ik wel mijn aandacht aan haar moest besteden en niet meer naar Cameron kon kijken. Het afscheid was niet het meest geweldige wat je kon bedenken, maar op het moment kon ik niet veel anders doordat Olivia me zomaar meetrok. Met haar en met zijn beste vriend erbij zat een normaal afscheid er sowieso niet echt in. Maar heel stiekem hoopte ik dat dit niet eens nodig was, maar dat we elkaar binnenkort weer zouden zien. Ze waren in dezelfde stad, ze gingen naar dezelfde staat en misschien namen ze ook wel dezelfde route. Alles was mogelijk, toch?

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now