Hoofdstuk 3.2

1.5K 10 4
                                    

Afwachtend keek ik haar aan, ik had geen flauw idee of ik nu stil moest zijn of iets moest zeggen.

“Ik heb wel een idee,” zei Olivia uiteindelijk langzaam en keek mij weer aan. “Waardoor je zeker weet dat Jerry goed terecht komt en je niet bang hoeft te zijn dat je moeder de zorg volledig verwaarloosd.” Er verscheen een frons op mijn gezicht. Ik had werkelijk geen idee hoe ze dat wilde gaan doen. Of kende ze toevallig iemand die vrijwillig voor mijn broertje zou willen zorgen? Dat leek me niet. “We bellen gewoon de kinderbescherming.” Olivia haalde achteloos haar schouders op. “Die gaan dan kijken, zien dat er iets niet goed is en brengen hem naar een goed gezin.”

Mijn gezichtsuitdrukking was inmiddels in verbaasd veranderd. Ik schudde gelijk mijn hoofd toen haar woorden echt goed tot me doordrongen. “Dat kan toch niet,” zei ik zacht. “Dan gaat hij naar een wildvreemd gezin en..”

Olivia stak opnieuw haar hand op en keek me met een serieuze blik aan. “Zoë, wat heb je nou liever? Dat hij goed verzorgd wordt door mensen die je niet kent of dat hij verwaarloosd wordt door je moeder omdat die te lui is om op te staan van de bank?” Ze zweeg even om me bedenktijd te geven voor een antwoord. Ik wist het eigenlijk vrijwel direct al. Dat eerste natuurlijk. “En ik weet dat jij ook niet thuis wilt blijven. Anders zal jouw toekomst bestaan uit het verzorgen van zowel je moeder als je broertje. Dan is dit toch de enige optie?”

Ik sloeg mijn ogen opnieuw neer. Weer had Olivia gelijk. Ze was overduidelijk de wijste persoon van ons tweeën en ik moest dus maar naar haar luisteren. “Maar hoe wil je dat doen dan?” vroeg ik uiteindelijk. “Als we ze bellen, dan komen ze ook voor mij.” Ik keek haar met een vragende blik aan.

Olivia peinsde opnieuw even en knikte vervolgens. “We bellen ze op het moment dat we weggaan. Ze kunnen ons niet achterna komen, dus dat zal geen probleem worden.”

Ik liet haar woorden een paar keer door mijn hoofd gaan. Het was een doodeng idee om Jerry achter te laten en te hopen dat mensen van de kinderbescherming hem mee zouden nemen om hem in een beter gezin te plaatsen. Het was nog enger om zelf te vertrekken en naar een totaal andere plek toe te gaan. In mijn eentje zou ik zoiets nooit gedurfd hebben, maar ook met Olivia erbij vond ik het nog een doodeng idee.

Ik schraapte mijn keel even. “En hoe gaan we er vandoor?” vroeg ik toen maar. Olivia leek me wel de persoon die gelijk een plan zou verzinnen over hoe we het beste er vandoor konden gaan. “We moeten namelijk wel vervoer hebben…”

Er verscheen een mysterieuze glimlach op Olivia’s gezicht. Ze wiebelde kort met haar wenkbrauwen en keek toen weer voor zich uit. “Ik heb wel een idee,” grijnsde ze uiteindelijk. De manier waarop ze het zei maakte gelijk heel wat voor mij duidelijk. Het was waarschijnlijk een heel gevaarlijk idee, maar geniaal in Olivia’s ogen. En ze zou het me ook zeker niet gaan vertellen, want de kans was groot dat ik dan niet zou willen meewerken. Ik vreesde er nu al voor.

“Je doet ook nooit iets goed!” Mijn moeders stem was zo luid dat waarschijnlijk iedereen in een straal van dertig meter mee kon luisteren. Elk woord wat ze naar me schreeuwde deed pijn, al had het een stuk minder effect dan de woorden die Ben naar me had staan roepen. “Waarom woon je hier überhaupt nog? Ik zou je op straat moeten zetten.” Mijn moeder drukte Jerry zo hard in mijn armen dat ik bijna achterover viel en beende vervolgens de woonkamer uit.

Jerry keek me met zijn grote bruine ogen aan en begon vervolgens te huilen. Ik drong de tranen in mijn eigen ogen terug en wiegde hem zacht heen en weer terwijl ik richting de keuken liep. Hij bleef maar huilen, ook toen ik hem in zijn kinderstoel neerzette. Ik nam even een moment om mezelf te herpakken en niet te laten zien dat mijn moeders geschreeuw me heel veel deed.

Natuurlijk was het gelijk weer raak. De dag nadat ik met Olivia had afgesproken dat we er vandoor zouden gaan omdat we het allebei niet meer aankonden, was er al weer ruzie. Dit keer was het weer om iets onbenulligs. Ik had mijn moeders medicijnen die haar depressie tegengingen per ongeluk op de grond laten vallen waardoor het hele vloerkleed vol lag met allemaal witte pillen. Zoiets was voor mijn moeder al genoeg om helemaal uit haar dak te gaan. Ik hoorde haar nu nog steeds tieren over hoe zo’n slechte dochter ik wel niet was die nooit iets goed kon doen. 

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now