Hoofdstuk 4.3

1.4K 8 0
                                    

“Willen jullie bij ons komen zitten?” vroeg Alaric plotseling terwijl hij ons allebei even aankeek. Olivia knikte gelijk enthousiast, maar ik schudde mijn hoofd. Ik trok aan Olivia’s hand zodat ze niet gelijk naast Alaric zou gaan zitten en wierp haar een kwade blik toe.

“Olivia,” siste ik zacht zodat de jongens ons niet konden verstaan. “Alsjeblieft, hier hebben we echt geen tijd voor. Kunnen we niet gewoon verder gaan?” Ik bleef haar boos aankijken in de hoop dat ze zou zien dat ik het echt meende. Ik had hier gewoon geen zin in, niet op dit moment en waarschijnlijk nooit meer. Jongens waren voor mij echt verleden tijd.

Olivia zuchtte overdreven en draaide zich weer naar Alaric en Fred toe, die ons vol spanning zaten aan te kijken. “Sorry guys,” mompelde ze teleurgesteld. “We moeten er vandoor gaan. We hebben nog een hele reis voor de boeg.”

Fred trok een teleurgesteld gezicht, maar Alaric leek het niet heel erg veel te doen. Hij haalde zijn schouders op en wendde zijn blik weer af. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Fred naar me kijken, alsof hij hoopte dat ik door zijn blik opeens zou zeggen dat we nog wel even konden blijven. Ik greep Olivia’s hand beet en sleurde haar gelijk weg van het tafeltje, terug naar die van ons waar ik geld neergooide voor de rekening.

“Moest je het nou echt verpesten, Zoë?” vroeg Olivia terwijl ze achter me aan richting de uitgang van het restaurant liep. “We konden toch best wel even bij hen blijven zitten. Ze leken me aardig.” Ik duwde de deur open van het restaurant en beende richting de auto. Ik was nu niet van plan wéér hetzelfde te gaan zeggen als net, dus hield ik maar heel verstandig mijn mond. “Flauw hoor,” hoorde ik Olivia zuchten toen we bij de auto waren.

Ik trok de deur open en plofte weer op de stoel neer. Daarna trok ik de deur met een klap dicht en wachtte tot Olivia naast me zat. Vanuit mijn ooghoeken keek ik weer naar haar. “Sorry, O.” Ik zuchtte even. “Ik heb hier gewoon geen zin in op het moment. Andere keer.” Andere keer als in nooit. Als Olivia van plan was allerlei jongens te versieren, moest ze dat maar zonder mij doen. Dan vermaakte ik me wel ergens anders mee.

Olivia haalde haar schouders op en startte de auto. “Het is al goed. We zoeken wel een ander moment uit.” Er verscheen toch weer een glimlach op haar gezicht. Ze reed de auto achteruit en stuurde hem toen weer richting de weg zodat we door konden rijden richting de stad. “Dit is wel de tijd om plezier te maken, hè?”

“Plezier,” zuchtte ik en streek mijn haren naar achteren. “Wat jij wilt. We kunnen ook op een andere manier plezier maken, hoor.” Door het bijvoorbeeld gewoon gezellig met zijn tweeën te hebben. Dat was niet echt onmogelijk, toch?

Olivia grijnsde opnieuw naar me en gaf iets meer gas zodat de auto met een behoorlijke snelheid over de verlaten weg schoot. “Wacht maar,” knikte ze en keek me geheimzinnig aan. “Ik weet wel een hele goede manier.” Ze drukte weer het knopje van de radio aan zodat de muziek weer hard door de auto klonk. Ik wierp haar een wantrouwende blik toe. Volgens mij was ze iets van plan en zou ze dat met gemak weer voor elkaar krijgen. Dit was weer een moment waarop ik moest vrezen.

Ik boog me iets naar voren zodat ik beter door de voorruit kon kijken en het zwak verlichte bord wat langs de weg stond goed kon zien. “Greenville, deze afslag,” mompelde ik en keek even vanuit mijn ooghoeken naar Olivia, die wat slaperig voor zich uit keek. “Wakker blijven,” waarschuwde ik haar gelijk toen ze haar ogen voor een paar seconden dichtdeed.

Olivia knipperde verschrikt met haar ogen en liet het stuur met één hand los zodat ze even in haar ogen kon wrijven. “Sorry,” zuchtte ze en liet de auto afslaan richting de afslag die voor ons te zien was. “Ik had niet verwacht dat we zo lang in de auto zouden zitten.” Ze wierp me een beschuldigende blik toe en pakte het stuur weer met beide handen beet.

Ik schudde even mijn hoofd en keek maar weer voor me uit. Dat was wel een behoorlijke tegenvaller geweest inderdaad. Het was mijn schuld, dat wel. Ik had de kaart niet goed bekeken en daardoor hadden we de verkeerde afslag genomen zodat we verdwaald waren geraakt. Toen we er achter kwamen, waren we al een uur verder en moesten we dus een heel stuk terug rijden om weer op de juiste weg te komen. Anders zouden we ergens in niemandsland eindigen. Het was inmiddels al helemaal donker buiten en het digitale klokje gaf aan dat het bijna één uur ’s nachts was. Het liefst ging ik nu ook slapen, maar we moesten wakker blijven tot we eindelijk bij onze bestemming waren aangekomen.

Ik keek weer naar buiten toen we eindelijk de bebouwde kom inreden en overal langs de weg borden stonden met verschillende hotels en restaurants. Olivia hield haar blik strak op de weg gericht en bleef rijden, zelfs toen we al een paar hotels voorbij waren gekomen. Vanuit mijn ooghoeken keek ik haar aan en fronste even.

“Moeten we niet stoppen?” vroeg ik vervolgens en zag dat we weer een hotel voorbij reden. Olivia schudde haar hoofd en liet de auto een straat in rijden die een stuk leger was dan de andere straten. Ik wierp een blik achterom en zag hoe alle lichtjes steeds verder weg raakten. “Waarom niet?” Ik keek haar weer aan.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now