Hoofdstuk 9.5

797 16 1
                                    

“Je kunt niet rijden?” Zach keek me met een geamuseerd gezicht aan. Hij begon te lachen en porde met zijn elleboog in Cameron’s zij. “Misschien was het toch niet zo verstandig om deze twee mee te nemen, straks verongelukken we nog voor we überhaupt in Los Angeles zijn.”

Ik wilde hem boos aankijken, maar in plaats daarvan griste ik de sleutels van de grond en stond op. Ik was niet van plan Zach te laten merken hoe geïrriteerd ik kon raken van die opmerking. Nog steeds kreeg ik de kriebels van hem en zijn gedrag. Met grote passen beende ik richting de auto en stak de sleutel in het slot van de deur zodat ik die kon openen.  Ik hoorde Zach nog lachen, maar trok snel de deur dicht zodra ik ingestapt was zodat ik me van al het geluid uit de omgeving kon afsluiten. Ik staarde door de voorruit naar de anderen en haalde diep adem. Gewoon straks focussen op de weg. Even nergens meer zorgen om maken, dat kwam later wel weer.

“Stop! Zoë, stoppen!” Olivia sloeg met beide handen op de achterkant van mijn stoel zodat ik uit schrik op de rem trapte en de auto met gierende banden tot stilstand kwam.

Met een ruk draaide ik me om in mijn stoel, maar wurgde mezelf daar bijna bij door de riem die in de weg zat. Ik keek Olivia met grote ogen en een bonzend hart aan, maar ze had de deur van de auto al opengegooid en binnen een seconde was ze weg. Ik knipperde met mijn ogen en klikte mijn riem los zodat ik ook uit kon stappen. Olivia rende de weg over en slaakte een opgewonden kreet voor ze eindelijk na een paar meter tot stilstand kwam en zich omdraaide.

“Een meer!” gilde ze uit en zwaaide wild met haar armen. “Kijk dan, er is een meer!” Ze wees richting een plek in de verte en draaide zich weer om zodat ze door kon rennen.

Achter me hoorde ik een autodeur in het slot vallen en binnen een seconde schoot ook Zach er vandoor om Olivia te achtervolgen. Naast me hoorde ik wat gegrinnik en toen ik opzij keek zag ik Cameron naast me staan. Olivia was inmiddels al zo ver dat ze niets meer dan een klein poppetje leek en ook Zach werd steeds kleiner.

“Ik schrok me kapot,” zuchtte ik diep en schudde mijn hoofd. Ik dacht serieus dat er iets heel ernstigs aan de hand was, maar dat viel dus wel mee.

“Ze is gewoon enthousiast.” Cameron haalde zijn schouders op en sloeg zijn armen over elkaar terwijl hij toekeek hoe Zach en Olivia steeds verder van ons weg renden. “Zullen we er ook heen gaan?”

Ik keek hem even aan en toen achterom richting de auto. We stonden midden op de weg, logisch, omdat ik tijdens het rijden volledig op de rem drukte. Cameron schudde zijn hoofd, alsof hij wist wat ik dacht en greep me bij mijn arm zodat hij me met zich mee kon trekken. Ik wilde protesteren, maar hield uiteindelijk maar mijn mond. Het zou niet eens zin hebben om te zeggen dat de auto eerst van de weg moest, hij zou wel weer een tegenargument gebruiken waardoor mijn opmerking onnodig was.

Cameron wierp een blik achterom naar me terwijl hij me mee bleef trekken. Er verscheen een grote grijns op zijn gezicht. “Je houdt toch wel van zwemmen, hè?” vroeg hij nieuwsgierig. “Of wil je dat ook al niet doen?”

Ik moest toegeven dat ik niet echt zin had om nu het water in te duiken, zeker ook omdat mijn bikini netjes opgevouwen in mijn tas lag in de auto, maar om me nou weer te gaan afzonderen van de anderen zou ook gaan opvallen. Volgens mij verdachten ze me er sowieso al van dat ik me niet op mijn gemak voelden, ik wilde dat gevoel niet nog meer gaan versterken.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now