Hoofdstuk 7.6

751 15 1
                                    

“Onze auto is kapot,” legde ik aan Olivia uit voor ze er naar kon vragen. “Hij kan zijn best doen om hem te repareren, maar de kans is klein dat het ook echt lukt.” Ik zuchtte even en merkte dat ik mijn stem niet echt meer onder controle had. Volgens mij kon ik elk moment in huilen uitbarsten omdat ik niet wist hoe we dit ooit konden oplossen. “We moeten een lift gaan zoeken, O.”

Olivia trok verbaasd haar wenkbrauwen op en keek richting de man, die zijn moersleutel een rondje liet draaien op zijn handpalm. De man knikte even en draaide zich vervolgens om zodat hij weg kon lopen. Ik beet op mijn onderlip en sloeg mijn ogen neer zodat ik niet langer één van de mensen om me heen aan hoefde te kijken. De grond was ineens een stuk interessanter.

Volgens mij zou het hier nu echt gewoon ophouden voor ons. Tot zo ver een geweldige poging om weg te lopen, we zouden binnen een week gewoon weer thuiszitten omdat de auto zo nodig kapot moest gaan. Dat was ook echt typisch weer iets voor ons, een kapotte auto. Alsof het ons niet gegund werd om een nieuw leven te starten in een andere staat.

“Jullie kunnen wel met ons mee rijden,” hoorde ik Cameron opeens zeggen. Gelijk draaide ik mijn hoofd met een ruk naar hem toe en keek hem verbaasd aan. Cameron haalde even onverschillig zijn schouders op. “We moeten toch richting dezelfde staat. Er is genoeg plek in onze auto, dus jullie kunnen met gemak mee.”

Ik schudde gelijk mijn hoofd. “Cameron, dat kunnen we niet zomaar doen. Jullie zijn met zijn tweeën…” Halverwege mijn zin stopte ik met praten en wisselde een blik met Olivia, die veel enthousiaster was dan ik. Zach had zijn blik afgewend en stond naar de muur te kijken, maar ik kon wel peilen dat hij het ook niet zo’n geweldig voorstel vond. Waarom wist ik niet, maar daar zou ik waarschijnlijk ook nooit achter komen.

“Waarom niet?” vroeg Olivia en trok vragend haar wenkbrauw op. “Natuurlijk kunnen we wel met ze mee, Zoë. Hij zegt toch zelf dat er genoeg plek is?” Ze wees naar Cameron en haalde haar schouders op. “Hoe wil je anders in Californië komen?”

Het antwoord op die vraag was behoorlijk simpel: Niet. We konden niet op een andere manier in Californië komen, want liften durfde ik niet eens te overwegen. Ik keek weer van Olivia naar Zach en vervolgens richting Cameron, die me glimlachend aankeek. Het was raar om zijn aanbod zomaar aan te nemen. We kenden elkaar amper, we hadden deze jongens gisteren pas ontmoet. En nu zouden we dan de rest van de reis bij hen in de auto zitten terwijl het eigenlijk vreemden voor ons waren? Olivia leek het helemaal niet erg te vinden, maar ik twijfelde er zeker weten over. Alleen had ik zo’n gevoel dat ik er al niets meer over te zeggen had. Als Olivia het een goed idee vond, dan wilde ze ook dat ik het er mee eens zou zijn. Ik zou een spelbreker zijn als ik nu zou zeggen dat ik het niet wilde, dan verpestte ik onze hele droom voor haar en natuurlijk ook voor mezelf.

“Vooruit,” zuchtte ik uiteindelijk en keek Olivia weer aan, die gelijk begon te grijnzen. “Omdat er niets anders op zit en jullie het zo lief aanbieden.” Al bood Zach helemaal niets aan en stond hij alleen maar naar de muur te staren, maar ik hoopte dat hij het niet al te vreselijk vond dat we met hen mee zouden rijden. “Maar ik wil echt niet dat we jullie tot last zijn…”

Cameron maakte een sussend geluidje en schudde zijn hoofd. “Natuurlijk zijn jullie ons niet tot last, anders zou ik het ook niet voorstellen toch? Volgens mij kan het nog behoorlijk gezellig worden met zijn vieren.” Hij grijnsde even en Olivia knikte instemmend. “Zullen we dan maar gelijk gaan?”

Zach ging er gelijk vandoor toen hij die woorden had uitgesproken en Olivia en Cameron begonnen ook al richting de uitgang van de garage te lopen. Twijfelend zette ik een paar passen in hun richting, maar bleef halverwege weer stilstaan en keek achterom richting de Cadillac.

“O., de auto dan?” vroeg ik gelijk en wees richting de auto. “We kunnen die hier toch niet zomaar laten staan?” De eigenaar van de garage had helemaal niets aan een auto die het niet meer deed, hij bleef nog steeds van ons. Soort van.

Olivia bleef stilstaan en draaide zich om richting de auto. “Natuurlijk wel,” mompelde ze schouderophalend. “Het is niet eens onze auto.” Dat laatste zei ze iets zachter, ook al was Cameron allang verder gelopen en zou hij ons niet eens kunnen horen. “Wat maakt het uit? Kom nou gewoon voor die vent terug komt.” Ze wenkte me en begon weer richting de uitgang te lopen.

Aarzelend keek ik richting de auto en zuchtte even. Het was inderdaad niet onze auto, maar we konden hem toch niet zomaar achterlaten? Mijn blik ging richting het kantoortje aan de andere kant van de ruimte, waar de man van de garage waarschijnlijk bezig was. Ik hoorde Olivia mijn naam sissen en gelijk kwam ik in beweging. Met snelle passen liep ik ook naar buiten en besloot geen moment meer om te kijken richting de auto. Die konden we inderdaad niet meer meenemen en Olivia zou toch niet meer naar me luisteren. Toen ik buiten stond, zat Zach al in de auto en stapte Cameron net in. Olivia huppelde voor me uit richting de auto en stapte toen ook in. Ik haalde diep adem en liep richting de auto, waar ik voor een moment wachtte voor ik in zou stappen. Zoiets zou ik normaal nooit doen, bij vreemden in stappen en ook nog eens met hen meereizen voor weken. Want op dit tempo zouden we er zeker nog lang over doen. Het moment dat ik de autodeur dichtsloeg, startte Cameron de auto en trapte gelijk vol het gas in. Ik werd in de achterbank gedrukt en pakte vlug mijn gordel zodat ik die vast kon maken. Toen we wegreden bij de garage, ving ik nog net een glimp op van de eigenaar die naar buiten kwam rennen en wild met zijn armen zwaaide. Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar toen ik oogcontact maakte via de spiegel met de ijsblauwe ogen van Zach, die nogal dreigend stonden, klapte ik mijn mond gelijk weer dicht. Nu was niet het moment om moeilijk te gaan doen, zeker nu we afhankelijk waren van twee jongens die we nog geen vierentwintig uur kenden.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now