Hoofdstuk 7.4

839 18 2
                                    

Ik griste mijn tas weer van de grond, maar hees hem dit keer niet op mijn schouder. Straks viel mijn schouder er nog eens af doordat het hengsel steeds in mijn vlees sneed. Mijn hart had gelukkig alweer zijn normale tempo aangenomen, maar ik was nog steeds behoorlijk geschrokken. Cameron had ik echt nergens zien lopen, hoe kon hij zomaar uit het niets opgedoken zijn? Ik was toch ook weer niet zó onoplettend? We liepen naar de voorkant van het gebouw en net toen we daar aankwamen, ging de deur open van het gebouwtje en klonk er naast het rinkelende belletje ook heel erg veel gelach. Zach kwam naar buiten lopen, met Olivia achter zich aan. Ze bleven beiden stilstaan toen ze ons zagen en Olivia keek me met een grote grijns aan.

“Kijk eens wie ik heb gevonden!” riep ze uit en gebaarde naar Zach. “Toevallig, hè?” Ze grijnsde breed en begon toen weer tegen Zach te praten, alsof er helemaal niets aan de hand was. Of ze zag de geschrokken uitdrukking op mijn gezicht gewoon niet.

“Nou, kijk eens aan,” mompelde Cameron terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg. “Ze waren gewoon hier. Geen probleem.” Hij haalde zijn schouders op en draaide zich weer om. Ik keek hem even na en zag hoe hij richting zijn auto liep. Vervolgens draaide ik me weer naar Olivia toe, die overdreven naar Zach zwaaide toen hij bij haar vandaan liep. In het voorbijgaan glimlachte hij vriendelijk, maar verlegen naar mij en liep toen ook richting de auto.

“Waar was je?” siste ik toen Olivia lacherig naar me toe kwam lopen. Vlak voor me bleef ze stilstaan en trok verbaasd haar wenkbrauwen op toen ze mijn toon hoorde. “Ik heb overal naar je lopen zoeken, O. Ik was doodongerust.” Voor een moment was ik er echt van overtuigd geweest dat ze spoorloos was verdwenen en dat ik alleen achterbleef.

“Relax, Zoë,” zuchtte Olivia terwijl ze haar arm om mijn schouder sloeg en ik mijn kaken op elkaar moest klemmen om de pijn te verbijten. “Ik zag Zach toevallig in de winkel en we gingen gewoon even naar achteren om te praten. Niets bijzonders.” Ze zwaaide weer overdreven naar Zach, die verderop tegen zijn auto leunde en naar haar stond te grijnzen.

“Je had het best wel even tegen me kunnen zeggen,” mompelde ik terwijl ik me weer los probeerde te trekken zodat ze mijn schouder niet langer aan kon raken. “Wat nou als ik je echt niet had kunnen vinden? Wat dan?”

Olivia wapperde met haar hand en rolde vervolgens met haar ogen. “Ik leef toch nog?” vroeg ze zuchtend. “Doe eens rustig, zeg.” Ze glimlachte weer even naar Zach en draaide zich toen naar me toe zodat ze me recht in mijn ogen aan kon kijken. “Luister eens naar me. Ik heb Zach verteld over ons probleem met de auto en hij heeft voorgesteld dat ze ons naar de garage brengen zodat we die kunnen vertellen waar onze auto staat. En dan kunnen we hem hopelijk laten ophalen en repareren. Is dat niet lief van ze?”

Ik fronste heel even. Dat had ze zo maar even bij twee wildvreemde jongens geregeld? Oké, ze waren niet volkomen wildvreemd, maar ik had niet verwacht dat ze ons zomaar richting de garage zouden willen brengen. Even keek ik opzij naar Zach, die nog steeds met een grijns op zijn gezicht tegen de auto stond te leunen. Achter het stuur zag ik Cameron zitten en hij keek ook even onze kant op.

“Dat is lief, ja,” zei ik uiteindelijk en knikte langzaam. “Willen ze dat echt doen?” Anders moesten we het er namelijk maar voor over hebben en gewoon lopend gaan, want ik wilde zeker Cameron en Zach niet op gaan houden omdat wij pech hadden met de auto.

“Natuurlijk, gekkie,” grinnikte Olivia terwijl ze me weer mee begon te trekken. Opnieuw deed ik mijn best om de pijn te negeren en keek haar met een zo overtuigd mogelijke glimlach aan. “Ze willen ons juist heel graag helpen. En nee, we hoeven er helemaal niets voor terug te doen.”

Ze grinnikte weer, liet me los en huppelde naar de auto toe, waar ze gelijk haar tas op de achterbank gooide zodra Zach de deur voor haar had opengemaakt. Ik liep langzaam achter haar aan en keek even vanuit mijn ooghoeken naar Zach, die me overduidelijk in de gaten hield toen ik bij de auto stond. Voorzichtig tilde ik mijn tas op de achterbank en stapte toen zelf ook in. Olivia was al op de achterbank geïnstalleerd en begon vrolijk tegen Cameron te praten, maar heel veel kreeg ik er niet van mee. Ik hield namelijk nog steeds mijn blik op Zach gericht, die de autodeur langzaam dichtgooide en me voor een paar seconden nog aankeek voor hij om de auto heen liep en zelf voorin ging zitten. Zijn blik had me rillingen gegeven, het was alsof hij het hele zaakje niet vertrouwde en er alles aan ging doen om me in de gaten te houden. Ik wendde mijn blik af toen de auto startte en besloot maar voor de rest van de rit naar buiten te kijken zodat ik niet nog een keer in die ijsblauwe ogen van Zach hoefde te kijken.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now