Hoofdstuk 4.1

1.4K 16 1
                                    

Mijn hand hing over de rand van de autodeur en ik spreidde zo af en toe mijn vingers om de wind die mijn hand tegenhield er tussen door te laten. De muziek klonk nog steeds hard en Olivia zong nog steeds heel hard mee. Zo af en toe neuriede ik ook mee met de liedjes die voorbij kwamen, maar luidkeels zingen zoals Olivia deed ik nog niet. Ik keek door de voorruit naar buiten, richting de zon die recht voor ons bezig was met ondergaan. Het was een prachtig uitzicht. De lucht was oranje, de wolken hingen in lange dunne slierten in de hemel en het was behoorlijk rustig op de weg waar we overheen reden. Olivia had expres voor een weg gekozen waar niet veel auto’s reden, op de snelweg zouden teveel mensen ons zien en dan zouden we misschien gepakt kunnen worden. Hier op de wegen waar we maar een paar auto’s tegen kwamen in het uur was het een stuk veiliger voor ons.

Ik wierp een blik op het kleine digitale klokje wat in de auto was geïnstalleerd. Volgens de cijfertjes waren we nu ongeveer zes uur op weg. Ik wist niet precies hoe lang Greenville rijden was, maar als ik de kaart goed had bekeken toen we weer langs een bord met plaatsnamen erop kwamen, waren we er ongeveer over een uurtje. De weg waar we langs reden was namelijk behoorlijk om. Hierdoor kwamen we wel langs allerlei kleine dorpjes waar we nog nooit eerder van hadden gehoord en konden we meer van de omgeving zien dan als we via de snelweg gingen.

“Dit is een leuk nummer!” riep Olivia opeens uit en draaide het knopje van de radio nog harder zodat de muziek me bijna doof maakte. Ik herkende het nummer als Fire van the Pointer Sisters, eentje die Olivia en ik wel vaker heel hard meezongen. Ik grijnsde even naar Olivia en tikte met mijn vingers mee op het ritme van de muziek. “Cause when we kiss, ooh, fire!” zong Olivia vreselijk vals mee en keek me vervolgens grijnzend aan. Ik grinnikte even om haar. Soms was ze echt zo gek.

Ik keek weer naar buiten en voelde me voor het eerst echt ontspannen. Het was fijn om met Olivia weg te zijn van alles, al hoopte ik dat het thuis ook goed ging. Toen we tien minuten onderweg waren, had ik Olivia laten bellen naar de kinderbescherming. Die hadden haar beloofd dat ze zo snel mogelijk langs zouden gaan om te kijken hoe het er thuis voorstond. Ik hoopte echt met heel mijn hart dat ze zagen dat Jerry niet in de goede omgeving opgroeide en hij naar een ander gezin moest gaan. Tegelijkertijd vroeg ik me ook wel af of mijn moeder al doorhad dat ik er vandoor was. Hoe zou ze reageren? Daar zou ik helaas nooit achter komen.

Olivia draaide plotseling de muziek wat zachter en keek me aan. “Heb je honger?” vroeg ze terwijl ze de rem iets indrukte zodat de auto minder hard ging rijden. “We kunnen wel even stoppen voor we in de stad zijn.” Ze knikte voor zich uit en ik volgde gelijk haar blik. Verderop zag ik een gebouw wat ik door het neonverlichte bord herkende als een wegrestaurant. Gelijk knikte ik. Honger had ik zeker wel. “Dan doen we dat,” knikte ze en liet de auto zodra we bij het wegrestaurant waren rechtsaf slaan.

We reden over de zanderige parkeerplaats tot Olivia een plekje had gevonden waar ze de auto kon parkeren. Ik zag een paar mannen die buiten bij hun motoren stonden blikken op de auto werpen. We vielen nogal op met deze lichtblauwe Cadillac uit het jaar nul, of uit welke tijd hij ook precies kwam. Ik kon het dus ook wel begrijpen toen de mannen verbaasd keken toen ze twee jonge meisjes uit de auto zagen stappen. Beschaamd sloeg ik mijn ogen neer en liep zo snel mogelijk richting de ingang, maar ik had zo’n idee dat Olivia alleen maar aan het uitsloven was met onze gestolen auto. Ik duwde snel de deur open en liep naar binnen, Olivia volgde me en haalde me vervolgens in zodat ze voor ons een tafeltje uit kon zoeken. We ploften tegenover elkaar neer op twee kleine bankjes en ik keek even de ruimte door. Het was redelijk bevolkt hier, voornamelijk met oude mannen die waarschijnlijk truckers waren en zo hier en daar een gezin of mensen die alleen zaten.

Na een paar minuten kwam er al een serveerster naar ons toe die een schattig wit schortje om haar middel had gebonden en een jurkje droeg met pofmouwtjes. Als ik niet beter had geweten, kon ze ook zo uit de jaren vijftig zijn gestapt. Toen ze ons vroeg wat we wilden bestellen, zeiden we allebei tegelijkertijd pizza. Grijnzend keek ik Olivia aan, die aan het lachen was. Pizza was altijd al het eten geweest wat we samen bestelden. Als we ergens gingen eten, was het pizza en niets anders. De serveerster ging weg en liet ons weer alleen achter.

“Ik heb er zin in, Zoë,” zei Olivia glimlachend. Ze legde haar hand met haar handpalm naar boven op de tafel en ik legde gelijk mijn hand daar bovenop. “Eindelijk kunnen we onze eigen weg gaan en er is niemand die ons tegen kan houden.” Ze kneep zachtjes in mijn hand en liet hem toen weer los.

Ik knikte even. “Niemand die ons tegen kan houden,” herhaalde ik haar met een glimlach. Daar had ze wel gelijk in. Er was echt niemand meer die ons tegen kon houden en ons kon zeggen wat we moesten doen. Geen ruzies meer, geen rottige thuissituaties. Alleen Olivia en ik die samen op reis gingen, om hopelijk op een gegeven moment in de stad van onze dromen uit te komen, waar we dan ons nieuwe leven eindelijk konden beginnen. Met zijn tweeën en niemand anders.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now