Hoofdstuk 2.6

1.6K 7 1
                                    

“Zoë, ik meen het,” gromde hij nog steeds veel te luid. “Ik laat je niet gaan.” Hij voegde de daad bij zijn woorden door mijn beide polsen beet te pakken en zich naar me toe te trekken. Op dat moment realiseerde ik me ook dat ik het nu gelijk een stuk moeilijker voor mezelf had gemaakt door naar beneden te gaan. Op deze manier kreeg Ben eigenlijk precies wat hij wilde.

Ik voelde zijn adem zachtjes tegen mijn gezicht blazen toen hij me tegen zich aan getrokken had. Naast zijn bekende en vertrouwde geur rook ik ook alcohol en natuurlijk de rooklucht die de laatste tijd steeds vaker rond hem hing. Hij keek me aan, zijn blik wendde hij geen seconde van me af en ik voelde me gevangen. In mijn hoofd probeerde ik er tegen te vechten en mijn gevoelens voor hem uit te schakelen, maar dat werd een stuk moeilijker met Ben zo dicht bij me.

“Ben,” fluisterde ik en schudde mijn hoofd. “Ik zei dat het niet meer kan. Wij kunnen niet meer. Je kunt me niet bij je houden als ik niet meer bij je wil zijn.” Hoe ik het zo gemakkelijk kon uitbrengen bleef voor mij een raadsel op dat moment.

Ik voelde Ben me hardhandig achteruit duwen terwijl hij mijn polsen nog steeds stevig vasthield. Tegen de muur naast de voordeur kwam ik tot stilstand, mijn rug maakte een harde klap door de kracht die Ben zette, maar ik verbeet de pijn. Zijn gezicht kwam dichterbij dat van mij en opnieuw voelde ik zijn adem tegen mijn huid blazen. Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat Ben eindelijk weer begon te praten. We stonden alleen maar naar elkaar te kijken, Ben vol ongeloof en ik vol angst omdat ik bang was dat hij kwaad zou worden.

“Heb je een ander?” vroeg hij opeens met een kwade ondertoon. Ik voelde gelijk zijn greep om mijn polsen verstevigen. “Zeg het eerlijk of je een ander hebt of niet. Zeg me eerlijk of je een hoer bent of niet, Zoë.”

De tranen sprongen in mijn ogen toen ik hoorde wat hij zei. Langzaam schudde ik mijn hoofd en probeerde de tranen weg te knipperen. “Ik heb geen ander, Ben. Ik…” Ik slikte even en voelde de eerste traan al over mijn wang stromen. “Ik wil gewoon niet meer bij je zijn. Je bent anders…”

“Jij bent anders!” schreeuwde hij en liet mijn polsen opeens los. Hij beende bij me weg, maar bleef na een paar meter weer stilstaan zodat hij zich om kon draaien. Hij wees met zijn wijsvinger naar mij. “Je liegt,” siste Ben kwaad. “Je bent gewoon een hoer.”

Elke keer als hij dat woord weer zei stak het. Zo was ik helemaal niet. Ik wilde nooit een ander hebben toen ik ook met Ben was. Ik had er zelfs nooit aan gedacht, laat staan het ook echt doen. Daarom deed het me zo vreselijk pijn dat hij me er nu van beschuldigde.

“Ben, echt niet,” probeerde ik terwijl ik mijn hoofd weer schudde, maar hij leek niet eens meer naar me te luisteren. Tierend liep hij het pad af richting de straat en haalde toen met zijn voet uit naar de prullenbak die in onze voortuin stond. Ik kromp in elkaar toen ik de ijzeren deksel met een luid gerammel op de straat terecht hoorde komen. Als er nu nog niemand wakker was geworden, dan was dat echt een wonder.

“Weet je wat?” schreeuwde hij toen hij midden op de straat stond. “Het maakt me ook niets meer uit. Je doet het maar, Zoë. Neuk met die andere kerel en zet mij maar opzij. Ik hoef je ook niet eens meer! Voor mij ben je dood.” Toen beende hij kwaad weg en was binnen een paar seconden in het donker verdwenen.

Met grote ogen staarde ik naar de plek waar hij net nog stond. De woorden die hij als laatst had uitgesproken deden me zo erg pijn dat ik het gewoon niet voor elkaar kreeg om van mijn plek te komen. Ik stond nog steeds tegen de muur gedrukt en voelde zowel fysieke pijn aan mijn rug als mentale pijn door zijn woorden. Hij had mijn hart er in één keer uitgerukt en me achtergelaten met een groot gapend gat. Ik kon het bijna niet geloven dat hij het echt tegen me gezegd had. Dat hij het überhaupt durfde te denken dat ik zoiets zou doen. Ik was altijd trouw aan hem gebleven en hij had het zelf verkloot door het verkeerde pad in te slaan. En dit was wat ik er voor terug kreeg.

Langzaam zette ik me af tegen de muur en liep richting de voordeur. De tranen stroomden inmiddels in rap tempo over mijn wangen en bleven even aan de onderkant van mijn gezicht hangen voor ze naar beneden vielen en de grond raakten. Ik sloot de voordeur achter me en strompelde als verdoofd de trap weer op richting mijn slaapkamer. Opnieuw galmden de woorden door mijn hoofd en voelde ik de pijn op de plek waar ooit mijn hart nog zat alleen maar verergeren. Zodra mijn lichaam het bed raakte, begon ik hard te huilen.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now