Hoofdstuk 8.6

710 17 3
                                    

Toen ik de winkel bereikt had, duwde ik snel de deur open en liep gehaast naar binnen. Mijn blik schoot vlug door de winkel. Rechts was de kassa met daarachter een man, de rest van de winkel was ingericht door middel van lange schappen die tot diep achter in de winkel reikten. Mijn taak was dus om de verkoper zo af te leiden dat de anderen ongemerkt eten mee naar buiten konden nemen. Ik glimlachte vriendelijk naar de man en liep toen gespannen naar achteren toe, richting de potten die Olivia me van buiten de winkel had aangewezen. Daar moest ik net zolang blijven totdat de man naar mij toe zou komen om me te helpen.

Ik besloot zo ver mogelijk in het hoekje van de winkel te staan, bij de afdeling waar alle potten met groentes stonden. Ik hield er niet eens van, maar dit was mijn taak en dus moest ik maar doen alsof het voor mij de meest moeilijke kwestie was om tussen doperwten of sperziebonen te kiezen. Ik bleef stilstaan en begon op mijn meest overdreven manier alle potten stuk voor stuk te bekijken. Om de tijd wat te doden telde ik ze ook allemaal, al bleef ik alert en schoot zo af en toe mijn blik richting de deur van de winkel, die ik net tussen de schappen door kon zien.

Toen ik bij pot nummer zesendertig was, kuchte ik een paar keer en zuchtte overdreven alsof het echt heel moeilijk voor me was. Wonder boven wonder leek dit te helpen want al snel hoorde ik slome voetpassen mijn kant op komen. De man verscheen en trok zijn wenkbrauw op terwijl hij me uiterst geïnteresseerd in zich opnam. Ik wist niet of hij dat nou deed omdat het nogal merkwaardig was dat er een meisje helemaal in haar eentje in zijn winkel stond of dat ik het eerste vrouwelijke volk in tijden was.

“Kan ik je ergens mee helpen, meissie?” vroeg hij met een bromstem. Hij klonk geïrriteerd. Was het omdat ik hier al meer dan vijf minuten in de winkel stond en meer interesse toonde in potten groente dan een gemiddeld persoon zou doen?

Ik haalde mijn schouders op en keek naar de potten. Nu was het tijd om een verhaaltje te verzinnen zodat ik hem even bezig kon houden. “Nou,” begon ik aarzelend. “Ik zoek eigenlijk iets wat heel lang bewaard kan blijven.” Ik gebaarde naar de potten en keek de man weer aan, die leunde tegen één van de schappen.

“Ze zijn allemaal lang houdbaar,” bromde hij. “Daarvoor zijn het ook vacuüm gesloten potten.” Er klonk iets van sarcasme in zijn stem. Domme vraag dus, maar ik had werkelijk geen idee wat voor andere vragen ik hem kon stellen om hem de komende paar minuten bezig te houden.

“Natuurlijk,” antwoordde ik knikkend en keek even langs de man richting de deur. Die zag ik op dat moment open gaan en twee personen naar binnen glippen. Het zou me niets verbazen als Cameron zich toch teruggetrokken had en Olivia en Zach nu samen op missie waren om de halve supermarkt leeg te roven. “Welke vindt u zelf het lekkerst?”

Ik probeerde mijn gezicht zo serieus mogelijk te houden bij het stellen van die vraag. Het was overduidelijk dat de man er echt geen zin in had om dit soort vragen te beantwoorden. Hij haalde zijn schouders op en trok een pot uit het schap waarvan ik vrijwel zeker wist dat hij niet eens de moeite had gedaan om echt iets uit te zoeken wat hij lekker vond.

Ik pakte de pot van hem aan en draaide hem een paar keer rond in mijn handen. Het waren wortels. Liet dat nou net de groente zijn die ik eigenlijk het meest smerig vond. Maar ik moest in mijn rol blijven. Ik knikte opnieuw en keek hem weer aan. En nu? Een heel verhaal over wortels ophangen zat er voor mij niet in, want mijn kennis over deze groentes was echt nihil.

Achter de man zag ik Oliva langs rennen met haar armen vol verschillende etenswaren. Zach volgde haar, met zoveel dingen dat er even een raar gevoel door mijn maag ging omdat ik bang was dat hij straks alles zou laten vallen. Ze vluchtten weer richting de deur, die openging – waarschijnlijk door Cameron die toch nog enige rol in dit geheel uitmaakte – en weer sloot waardoor ik wist dat de kust inmiddels veilig was.

Snel schoof ik de pot weer terug in het schap en haalde even mijn schouders op. “Misschien moet ik toch maar voor iets anders gaan,” mompelde ik en glipte snel langs de man. Ik hoorde zijn voetstappen gelijk, hij achtervolgde me natuurlijk tot ik iets zou uitkiezen wat ik wel zou willen meenemen.

Het probleem was echter dat ik geen geld bij me had en hem dus op één of andere manier moest zien kwijt te raken zonder dat hij me ergens van zou verdenken. Dat was misschien wel de meest lastige opgave van het geheel. Ik wierp vlug een blik over mijn schouder naar de man en wist gelijk al zeker dat me zoiets niet zou lukken. In een vlaag besloot ik daarom maar gewoon regelrecht richting de uitgang te lopen. Ik kon niets anders.

Schijn bedriegtWhere stories live. Discover now