Hoofdstuk 71

1.3K 94 4
                                    

De rest van de lange autorit hadden we het niet meer over koning Julian gehad.

Casper heeft zijn knoopjes dichtgedaan en de meeste kreukels uit zijn bloes recht gestreken.

De broodjes die koning Julian voor ons heeft klaargelegd hebben we niet eens aangeraakt. Mijn maag knort wel net als die van Casper.

"Ik heb zoveel zin in Rosmerta's kookkunsten. Haar appeltaart. Milo, die moet je een keer proeven", zegt Casper en hij likt zijn lippen af.

Mijn maag begint precies op dit moment te knorren.

Ik lach, "zal ik doen."

Casper lacht ook. "Goede timing."

"Jep."

Onze luchtige gesprekken vallen later ook stil. We hebben niets meer om over te praten. We kijken allebei naar buiten.

Ik vind het niet erg dat we niet praten. Ik ben allang blij dat we samen zijn.

De sfeer in de auto is prettig. Vooral nu alle spanningen weg zijn en Casper en ik gewoon kunnen ontspannen. We kijken allebei naar buiten.

We naderen het paleis. De omgeving herken ik van de heenweg. Het duurt niet meer lang en dan zijn we er.

Ik vraag me echt af hoe Caspers moeder zal reageren nu ze Casper weer ziet. Toen we vertrokken stond ze helemaal in tranen. Dat was drie dagen geleden. Het voelt echt aan als een week.

Ik herinner mijn beloofde aan Cassandra over dat ik op Casper zal letten.

Ik kijk naar Casper en voel me meteen schuldig. Ik heb niet op hem gelet. Ik kon het niet. En nu komt hij vies thuis en ziet ze dat ik gefaald heb. Wat zal ze niet van mij vinden?

Ik slik even.

Casper merkt dat ik naar hem kijk. Hij draait zijn hoofd naar mij om.

Ik blijf lang genoeg kijken om heel even te glimlachen en kijk dan weer weg. Het snel weg kijken had toch geen zin gehad.

We rijden mijn oude dorp door. Niet door mijn oude straat, maar ik zie mijn oude huis boven de andere huizen uitkomen.

De herinnering aan dat huis laat veel emoties los. Vooral verdriet. Ik mis mijn ouders. Hoe graag ik ze nu wil vertellen wat er allemaal gebeurt is is enorm.

Maar ook verdriet om mijn stiefmoeder. Ik wilde haar echt een kans geven. Zij wilde dat gemerkt te hebben niet. Ik heb nooit gewild dat alles zo uit de hand zou lopen. Ik weet ook wel dat ik nu veel gelukkiger ben dan eerst. En ik ben heel dankbaar voor alle mogelijkheden die ik heb gekregen.

Door Casper heb ik nu een baantje en woon ik niet meer bij mijn stiefmoeder. Ik heb nu een geweldige vriendschap met hem en misschien nog wel meer. Ik hoop dat het meer wordt. En dat allemaal terug te brengen naar één stom bal.

Ik mis het huis waar ik in opgegroeid ben nog steeds. Ik mis zelfs mijn stiefmoeder die mij zo verschrikkelijk heeft mishandeld. Ik weet niet of dat goed is. Alsof ik nu alles heb en nog steeds ontevreden ben. Dat ik egoïstisch ben, omdat ik het beide wil. Ik had zo graag een goede band met mijn stiefmoeder gehad. Zij was het enige wat ik nog van mijn vader over had samen met zijn huis. Nu heb ik het huis niet meer en die band met mijn stiefmoeder heb ik ook nooit gehad. Ik heb alleen nog de herinneringen aan mijn ouders.

Ik voel Caspers hand op de mijne. Wanneer heeft hij mij vast gepakt?

Ik kijk vanaf onze handen naar Casper.

"Alles goed?" vraagt hij zachtjes.

Ik knik. De brok die ik in mijn keel voel opkomen probeer ik door te slikken.

"Ja." Ik klink haperig.

Casper schenkt mij een troostende glimlach.

Ik kijk weer naar buiten.

Ik kan nu geen gesprek aan.

Niet veel later rijdt de auto de binnenplaats van het paleis op.

Het is heel stil en er is niemand. Het verschil wordt vooral versterkt nu ik gewend ben dat overal soldaten zijn.

Als de auto is gestopt en Casper en ik de auto al uit zijn gestapt komen pas wachters aangerend.

Het voelt zo goed om het uniform van ons eigen land weer te zien. Het maakt dit alles nog echter. We zijn echt thuis!

Alle wachters buigen diep.

"Uwe majesteit," zegt de voorste wacht verbaast, "wat is het fijn dat u terug bent."

"Dank u", zegt Casper. "Het is allemaal aan Milo te danken."

Ik voel mijn vangen rood worden. Waarom moet hij mij zo in het middelpunt van de aandacht zetten? Hij heeft gelijk, maar toch.

Ik zie Casper in mijn ooghoek grijnzen.

"Wilt u mijn ouders halen? Ik denk dat ze heel blij zullen zijn", zegt Casper vrolijk.

De voorste wacht buigt weer. "Maar natuurlijk", zegt hij en rent weg.

"Majesteit?" vraagt een van de overgebleven wachters.

Casper knikt. "Ja?"

"Het spijt me dat ik het vraag, maar gaat de oorlog door?" vraagt de man.

Casper schudt zijn hoofd. "Dankzij Milo niet", zegt hij trots.

De man knikt en zuchten opgelucht.

Ik zie de andere mannen verbijstert kijken. Voor heel even maar, maar het voelt toch niet fijn. Ik begrijp hun wel. Ik zat met de zelfde vraag in mijn hoofd als zij zich nu waarschijnlijk afvragen.

De deuren van het paleis slaan open en Caspers ouders rennen het paleis uit.

Zodra hun ogen op ons vallen rennen ze direct onze richting op.

Hun blijdschap is van mijlenver aftelezen.

Ze rennen de armen van Casper in en omhelzen hem. Ik sta een beetje aan de zijkant. Een vlaag van jaloezie komt over mij heen. Ik wil dit ook hebben.

Dan wordt ik ook in de knuffel getrokken. Ik kon niet zien wie mij erbij trok, maar ik denk Cassandra. Zij stond het dichtstbij.

Een warm gevoel vult mij vanbinnen. Ik hoor er bij.

Caspers vader is de eerste die los laat. Daarna volg ik. Ik doe een stap naar achter om de rest wat ruimte te geven.

Hendrik knikt goedkeurend naar mij. Ik glimlach ligt en kijk weer naar Casper en Cassandra.

De tranen rollen over Cassandra's wangen.

Na een tijdje trekt Casper zich los, maar Cassandra is duidelijk vastbesloten Casper nooit meer los te laten en houdt nog steeds Caspers hand vast.

Ondertussen zijn er een heleboel mensen gekomen om naar ons te kijken.

De wachters proberen de mensen op afstand te houden, maar ze komen steeds dichterbij.

"Wat is er gebeurt?" vraagt Cassandra bezorgt. "Hoe kom je zo vies? - Casper je ziet er moe uit. Je moet in bad. - Hoe was het in Duitsland? - Heeft die koning jullie dingen laten doen die jullie niet wilde? - Ik was zo ongerust." Cassandra ratelt maar door. Ze bekijkt ons allebei grondig.

"Laten we eerst maar even naar binnen gaan", zegt Hendrik serieus.

Cassandra kijkt nu ook om zich heen. Ze lijkt verast alsof ze hun nog niet heeft opgemerkt. Ze zijn ook snel bij een gekomen.

Cassandra knikt naar haar man. "Kom jongens naar binnen", zegt ze alsof het haar eigen idee was.

In het kantoor van Hendrik laat Casper mij als eerst mijn verhaal doen.

Wanneer Casper moet vertellen houdt hij het kort en simpel. Hij laat de cel en de gevangen burgers weg uit zijn verhaal en verteld dat hij koning Julian geen een keer gezien had. 

Cinderella but than different ✅Where stories live. Discover now