Cinderella but than different ✅

hoofdstuk 11

Ik loop de balzaal weer in en tot mijn opluchting loopt niet iedereen meteen naar mij toe. Ze staan allemaal bij een meisje. Ik moet stiekem een beetje lachen.

De rest van de avond ging snel voorbij. Ik reed met de kaasboer en zijn twee dochters mee terug naar ons dorp. "Omg! je hebt gewoon met de prins gedanst", zegt Olivia opgewonden als we in de auto zitten. "Ja", zeg ik met een stom nerveus lachje. "Hoe was het? vertel!" zegt Cara. "uhh... het was wel uhhh... gezellig", zeg ik. Ik wil niet dat ze het allemaal weten. Ik wil het voor me zelf hebben. Iets dat alleen mij en Casper iets aangaat. "Gewoon gezellig", herhaald Cara mij en ze trekt een wenkbrauw op. "Ja", zeg ik. "Kom op! Vertel! Was het romantisch? Is hij grappig?" vraagt Olivia. "Kom op meiden laat Milo met rust", zegt de kaasboer. Dank je zeg ik geluidloos tegen hem. Ik heb nu echt geen zin om te praten. Hij knikt.

Als we terug zijn in ons dorp zet de kaasboer me af voor mijn huis. Ik loop direct naar mijn zolder en val meteen in slaap.

"Milo!" Ik wordt wakker door mijn stiefmoeder die me van beneden roept. "Wat is er?!" roep ik terug met mijn ogen nog dicht. "Waar blijft mijn ontbijt?" roept ze. En ik ben weer terug in de realiteit. "Ik kom er aan!" roep ik.

Ik stap uit mijn bed. Kleed me zelf snel aan en loop naar de keuken voor het ontbijt van mijn stiefmoeder. 'Kan ze het niet zelf maken', mopper ik. Tegen me zelf. Met tegenzin bak ik een eitje en pak wat brood.

Ik breng het ontbijt op een dienblad naar mijn stiefmoeder. Als ik weer uit haar kamer kom heb ik weer voor de rest van de dag een berg met klusjes. Soms verbaast het mij hoe ze me altijd aan het werk kan zetten. Maar toch lukt het haar ook al heb ik alles al gedaan. Dat dacht ik altijd dan.

Ik maak mijn eigen ontbijtje dat bestaat uit vier boterhammen en geef dan de dieren eten. Dat vind ik het leukst om te doen. Ze geven je geen opdrachten. Ze zeuren niet aan je hoofd. Ze verwachten niks van je. Alleen dat je ze op tijd eten geeft en toch houden ze van je.