hoofdstuk 47

1.4K 90 2
                                    

Er wordt op mijn deur geklopt. Ik weet niet hoe ik het merk want ik lag nog te slapen, maar iemand klopt op de voordeur.

Met mijn haar nog door de war en alleen mijn zwarte boxershort aan loop ik naar de voordeur. Ik ben nog te moe om me zorgen te maken over hoe ik er uit zie.

Langzaam maak ik de deur open. Ook al zijn mijn ogen net spleetjes omdat ze nog aan het felle licht moeten wennen, zie ik heel goed dan Casper in de deur opening staat.

"Oh sorry", zegt Casper en hij wilt zich omdraaien. Ik ben me er ineens pijnlijk van bewust hoe ik er uit moet zien. Ik ben meteen klaar wakker. "Nee, nee", zeg ik snel. "Ik ben de gene die sorry moet zeggen."

"Wacht even", zeg ik en sluit de deur. Ik ren snel naar mijn kamer en pak een T-shirt en mijn grijze broek. Dit is zo gênant.

Onderweg terug naar de deur trek ik mijn broek aan. Ik open de deur en trek gelijk het T-shirt naar beneden.

"Sorry", zeg ik. "Ik was net wakker." Dit is zo beschamend. "Dat merkte ik", zegt hij lachend.

"Je haar zit nog niet goed", zegt hij. Ik ga snel met mijn hand naar mijn haar. Het staat volgens mij helemaal overeind. Ik probeer het een beetje te fatsoeneren.

"stop", zegt hij lachend. "Je maakt het alleen maar erger."

Dit is zo stressend. Waarom wil precies vandaag mijn haar niet goed zitten? Volgens mij heeft het nog nooit zo erg gezeten. Ook al heb ik nog niet in de spiegel gekeken kan ik gewoon zien aan de manier waarop Casper er naar kijkt dat het verschrikkelijk is.

Ik loop naar de spiegel die in mijn kleine badkamertje zit. De deur laat ik open. Ja hoor. Mijn haar staat recht overheid. Ik pak mijn kammetje en borstel het door. Casper staat in de deuropening. Hij lacht. Waarschijnlijk omdat ik zo stom doe.

"Daar heb je meer voor nodig dan alleen een kam", zegt hij lachend.

Ik kijk naar hem en terug naar mijn spiegelbeeld. Hij heeft gelijk, maar ik kan nu niet douchen. Dan moet Casper nog langer wachten en iets anders weet ik niet.

Casper loopt naar het kastje dat naast de wasbak staat. Hij kijkt er een beetje doorheen. Dan pakt hij een potje uit het kastje dat me eerder nog niet is opgevallen.

"Dit Milo", zegt hij dramatisch. "Is van levensbelang." Ik kijk hem vragend aan. Hoe kan een potje met ik weet niet wat er in van levensbelang zijn? Of is het gek dat ik me dit afvraag en heeft Casper gewoon gelijk?

"Uh, oké", zeg ik. "Wat is het?" Ik weet ook wel dat het een of ander haar middel moet zijn, maar toch. "Hiermee zal je nooit meer haarproblemen hebben", zegt hij op een manier alsof hij in een reclame thuis hoort. "Het werkt altijd en je haar zit elke dag goed."

"Oké", zeg ik lachend. "Ik gebruik het zelf en het wordt er niet vettig door ofzo. Alleen maar heel zacht", gaat hij verder en gaat overdreven met zijn hand door zijn haar. Doordat hij zijn hoofd een beetje schuin houdt is zijn perfecte kaaklijn nog beter te zien.

"Oké. Hoe werkt het?" vraag ik lachend. Ik probeer me op het haar product te concentreren in plaats van zijn kaaklijn.

"Je pakt gewoon een kloddertje van dit witte spul en brengt het aan hoe je je haar wilt hebben. Het lijkt alsof het van naturen zo valt en de rest van de dag heb je er geen omkijken meer naar", legt hij uit en hij heeft gelijk. Caspers haar ziet er inderdaad uit alsof het van naturen gewoon zo zit.

Ik pak wat van dat witte spul en doe wat Casper had gezegd. Casper kijkt naar mij via de spiegel. "Als ik het niet goed doe moet je dat zeggen", zeg ik. Hij knikt. "Je doet het uitstekend."

Als mijn haar eindelijk goed zit vraag ik: "Waarom ben je eigenlijk gekomen?" "Ik kwam je ophalen." "Oh zijn we dan nu niet te laat?" "Nee, ik was iets te vroeg", zegt hij.

"Waar kom je me eigenlijk voor ophalen?" Ik weet het echt niet. Het kan dat ik het niet weet omdat het ochtend is of omdat ik het gewoon vergeten ben. Het maakt ook niet uit. Casper komt mij ergens voor ophalen en ik hoor te weten waarvoor. Ik voel me nu zo dom.

"Dat weet je wel", zegt hij lachend. Ik lach mee. "Oh ja klopt." Het is er al uit voor ik er erg in heb. Fijn nu weet ik nog steeds niet waarvoor. Maar ik kan het nu niet nog een keer vragen.

"Zullen we dan maar gaan?" vraagt Casper. "Ja, wacht heel even", zeg ik. Oké Milo, gewoon mee spelen en het komt goed. "Nog heel even wat eten pakken."

Ik loop naar mijn kleine keukentje en pak een paar boterhammen. Ik doe er een plakje kaas op.

Ik pak mijn grijze sneakers en doe ze aan terwijl ik ondertussen van mijn brood eet.

"We kunnen", zeg ik.

We lopen de gangen van het kasteel door totdat we bij een kamer komen die ik maar al te goed herken. Het is de kamer waar al mijn kostuums vandaan komen.

Casper duwt de grote deur van de kamer open.

Er staan twee paspoppen in het midden van de kamer. Ze hebben allebei een jurk aan. De rechter een roze en de linker een blauwe. Voor de rest zijn ze precies het zelfde. De jurken hebben een lange rok en een off the shoulder top. Het laat me denken aan een film die ik ooit gezien had toen ik klein was. Waarin een meisje voor honderd jaar moest slapen en dat drie feeën over de jurk ruzie maakten. Ze kwamen er maar niet uit of hij roze of blauw moest zijn.

"Ik kon niet kiezen welke van de twee", zegt Casper en loopt naar de jurken toe.

"Het zijn mooie jurken", zeg ik. Hij knikt. "Welke vind jij het mooist?"

"Deze moet ik vandaag aan, he?" vraag ik voor de zekerheid. "Jep", zegt hij trots. Ik denk even na. "De roze", antwoord ik dan.

Hij pakt de roze jurk van de paspop, maar in plaats van hem aan mij te geven stopt hij het in een tas.

Ik kijk hem vragend aan. "Waarom stop je het in die tas?" "Mijn moeder vermoord me als ze ziet dat je dit op het festival draagt", zegt hij lachend.

Het festival voor weeskinderen dat was het.

Cinderella but than different ✅Where stories live. Discover now