hoofdstuk 33

1.6K 100 8
                                    

We zitten nog in de keuken van het woongedeelte van Casper en zijn ouders.

Het duurde niet lang voordat een van de bediendes naar ons toe kwam om te vertellen dat de kamer klaar was. "Uw tas staat er ook al", zei ze er bij. Daarmee bedoeld ze de tas die ik heb moeten afgeven aan een van de bewakers.

"Ik geef je eerst een rondleiding en dan gaan we naar je kamer", zegt Casper. "Of andersom dat kan ook. Wat jij wilt." zegt hij enthousiast. "Ik vind die rondleiding en dan de kamer wel goed", zeg ik glimlachend. Zijn enthousiasme is aanstekelijk. 

"Hoe je bij de balzaal moet komen weet je waarschijnlijk al", zegt hij. "En hoe je daar verdwaald ook", voegt hij er lachend aan toe. Ik lach. "Ja", zeg ik. "Goed laten we dan naar de grote keuken gaan", zegt hij.

Ik volg Casper door het doolhof van gangen. Ik probeer ze zo goed mogelijk te onthouden, maar ze lijken allemaal zo veel op elkaar. "Hoe kan het dat je hier niet verdwaald?" vraag ik. "Jaren lange ervaring en stiekeme uitstapjes als je geen koekje mag", zegt hij lachend. 

"We zijn er bijna", zegt hij als we de zoveelste gang in zijn gegaan. 

Casper maakt een grote deur open en een walm van etensgeur komt op ons af.

De keuken is immens groot. Met allemaal lange tafels met fornuizen waarboven pannen hangen. "Wow", fluister ik. "Ja ik weet het", zegt Casper terug.  

"Hey Casper", zegt een vrouw van middelbare leeftijd. "Hey Cesillia", zegt Casper en hij loopt naar haar toe. "Cesillia dit is Milo. Milo dit is Cesillia", stelt Casper ons aan elkaar voor. "Hallo", zeg ik en steek mijn hand uit. Cesillia veegt haar hand eerst even af aan haar schoort dat om haar middel hangt en schud vervolgens mijn hand. 

"Wat maak je?" vraagt Casper en hij wipt van zijn tenen naar zijn hielen als een klein kind. "Muffins. Willen jullie er een ze zijn net uit de oven", zegt ze. "Ja", zegt Casper voor ons beide. 

Cesillia geeft ons de muffins aan. Ze zijn nog warm. Ik neem meteen een klein hapje. "Deze zijn echt lekker", zeg ik. Cesillia glimlacht. "Even lekker als altijd", zegt Casper. "Dat is mooi", zegt ze.

Als de muffins op zijn vertrekken we weer uit de keuken. "Kom weer eens vaker langs. Je wordt veel te mager", zegt Cesillia tegen Casper. "Leuk je te hebben ontmoet Milo", voegt ze er achter aan toe. "Ja, zal ik doen", zegt Casper. "U ook", zeg ik.

Casper neemt me mee naar de sportschool dat te vergelijken is met een gymzaal, alleen dan in hun huis. Ook laat hij mij het kantoor van zijn ouders zien, waar de slaapvertrekken zijn van de bediendes en wachters en de meeste gastenkamers.

"Oké nu jou kamer", zegt Casper. We waren kennelijk helemaal aan de andere kant van het kasteel, want het was een heel stuk lopen om weer naar de vertrekken te gaan van Casper en zijn ouders. 

Mijn kamer is inderdaad vlak naast de vertrekken van Casper en zijn ouders.

"Jou kamer", zegt Casper trots als we voor een simpele deur staan. Hij pakt een sleuteltje uit zijn zak en maakt de deur dan open. 

We komen meteen in een ruimte terecht waar een bank in staat, een stoel, een grote houten eettafel en drie deuren in staan. Een aan de linkerkant en twee aan de rechterkant. Ik sta versteld van de grote. "En dit noem je een kamer. Ik zou eerder appartement zeggen", zeg ik. "Fijn dat je het leuk vind", zegt Casper. "Leuk?! Ik vind het geweldig. Dit is meer dan ik ooit had durven hopen", zegt ik. "Ja vind je. Is het niet te klein? Ik weet hoe groot het bij jou thuis is en ik dacht misschien is dit te klein", zegt hij een beetje zenuwachtig. "Te klein ben je mal", zeg ik. "Dit is alles behalve te klein." 

"Oke kom ik laat je de keuken, badkamer en slaapkamer zien", zegt hij. In die volgorde gaat het ook. Casper laat mij eerst de keuken zien. De keuken is de deur aan de rechterkant het verst van de voordeur. Het is best simpel, maar meer heb ik niet nodig. De deur daar naast is de badkamer die is vergeleken de keuken heel groot. Er zit een bubbelbad, een douche, een grote wasbak en natuurlijk een wc in.  

"Je slaapkamer", zegt Casper en hij maakt de derde deur open. De deur aan de linkerkant. Er staat een groot tweepersoonsbed in met aan allebei de kanten een nachtkastje een grote mooie kast die bij het bed past en een spiegel waar je je zelf helemaal in kunt zien. 

"Casper dit had allemaal echt niet gehoeven", zeg ik en ga op het bed zitten. "Ja wel", zegt hij en komt naast mij zitten. "Je hebt hulp nodig en ik ga je die geven", zegt hij. "echt waar?" vraag ik. "Ja", zegt hij vastberaden. "Wil je dan niet weten wat er is?" vraag ik. Ik wil het niet vertellen, maar hij vraagt er maar niet naar en doet zo zijn best. Ik ben hem gewoon een verklaring verschuldigd. "Milo. Als je er over wilt praten zou ik luisteren zo niet wil ik niet de genen zijn die gaat aandringen." zegt hij en legt zijn hand op de mijne. "Dank je", zeg ik.  

Ik wil mijn hoofd nu zo graag op zijn schouder leggen en zo dan de hele tijd blijven zitten, maar ook weer niet. Ik weet niet waar die aandrang vandaan komt. Ik vind hem niet leuk of wel. Ik weet het niet. Ik dacht altijd dat ik meisjes leuk vond, maar nu ineens weet ik dat niet meer zo zeker. Waarom zijn gevoelens zo moeilijk! 

En als ik hem toch leuk vind. Dan is er altijd nog die kans dat Casper mij helemaal niet leuk vind. Straks valt hij op meisjes en niet op jongens. En als hij op jongens valt moet hij ook nog op mij vallen, dat is waarschijnlijk nog het moeilijkste deel. 




Cinderella but than different ✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu