hoofdstuk 43

1.4K 90 26
                                    

"Dus je hebt een baantje als dienstjongen?" zegt Casper plagend. "Wie heeft dat woord eigenlijk bedacht? Dienstjongen, daar heb ik echt nog nooit van gehoord." "Ik ook niet", beken ik.

"Je bent nu vrij toch?" vraagt Casper. "Ja." "Wil je met mij en mijn ouders mee eten? Ik mag bepalen wat we gaan eten." Hij grijnst. "Ja, is goed", antwoord ik.

"Dus wat gaan we eten?" vraag ik. "Dat weet ik dus nog niet", zegt Casper. Ik lach. "suggesties?" vraagt hij. "Uhm, Wat heb je in huis?" vraag ik. "Alles", antwoord hij lachend. Ik knik nadenkend en zet mijn vingers overdreven onder mijn kin. "Wat dacht je er van als we zelf iets gaan maken?"

"Ik weet het niet hoor. Ik kan echt niet koken", zegt hij. "Ah, kom op. Ik help je wel", zeg ik.

Casper denkt er even over na. "Oké dan, maar op een voorwaarde", zegt hij. "Jij doet het moeilijkste en ik bepaal het toetje." "Is goed", zeg ik lachend.

Even later in de grote keuken waar de dienstmeisjes ook lunchen zetten we alles klaar. We gaan allemaal verschillende hapjes maken en de dienstmeisjes in de keuken gaan ons helpen. Als toetje doen we pannenkoeken met fruit en chocolade saus. Dat wou Casper heel graag.

"Oké. Hebben we alles?" vraag ik. Ik heb de leiding genomen. "Ik denk het wel", zegt Casper en hij kijkt één van de dienstmeisjes vragend aan. "Ja", antwoord ze. "Mooi."

"Als Casper en ik als eerst de kip maken dan doen jullie alvast de salade en de soep?" vraag ik aan de dienstmeisjes. Ze stemmen in en gaan aan het werk.

We hebben een hele kip om mee te werken. Inclusief de organen. Casper kon er niet tegen en begon in het begin te kokhalzen. Ik heb vervolgens de hele kip schoon gemaakt. Het was hilarisch om Caspers gezicht bijna groen te zien worden omdat hij de ingewanden van een kip zag.

Ik kan er wel goed tegen. Vroeger deed ik dit altijd zelf.

Als de kip eindelijk op het vuur staat gaan Casper en ik wat groente snijden. Ik de tomaten en Casper de komkommers.

"Wacht! Stop!" zeg ik tegen Casper zodra hij het scherpe mesje in de komkommer wil zetten. Hij kijkt mij vragend aan. "Wat is er?" vraagt hij. "Je doet het fout", zeg ik lachend. "Oh", zegt hij. "Ik doe het wel voor", zeg ik lachend.

Ik pak het mes over waarbij Caspers vingers en de mijne elkaar even aanraken. Hij doet een stapje naar achter zodat ik er bij kan. Ik laat zien hoe hij het mes vast moet houden en de komkommer. "En dan schuin snijden", leg ik uit. Hij knikt. "Waarom eigenlijk schuin?" vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. "Geen idee. Zo deed mijn moeder het altijd."

"Heb je van je moeder leren koken?" vraagt Casper. Ik knik. "De basis in ieder geval", zeg ik. "Vroeger toen ik nog klein was keek ik altijd naar haar toen ze kookte", zeg ik lachend.

"Je bent nog steeds klein", grapt Casper. "Echt niet", zeg ik. "Je bent kleiner dan ik." "Maar een paar centimeter." "Nou en. Nog steeds klein", zegt hij lachend.

"Soms ben je echt een klein kind", zeg ik lachend. Hij haalt zijn schouders op. "Jij ook", zegt hij grijnzend.

Casper begint zijn komkommer te snijden, maar hij doet het weer fout.
"Je doet het nog steeds fout", zeg ik lachend. "Echt niet", zegt hij. "Jawel", zeg ik lachend.

"Ik help wel." Ik leg mijn handen over Caspers handen. We kijken elkaar even in elkaars ogen aan en dan concentreer ik mij weer op het koken.

Met mijn handen nog steeds over die van Casper heen maak ik de juiste beweging. "Zo moet je het doen", zeg ik. Casper knikt.

"Probeer het nu zelf", zeg ik en ik laat zijn handen los. Eigenlijk wil ik dat niet, maar als ik zijn handen nog langer vast zou houden zou dat heel apart worden.

"Ja, dat is beter", zeg ik.

Ik kan me bijna niet op mijn eigen tomaat concentreren. Mijn ogen dwalen de hele tijd af naar Caspers handen en hoe het voelde om ze vast te houden.

"Au!" roep ik uit reflex. Ik kijk naar mijn handen. Ik heb me gesneden en een stroompje bloed loopt over mijn wijsvinger. Fijn Milo! Moest dit?

"Gaat het", zegt Casper snel en hij pakt mijn bloedende hand vast. Ik knik.

"Jij bent ook lekker bezig", zegt Casper lachend. "Uh ja", zeg ik een beetje beschaamd. Eerst zeg ik dat Casper het fout doet en nu snij ik mijzelf.

"Daar moet een pleister op", zegt hij. "Waar zijn de pleisters?" vraagt hij aan één van de dienstmeisjes die ons helpt. "Daar op die kast", zegt het meisje en ze wijst naar een doos boven op een hoge kast. "Dankjewel", zegt hij.

Hij loopt doelbewust op de kast af en pakt een krukje dat drie meter verderop staat om de doos te pakken. Hij gaat er opstaan en zonder te wankelen pakt hij de doos.

Ondertussen sabel ik op mijn vinger om het niet verder te laten bloeden.

Hij maakt de EHBO-doos open. Er ligt van alles in. Ontsmettingsspul, verband, pleisters, schaartjes en nog een heleboel dingen waarvan ik niet weet wat het is.

Casper pakt een schaartje en een pleister uit de bak. Hij pakt mijn hand weer en inspecteert het sneetje. "Het is niet diep", zegt hij.

Casper knipt de pleister op de goede maat en doet die dan zorgvuldig over mijn vinger. "Zo", zegt hij. "Doet het nog pijn?" vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. Het heeft nooit echt pijn gedaan.

"Je lied me schrikken", zegt hij. Ik weet niet wat ik daarop moet antwoorden. Was hij zo bezorgt om mij voor een klein sneetje?

Cinderella but than different ✅Where stories live. Discover now