hoofdstuk 26

1.5K 100 4
                                    

Casper en ik zitten nog steeds op het rood witte picknickkleed wanneer het begint te schemeren.

"Kom mee", zegt hij en doet snel zijn schoenen aan. "Huh? wat?" vraag ik. "Kom ik wil je iets laten zien", zegt hij terwijl hij zijn veters strikt. Ik doe zo snel mogelijk mijn schoenen ook weer aan. Casper staat op en bied zijn hand aan om mij overeind te helpen. Ik pak zijn hand aan. Hij trekt mij op en laat dan ook niet meer los.

"En de spullen dan?" vraag ik. "Laat die maar liggen", zegt hij en trekt een beetje aan mijn hand zodat ik sneller ga lopen. Het bos in.

We volgen het zelfde pad als dat we gekomen zijn. Dan slaat Casper ineens af naar rechts en dan weer naar links. "Waar gaan we heen?" vraag ik. "Dat zie je zo wel. We moeten opschieten willen we het nog zien", zegt hij.

Casper heeft nog steeds mijn hand vast en trekt mij een heuveltje op. "We zijn er bijna", zegt hij.

"Hier is het", zegt hij als we bovenop de heuvel staan. Ik sta dubbelgevouwen van het hijgen. Ik heb dus echt geen conditie. Als ik weer op adem ben ga ik weer rechtop staan en een golf van licht stroomt over mij heen.

De zon staat heel laag aan de horizon en staat op het punt onder te gaan. De silhouette van de dorpjes ervoor houden wat licht tegen, maar ondanks dat duurde het even voordat mijn ogen gewend waren aan het licht.

"Het is prachtig", zeg ik nog een beetje buitenadem. "Ik weet het", antwoord hij. Daarna zeggen we niks meet tegen elkaar. Dat is ook niet nodig. Alle worden die te zeggen zijn vallen in het niets naast wat hier en nu gebeurt.

Ook al staat hij een eindje van mij vandaan en zie ik hem alleen in mijn ooghoek, heb ik me nog nooit zo dicht bij hem gevoelt.

Langzaam aan in de verte, aan de andere kant van dat de zon onder ging, zijn al de eerste sterren te zien en een vage halve maan. Een fris najaarsbriesje waait over de heuvel heen, maar we blijven toch staan om naar de lucht te kijken.

De lucht is een stroom van allemaal verschillende kleuren die in elkaar overgaan. Van warme naar koude kleuren. En zo voelt het ook. Hoe kouder de kleuren in de lucht hoe kouder de lucht om ons heen aanvoelt.

Maar ik heb het niet kout. Daarvoor stroomt er te veel adrenaline door mijn aderen en dat komt allemaal door Casper.

Het spijt me een kort hoortstukje maar ik vond dit gewoon het ideale moment om te stoppen. Ik hoop snel weer een nieuw hoofdstuk er op te zetten. ❤️

Cinderella but than different ✅Where stories live. Discover now