Hoofdstuk 37

1.5K 88 2
                                    

Nadat ik terug was in mijn kamer sliep ik al aardig snel.

Het is nu ochtend en Casper is net langsgekomen. Hij zei dat hij moest werken of iets met school. In ieder geval iets dat te maken heeft met hem prins zijn. Dat betekent dat ik Casper vandaag waarschijnlijk niet veel zie. Hij beloofde er wel bij dat hij snel tijd vrij zou maken, zodat we iets samen konden doen. Natuurlijk heb ik meteen gezegd dat dat niet hoefde en dat hij zijn taken niet moet gaan verwaarlozen voor mij. Maar eigenlijk wil ik het wel. Niet dat hij zijn taken gaat verwaarlozen, maar tijd voor mij vrij maakt. Ik vind het leuk om iets met Casper te doen en ik heb echt geen idee wat ik hier de hele dag kan doen.

Thuis had ik nooit zoveel vrije tijd, omdat ik altijd wel met het huishouden bezig was, maar nu dat niet hoeft heb ik geen idee wat ik op een hele dag kan doen. Toen ik nog jong was en wel veel vrije tijd had, ging ik altijd voetballen of met de kinderen uit het dorp spelen, ik was altijd buiten.

Ik zit nu in de woonkamer op een stoeltje aan de eettafel. Het is heel stil, te stil als je het mij vraagt. Ik tik met mijn vinger op tafel om de stilte te verbreken, maar het is niet genoeg. Ik doe mijn andere hand er ook bij en tik ook met mijn linkervoet op de grond. Er ontstaat een deuntje dat totaal niet ritmisch is.

Milo, stop! Ik leg mijn hand plat op tafel. Mijn been blijft nog even door trillen, maar stopt dan ook.

Ik sta in een keer op en loop met rechte rug de gang op. Ik weet niet waarheen. Ik loop gewoon mijn benen achterna. Zonder na te denken of mijn rug maar een klein beetje te buigen.

Na een paar trappen op en af te lopen kom ik bij een deur terecht waar veel geluid vandaan komt. Voor dat ik het weet heeft mijn hand als een vuist drie keer tegen de deur gebonkt.

Een klein meisje maakt de deur half open, waardoor ik niet goed naar binnen kan kijken. Ze is ongeveer twaalf jaar oud. "Mama!" roept het meisje de kamer in. "Er is iemand aan de deur."

Een vrouw van middelbare leeftijd komt in de deuropening te staan. "Hallo. Kan ik u ergens mee helpen?" vraagt ze vriendelijk. "Uhm...", zeg ik. "Nee, dank je."

Ik draai mij om en loop snel de andere kant op. "Wat was dat mama?" hoor ik het kleine meisje nog vragen aan haar moeder.

Wat was dat Milo! Je kan niet zomaar aankloppen en dan weer weg lopen, ook niet als je je verveelt! Echt een sukkel ben je ook! Ik scheld me zelf helemaal verrot. Ik schaam me dood. Hoe kon ik het ooit in zijn hoofd halen om zomaar aan te kloppen en dan weg te lopen. Wat zullen mensen wel niet van mij denken. Ik ben echt een idiote!

Mijn benen vinden om magische wijzen mijn kamer weer. Ik vind het eigenlijk wat te groot om het een kamer te noemen. Het heeft een hele woonkamer en keuken er in. Maar Casper noemt het een kamer en voor hem zou dit waarschijnlijk wel normaal zijn.

Ik plof neer op de bank. De verveling die ik eerder deze dag al had heb ik nog steeds. Ik moet echt een hobby zien te vinden en snel ook, anders overleef ik het hier echt niet.

Ik begin aan mijn tweede poging van vandaag en loop mijn kamer weer uit. Dit keer denk ik wel na en sturen mijn benen mij niet, maar stuur ik mijn benen. Het is wel moeilijker vooruit te komen aangezien ik geen idee heb waar ik heen ga.

Er loopt een dienstmeisje voorbij met bruine haren. Zou ik haar aanspreken? 'Maar wat ga je dan zeggen Milo?' zegt het irritante stemmetje in mijn hoofd dat altijd gelijk heeft. Ehm... dat bedenk ik dan wel. 'Ja, dat werkt zo goed. Je liep net ook echt niet weg met een knal rood gezicht.'

Ze is nu al voorbij gelopen, maar ik ben echt wanhopig. Ik draai me snel om en met een klein sprintje heb ik haar ingehaald.

"Is er iets?" vraagt ze. "Ehm.. Nee. Ja.", zeg ik. Fijn ik sta weer met mijn mond vol tanden. "Is het nou een ja of een nee?" vraagt ze. "Ja", zeg ik vastberaden. "Oké", zegt ze afwachtend. "Ik ben Milo", zeg ik. Wat zeg ik nou. Waarom zou je meteen je naam vertellen wat voor nut heeft dat. Waarom ben je toch zo ongemakkelijk waar mensen bij zijn. "Leuk", zegt ze sarcastisch. "Blijf je hier de hele tijd staan of ga je nog echt iets nuttigs zeggen", zegt ze en ze leunt op haar linkerbeen. "Ik ga iets zeggen", zeg ik. "Oké ik wacht."

Ik haal even diep adem. Waarom moest ik haar zo nodig aanspreken. 'Omdat je je verveelde' vult het stemmetje mij aan.

"Ik verveel me", zeg ik. "Ja en?" "Ik zat te hopen dat je mij zou kunnen helpen", zeg ik onzeker. "Waarmee helpen? Je niet meer te vervelen?" zegt ze een beetje spottend. "Ja", zeg ik. Ze denkt even na.

Is dat goed of slecht? Oh nee. Straks gaat ze me uitlachen en vertelt ze dit tegen iedereen die ze tegen komt. Wat zou Casper wel niet denken.

"Ik denk wel dat ik je daarmee kan helpen", zegt ze en ze grijnst. "Echt waar?" zeg ik opgelucht. Ze knikt. "Ja, loop maar mee."

Ik loop haar achteraan. "Waar gaan we heen?" vraag ik. "Dat zal je wel zien", zegt ze lachend. "Ik ben trouwens Lynn." "Milo" zeg ik. "Dat had je al gezegd", zegt ze lachend. "Oh ja klopt", zeg ik. Milo ga nou eens normaal doen!

We komen aan bij een grote deur. Zonder stil te staan duwt Lynn hem open. Er komt meteen een storm van geluid naar buiten. "Wat is dit?" vraag ik. "De wasruimte", antwoord ze.

Lynn loopt naar binnen en ze duwt meteen een wasmand in mijn handen. "Wat moet ik hiermee?" "Vast houden. Aangezien jij je verveelt en ik niet zo veel zin heb om te werken ga jij mij helpen." "Okayyy..."

Ze douwt de wasmand vol met kleren. "Zie je die wasmachines daar", zegt ze en wijst naar de andere kant waar de machines staan die het vele geluid produceren. "Het moet daar gesorteerd in." "En wat ga jij dan doen?" vraag ik. "Ik dacht er aan een stoel te pakken en wat popcorn, om dan te kijken hoe jij die vieze was sorteerder", zegt ze. "Ja, dacht het niet!" zeg ik. "Ik ben hier, omdat ik mij verveel niet om iemands vuile klusjes te klaren", zeg ik. "Ik zei dat ik er over dacht. Niet dat ik het ook echt zou doen", zegt ze en draait met haar ogen.

"Jij mag deze mand anders wel dragen", ik duw de mand in haar handen. "Het is jou werk", zeg ik. Ze geeft me een boze blik en ik glimlach gemaakt naar haar.

Lynn loopt voorop en gooit de mand dan leeg. "Wit moet helemaal links en roze er dan naast en zwart helemaal rechts en blauw er dan naast", legt ze uit. Ik knik en pak alle witte kleren die nu op de grond liggen.

"Dus waarom ben je zo wanhopig om mij ten hulp te vragen?" vraagt ze. Het duurde even voor ik haar vraag begreep. "Je verveelde je", zegt ze voor ik iets kon zeggen. "Ja, dat", zeg ik. "Ik ben hier gister aan gekomen en logeer hier nu even tijdelijk, maar ik weet dus echt niet wat ik hier kan doen. Ik heb zelf niks mee genomen om te doen, snap je?" "Ahh, Waarom ben je dan ook zo stom om niks mee te nemen", zegt ze. "Ten eerste ik ben niet stom en ten tweede dat zijn jou zaken niet", zeg ik duidelijk. Ik heb geen zin mijn hele verleden aan haar te vertellen. "Oké, oké. Rustig. Ik vroeg het alleen maar", zegt ze en ze houd haar handen in de lucht als teken van vrede.

"Waarom werk jij hier als dienstmeisje?" vraag ik als we de tweede wasmand vol hebben geladen met kleren. "Dat zijn jou zaken niet", zegt Lynn als grapje. "Ha-Ha", zeg ik. "Je word hier makkelijk aangenomen, je krijgt een plaats aangeboden binnen het paleis om te wonen en je krijgt ook nog eens goed betaald. Een beter toevluchtsoord heb je niet", zegt ze. "Dus je bent gevlucht?" vraag ik. "Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg dat iedereen hier zo zijn reden heeft om hier te werken", zegt ze. "En wat is jou reden om hier te werken?" vraag ik. "Dat zijn jou zaken niet", citeert ze mij weer als grap maar dit keer bedoelt ze het wel serieus. Ik besluit daarom er ook niet verder op in te gaan.

Cinderella but than different ✅Where stories live. Discover now