Hoofdstuk 137

139 5 1
                                    

Eva

Er komt een lichtblauwe pluchen haas tevoorschijn. De accentjes op de pootjes en de oren van de knuffel zijn van een andere stof die Wolfs direct herkent. 'Dit is het lakentje van Thom', wijst hij naar de poot van de haas. Hij wrijft voorzichtig over het gehaakte stofje. Ik knik, 'hij is handgemaakt en ik heb een stukje van de stof opgestuurd zodat ze die konden verwerken. Je moet hem even optillen', leg ik uit.

Wolfs tilt de knuffel uiterst voorzichtig van zijn schoot. 'Hij weegt exact zoveel als Thom toen hij geboren werd, zo kun je hem toch nog een keertje soort van vasthouden', leg ik voorzichtig uit, 'je moet net als bij een echte baby zijn hoofd en benen ondersteunen anders scheurt de stof'. Wolfs behandelt het pluchen dier alsof het van glas is en legt hem voorzichtig op zijn arm.

Er loopt een traan over zijn wang, 'dit is echt heel bijzonder Eef', zijn stem trilt. Ik veeg de traan van zijn wang, hij kijkt me aan, 'wil je hem ook voelen'. Ik schud mijn hoofd, 'ik heb hem gisteren al geknuffeld toen hij binnenkwam, nu is het jouw beurt'. Ik til de kleintjes van zijn schoot en sla mijn armen stevig om hem heen.

Ik kus een nieuwe traan van zijn wang, 'ik ben blij dat je het fijn vindt'. Zijn ogen vinden de mijne. Ze staan dankbaar en hoewel er tranen in glinsteren bespeur ik weinig verdriet. 'Ik mis hem zo erg Eef', zucht Wolfs zachtjes. 'Ik weet het, ik ook', mompel ik en ik druk een troostende kus op zijn voorhoofd. 

Op dagen als deze, als ouderschap of kinderen centraal staan, worden we weer even met onze neus op de feiten gedrukt en is het gemis weer even extra voelbaar. 'We hebben vier kindjes om van te houden..', fluister ik. '..en drie om voor te zorgen', maakt Wolfs af. We hebben beide tranen in onze ogen. 

'Waarom hebben jullie regen in jullie ogen', onderbreekt Sepp ons vragend. Glimlachend kijken Wolfs en ik opzij naar onze zoon. 'Dat heet toch geen regen, konijntje', antwoord ik. Wolfs wijst naar een traan die over mijn wang loopt, 'hoe heet dit'. 'Een traan', roept Sepp trots. 'Ja, goed zo konijntje', mompel ik, terwijl ik de traan vlug van mijn wang veeg. 

'Waarom hebben jullie tranen', vraagt Sepp dan. 'Omdat mama een heel speciaal cadeau aan mij heeft gegeven, wat ik heel mooi vind', antwoord Wolfs. 'Ben je verdrietig', Sepp steekt zijn armen al uit om zijn vader te troosten. Wolfs schudt zijn hoofd. 'Kijk, soms moet je huilen omdat je verdrietig bent, maar het kan ook dat je moet huilen omdat je heel blij bent. Of omdat je iets heel mooi of fijn vindt. Snap je', legt Wolfs aan het ventje uit.

Sepp knikt bedachtzaam, 'dus je bent niet verdrietig'. Wolfs veegt de tranen van zijn wangen en glimlacht, 'nee hoor maar een klein beetje, ik vind het vooral heel mooi. Zie je'. Sepp knikt. Glimlachend hoor ik hun gesprekje aan terwijl er ondertussen twee meisjes op mijn schouders proberen te klimmen.

Wolfs is zo goed in het uitleggen van emoties aan Sepp. Hij kan daar veel beter en vrijer over praten dan ik, ik leer af en toe zelfs nog bij van zijn uitleg. Wolfs is wat dat betreft veel dapperder en vindingrijker dan ik.

'Mama zullen we gaan eten', vraagt Sepp dan hoopvol. Ik knik, 'ja, laten we dat maar eens gaan doen. Mijn maag rammelt, ik heb nog niks gegeten sinds vijf uur'. 'Vijf uur', Wolfs fronst zijn wenkbrauwen, 'ben je zo lang bezig geweest met het ontbijtje'. Ik schud lachend mijn hoofd, 'nee, meneer hier', en ik knik naar Sepp, 'stond al om vijf over vijf naast ons bed'. 

Wolfs kijkt zijn zoon streng aan, 'Seppie toch, dat is toch veel te vroeg. Morgen blijf je lekker lang liggen, afgesproken'. Sepp knikt plechtig, 'afgesproken'. Ik trek het volle dienblad over het dekbed naar ons toe. Eigenlijk haat ik ontbijt op bed, het zorgt voor allemaal kruimels en ik eet liever gewoon aan tafel. Maar voor deze ene keer maar ik een uitzondering. 

'Geen koffie', Wolfs laat zijn ogen beteuterd over het dienblad glijden. 'Sorry, koffie is beneden. Het leek me niet echt slim om hete vloeibare dingen mee te nemen met al deze woeste kuikentjes in bed, dat is vragen om ongelukken natuurlijk', knipoog ik. 'Wat ben je toch verstandig', grijnst hij. 

Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now