Hoofdstuk 91

155 5 2
                                    

Lieve lezers, daar ben ik weer. Een heugelijke dag want vandaag zijn er 10.000 reads op dit verhaal, hoera! Bedankt voor alle uren die jullie hebben opgeofferd om dit verhaal te lezen, het is een eer om voor jullie te mogen schrijven. Veel leesplezier met dit nieuwe deeltje!

Eva

Ik kniel voor Sepp op de grond en sjor een beetje aan de draagzak op mijn borst, zodat Pip niet dubbelgevouwen wordt tussen mijn buik en bovenbenen. 'Kom eens hier konijntje', wenk ik naar Sepp, 'ik zal je helpen met je schoenen'. Het ventje zit nors op de onderste trede van de trap, zijn armen demonstratief over elkaar geslagen. Mijn vingers peuteren aan zijn veters en trekken zijn schoenen uit. 

'Sorry dat je zo lang moest wachten jochie. Papa en mama hadden even hun handen vol aan je zusjes', verontschuldig ik me. Het ventje kijkt me nog steeds een beetje stuurs aan. Ik zucht diep, dit is echt een beroerde timing voor een dwarse peuterbui. Ik kriebel door zijn haren in een poging hem op te vrolijken, boos duwt Sepp mijn hand weg, 'niet doen mama', bromt hij. 

'Alsjeblieft Sepp, werk nou even mee', smeek ik het ventje bijna. Fronsend kijkt hij me aan, 'nee', zegt hij dan dwars. Besluiteloos zit ik voor mijn zoon op mijn hurken. Ik wil vermijden dat zijn boze bui escaleert en hij straks een woedeaanval krijgt. Maar het ventje heeft mijn koppigheid geërfd en laat zich niet zomaar ompraten. Ik hou mijn hoofd schuin en open mijn armen, 'knuffel', probeer ik. 

Ik zie het ventje aarzelen. Ik weet dat hij knuffels onweerstaanbaar vindt, maar tegelijkertijd is hij nog steeds boos. 'Ik kan héél goed knuffelen', knipoog ik. Sepp werpt me nog een laatste donkere blik toe en vlijt zich dan toch tegen mij aan. Ik sla mijn armen stevig om hem heen en zachtjes aai ik door zijn haren. Er glijdt een opgeluchte glimlach over mijn gezicht. Het gevaar is geweken, de peuter is ontdooid

Pip spartelt tevreden tussen ons in. Sepp tikt zachtjes op Pips hoofd, 'niet meer huilen Pip', zegt hij streng. Ik schiet in de lach, 'heel goed Sepp. Leg jij als grote broer maar eens uit, hoe ze zich hoort te gedragen'. Ik voel zijn vinger prikken in mijn onderbuik, 'hier is de baby toch', vraagt hij. Ik knik, 'ja, dat klopt. De baby is nog lekker veilig aan het groeien in mama's buik'. 

Mijn zoon duwt zijn hoofd onder de draagzak en trekt mijn trui omhoog. Nog voor ik kan vragen wat hij van plan is, voel ik twee natte getuite lippen op mijn buik. 'I love you Tijn', mompelt Sepp. Ik aai liefdevol door zijn haren, 'wat lief van jou konijntje, een kusje voor de baby'. De peuter komt weer onder de draagzak vandaan en glimlacht vrolijk, 'hij heet Tijn'. 

'Wie', vraag ik verbaasd, 'de baby', Sepp knikt bevestigend. 'Ik weet niet of we de baby Tijn gaan noemen, schatje. Daar moeten papa en mama nog even over nadenken', leg ik aan het ventje uit. 'Nee hoor', zegt Sepp beslist, 'mijn broertje heet Tijn'. Ik strijk met mijn duim over zijn wang, 'we weten ook nog niet of het een jongetje of een meisje is konijn. Misschien krijg je wel een zusje, dat is ook leuk toch', voorzichtig peil ik de reactie van mijn zoon. 

Hij kijkt bedenkelijk, 'maar ik heb al twee zusjes', stelt hij vast. 'Dat klopt', bevestig ik, 'maar dan kan deze baby nog steeds een meisje zijn'. Hij kijkt me verward aan en buigt dan naar mijn oor. Zijn warme adem kriebelt tegen mijn wang als hij fluistert, 'de baby is een jongen hoor, mama. Ík weet dat'. Ik schiet in de lach om de vastberadenheid van het ventje en trek hem tegen me aan. 

Mijn neus begraaf ik in zijn hals en ik snuif zijn fijne geurtje op. Sepps kleine handjes friemelen aan de donshaartjes in mijn nek en ik voel Pips voetjes trappelen tegen mijn bolle buik. Ik heb gewoon drie van mijn kinderen vast nu, flitst het plots door mij heen. Eentje in mijn armen, eentje op mijn borst en eentje in mijn buik

Wolfs stoort mijn gedachten, 'uhm Eef. Ik wil jullie momentje niet verstoren, maar kan jij even de tafel dekken. We kunnen bijna eten'. 'Tuurlijk', glimlach ik. 'Wil jij mij even helpen, konijntje', vraag ik, terwijl ik mijn hand uitsteek naar mijn zoon. Hij knikt, pakt mijn hand en springt van de traptrede naar beneden, 'ik kan goed helpen', glimt hij. Liefkozend streel ik over zijn wang, 'zeker weten, jij bent mijn grootste helper'. 

Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now