Hoofdstuk 86

173 6 2
                                    

*Het is zaterdagavond, de week na sinterklaas. Eva en Wolfs hebben nog niemand verteld over de zwangerschap en willen dat graag nog even zo houden. Voor nu is het nog even hun onderonsje, zelfs Fleur, Rafael en Sepp weten nog van niks. Het is een drukke bedoeling in de ponti, Wolfs is bezig met de voorbereidingen voor het avondeten. Het aanrecht staat vol met pannetjes, borden en half afgemaakte gerechtjes. Marion, Romeo en Danai komen vanavond eten, als een soort vervroegd kerstdiner, dus Wolfs wil flink uitpakken.*

Wolfs

Het is chaotisch in de woonkelder. Ik sta me uit te sloven achter het fornuis terwijl Sepp joelend door de keuken rent. Pip zit kraaiend in de box en zwaait woest met een rammelaar, Eva verschoont ondertussen Zus op de bank. Ik werp een blik op de klok, het is half zeven, over een uurtje staat iedereen op de stoep. De kleintjes hebben net al gegeten en gaan zo naar bed, maar scharrelen nu nog even door de keuken. 

Ik laat mijn blik even van mijn pannen naar Eva glijden, ze houdt Zus boven haar hoofd in de lucht en trekt gekke bekken naar haar. Het meisje spartelt wild met haar ledematen en stoot vrolijke kreetjes uit. Eva laat haar weer zakken en bedelft het kindje onder kusjes, glimlachend kijk ik naar het tafereel. 

'Weet jij eigenlijk of Felice meekomt', vraag ik aan Eva. 'Uhm', ze kijkt me aan en denkt even na terwijl ze Zus op de grond zet, 'volgens mij zou Romeo even overleggen met Danai. Het hing ervan af of ze oppas konden regelen, maar ik heb gezegd dat ze haar ook gewoon hierboven kunnen neerleggen. Ruimte genoeg', antwoord ze. 

Ik knik, 'ja tuurlijk, dan moeten we even dat reisbedje opzetten'. 'Ja, die heb ik bewust nog niet op zolder gezet', glimlacht Eva. Ik steek mijn duim naar haar op en giet voorzichtig de asperges af. Geconcentreerd zet ik een stapje achteruit en hoor dan plotseling een hoog gekrijs. Sepp, die naast me op de grond zat te spelen met zijn trein, schreeuwt het uit. Vlug kniel ik naast hem neer, 'wat is er konijntje', vraag ik verschrikt. 

Het jochie huilt met lange uithalen, 'auww, mijn vinger'. Ik hijs mijn zoon overeind, trillend steekt hij zijn hand naar me uit. Een vuurrode plek tekent zich af op zijn vingers. Ik trek het ventje tegen me aan en strijk troostend over zijn rug, 'sshht stil maar jochie'. Snikkend kruipt hij in mijn armen. Ik inspecteer de rode plek op zijn hand. Er zit een duidelijke deuk in de huid van zijn vingers, precies ter grootte van de hak van mijn laars. 

'Oh Sepp toch, ben ik op je vingers gaan staan', vraag ik geschrokken. Het ventje knikt, 'jahaa', hikt hij huilend. 'Sorry vent, ik had je hand niet gezien. Het spijt me', mompel ik, een enorm schuldgevoel bekruipt me. 'Zullen we je vingers even koelen, dat helpt tegen de pijn', probeer ik. Mijn zoon knikt en houdt angstvallig de revers van mijn jasje vast. Voorzichtig zet ik de peuter op het aanrecht en koel zijn vingers onder de koude kraan. 

Ik wissel een blik met Eva, ze knipoogt, 'goed gedaan', mimet ze. 'Gaat het konijntje', vraag ze aan Sepp, het ventje knikt dapper. Met mijn duim droog ik zijn tranen, 'je bent heel stoer Sepp', glimlach ik. Terwijl ik me nog even over de peuter ontferm, vist Eva een jengelende Pip uit de box. 'Hey Zus, waar ga je allemaal heen meid', hoor ik haar verbaasd roepen. 

Ik buig me over het aanrecht heen om te zien wat het meisje uitspookt. Mijn jongste dochter rolt razendsnel over de vloer van de keuken, van de bank richting de eettafel. Ze komt abrupt tot stilstand als ze tegen de eetkamerstoelen botst, wild begint ze te protesteren. 'Je moet de andere kant op snuitje', spoor ik aan. Het kindje probeert driftig om dwars door de poot van de stoel te rollen. Woest maait ze met haar knuistjes in het rond, grinnikend kijken Eva en ik naar onze eigenwijze dochter. 

'Ze is ook wel een driftkikkertje hè', glimlacht Eva, met Pip op haar heup knielt ze naast de spartelende Zus. Ze geeft haar dochter een zetje in de juiste richting, 'meisje eigenwijsje', grinnikt ze. Zodra het kindje merkt dat ze niet meer klem zit, begint ze vliegensvlug de andere kant op te rollen. Pip laat haar hoofd tegen de schouder van Eva rusten, sussend aait Eva over de rug van het meisje, 'ben je moe, frommel', mompelt ze. 'Het is bedtijd', gebaar ik naar de klok. 

Fleva Forever AfterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu