Hoofdstuk 94

150 5 1
                                    

Ik heb een bomvol verjaardagsweekend achter de rug, maar tussen alle hectiek door heb ik er toch nog een deeltje uit weten te persen. Veel leesplezier!

Eva

Ik ren door het steegje naar de achtertuin van het huis en hoor aan de snelle, doffe voetstappen al dat Wolfs' vermoeden juist is. Ik tel de deuren in de doorlopende schutting om erachter te komen welke tuin bij het huis van Davy hoort. Plotseling zwaait aan mijn rechterhand een deur in de schutting open, Davy vliegt verwilderd de steeg in. 

Snel draai ik me om, maar ik ben te laat en voel een harde stomp in mijn buik, alle lucht wordt uit mijn longen geperst. Nog voor ik op adem kan komen knalt Davy's vuist tegen mijn kaak. Mijn gezicht klapt tegen de houten muur. Een acute, scherpe pijn golft door mijn hoofd. Kreunend klap ik dubbel tegen de schutting van de tuin. 

Alles draait voor mijn ogen, ik proef bloed en voel hoe mijn maag zich omdraait. 'Wolfs', ik kan nog net een verkapte schreeuw over mijn lippen persen. Ik probeer te focussen en haal uit met mijn vuist. Mijn knokkels raken Davy ergens in zijn gezicht, ik hoor het kraken. Vloekend vecht de jongen terug. 

Ik voel zijn schoenzool in mijn zij en zak in elkaar tegen de schutting. In een reflex sla in mijn armen beschermend voor mijn buik. Mijn benen voelen als spaghetti en ik zie zwarte vlekken voor mijn ogen. Ergens in de verte hoor ik vaag hoe Wolfs mijn naam roept. Ik zie nog net hoe hij mijn kant op sprint, dan wordt alles zwart.

Wolfs

Gealarmeerd door Eva's schreeuw, sprint ik naar de achterkant van het huis en schrik me wezenloos. Ik zie hoe Davy halverwege de steeg op Eva in staat te slaan. De paniek raast door mijn lichaam, 'Eva', schreeuw ik geschokt. Zo snel als ik kan, ren ik naar haar toe. De stress wordt verdrongen door woede, niemand komt aan mijn Eva, het wordt even zwart voor mijn ogen. 

Ruw trek ik de jongen bij Eva vandaan, 'klootzak, blijf van haar af', grom ik woest. Davy maakt aanstalten om terug te vechten, maar ik haal hard uit met mijn rechtervuist. Kreunend laat de knul zich hardhandig tegen de schutting duwen, 'godverdomme, blijf met je poten van me af man', schreeuwt Davy. Ik duik boven op hem en draai ruw zijn armen op zijn rug. 

'Klootzak, wat heb je met haar gedaan', bulder ik tegen hem. Helder nadenken gaat niet meer, op de automatische piloot boei ik de jongen. 'Die teef had gewoon niet achter me aan moeten komen', sist de jongen agressief. Ik duw de jongen ruw tegen de grond, 'kop dicht, eikel'. Bezorgd kijk ik naar Eva. 

Ze ligt in een rare hoek schuin tegen de schutting, haar ogen zijn dicht en haar gezicht is besmeurd met bloed. Radeloos kniel ik naast haar op de grond, 'Eef kun je me horen. Eef, blijf bij me alsjeblieft'. Mijn hand tikt op haar wang, ze geeft geen reactie. Ik grijp naar de portofoon aan haar broekriem. Terwijl ik haar tegen me aantrek, roep ik de meldkamer op. 

'11-04 voor de meldkamer', roep ik door de porto, 'ik heb met spoed een ambulance en assistentie nodig bij alesiahof 21, er is een collega gewond'. '11-04 hier de meldkamer, de ambulance en assistentie zijn onderweg', klinkt er krakend door de porto. Wanhopig richt ik me op Eva, ze hangt slap tegen mijn borst. 

Ik tik tegen haar wangen in een poging haar weer bij bewustzijn te brengen. 'Eefje wordt alsjeblieft wakker', smeek ik. Haar kaak begint al paarsblauw te kleuren en haar onderlip is gescheurd en gezwollen. Boven haar wenkbrauw zit een grote, gapende wond en dat zijn alleen nog maar de zichtbare verwondingen. Ze is asgrauw en het bloed sijpelt over haar voorhoofd. 

Ik leg mijn vingers in haar hals op zoek naar haar hartslag, die ik gelukkig meteen vind. Trillend druk ik mijn lippen op haar hoofd, 'doe alsjeblieft je ogen open, Eef', smeek ik wanhopig. Ik hoor haar kreunen en ze knippert heel even met haar ogen, 'Wolfs', klinkt het zwak. 'Eef godzijdank', opgelucht adem ik uit, ik voel hoe ze zachtjes in mijn hand knijpt. 

Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now