Hoofdstuk 8

340 5 0
                                    

*Het is een aantal weken later inmiddels weet iedereen dat Eva zwanger is. Ze zijn eindelijk begonnen met het verven van de babykamer en het inslaan van de babyuitzet. Wolfs heeft zich, tot verbazing van Eva, ontpopt tot een ware moederkloek. Hij wil goed beslagen ten ijs komen en is vastbesloten alles wat hij bij Fleur gemist heeft dubbel en dwars in te halen. 

Hij leest alle ouderschapsboeken die er bestaan, doet een diepteonderzoek naar kinderwagens en laat zich uitgebreid informeren over de voor- en nadelen van verschillende flesjes. Vandaag hebben ze de 20-weken echo. Er is nogal wat gediscussieerd over of ze het geslacht wilden weten of niet. Na eindeloos argumenten uitwisselen heeft Wolfs de discussie uiteindelijk gewonnen.*

Wolfs

We zitten in de auto op weg naar Suzanne, de verloskundige. Vandaag is een spannende echo, er gaat uitgebreid gekeken worden naar de groei en de ontwikkeling van de baby, en of dat allemaal goed verloopt. Vanmiddag gaan we de babyuitzet shoppen. Al hebben we natuurlijk al wat kleine dingetjes gekocht en Fleur heeft al eindeloos veel cadeautjes voor de baby aan ons gegeven. 

In de babykamer staat al een doos met kleertjes en de schommelstoel die eerst op zolder stond, hebben we naar beneden gehaald voor in het kamertje. We hebben een heel mooi rotanwiegje gevonden op marktplaats, die we gaan ophalen vanmiddag. En we willen naar een kast en commode kijken in de antiekwinkel. 

'Hey waar zit je met je hoofd', Eva kijkt me vragend aan, ik voel haar hand op mijn bovenbeen. Ik schrik op uit mijn gedachten en kijk haar glimlachend aan, 'ik denk aan hoeveel zin ik heb in vandaag'. Ik leg mijn hand op Eva's buik. Je kan nu eindelijk aan haar buik zien dat ze zwanger is, in plaats van gewoon dik. 'Ik kan niet wachten tot ik de baby ook kan voelen Eef', zeg ik glunderend. 

'Als het goed is gaat dat binnenkort zijn, want ik voel Pluis al een tijdje schoppen', zegt ze vrolijk. 'Zo garnáál, we gaan weer even naar je kijken hoor', pest ik, terwijl ik de auto parkeer. Ik zie vanuit mijn ooghoek hoe Eva met haar ogen rolt en me een dodelijke blik toewerpt. Er glijdt een tevreden glimlach over mijn gezicht. Ik hou ervan om haar op de kast te jagen met onze onenigheid over de bijnaam van de baby. 

We stappen uit en lopen hand in hand de verloskundepraktijk binnen. Om ons braaf te melden bij de balie. 'U heeft geluk, u bent meteen aan de beurt', glimlacht de vrouw vanachter haar computer. 'Fijn, bedankt', zegt Eva. We lopen door naar achteren, waar Suzanne al op ons staat te wachten. 'Is Fleur niet mee vandaag', vraagt ze verbaasd. 

'Nee helaas', ik schud mijn hoofd, 'ze vond het zelf het ergst dat ze niet mee kon. Ze heeft een repetitie en school is toch iets belangrijker dan de echo'. 'Maar we hebben beloofd te filmen, zodat ze thuis kan kijken', vult Eva aan. 'Dat zal ze vast waarderen', knikt Suzanne, 'kom binnen'. We stappen haar kamer binnen en nemen plaats op de stoelen tegenover het bureau. 

'Vertel eerst eens eventjes, hoe het met jullie gaat', vraagt Suzanne. 'Goed', knikt Eva, 'bijna geen last meer van kwaaltjes, alleen een beetje moe af en toe'. 'Dat klinkt een stuk beter dan de vorige keer', zegt Suzanne, 'toen was je erg misselijk toch'. Eva knikt weer. 'En hoe gaat het met de baby, voel je hem of haar al bewegen', gaat Suzanne verder. 

Eva knikt enthousiast, 'sinds een week of vier kan ik duidelijk schopjes voelen. Vooral 's avonds in bed, of als ik even rustig zit'. 'Dat is niet zo vaak dus, want ze doet zelden rustig aan', vul ik aan. 'Nou dat is helemaal niet waar, gisteren heb ik heel de avond op de bank gezeten', verdedigt Eva zich, terwijl ze haar elleboog in mijn zij ploegt. 

'Sjongejonge je kan al wel één voorbeeld opnoemen, top argument', mompel ik sarcastisch. Eva werpt me een dodelijke blik toe, 'stil jij', sist ze. Suzanne moet haar best doen om haar lach in te houden tegenover ons. Ze kijkt geamuseerd naar ons gekibbel. 'Dus als ik het goed begrijp, voel je de baby af en toe al schoppen', vraagt ze. Eva knikt bevestigend. 

'Mooi zo', zegt Suzanne tevreden, 'dat past ook precies bij de termijn van je zwangerschap. Lukt het ook een beetje met voorbereiden. Alle praktische dingen, de verzekeringen, kraamzorg, babyspullen, enzovoorts', informeert ze. Ik knik, 'we hebben al een paar spulletjes, maar vanmiddag gaan we uitgebreid shoppen'. 'Dat klinkt gezellig', glimlacht de verloskundige. 

'Dan wil ik nu eigenlijk even wat dingen onderzoeken', zegt ze en ze draait haar computerscherm een kwartslag zodat we mee kunnen kijken, 'allereerst heb ik hier de uitslag van je bloedwaarden Eva. Die zien er allemaal prachtig uit. Je hebt genoeg ijzer in je bloed en zo te zien geen zwangerschapsdiabetes, dus dat is ook netjes'. Eva knikt tevreden. 

'Dan wil ik je nu graag even wegen', gebaart Suzanne. Eva trekt haar schoenen uit en stapt op de weegschaal. 'Keurig', zegt Suzanne tevreden als ze de getallen afleest. Dan trekt ze een wit gordijn opzij en komt de onderzoeksbank tevoorschijn. 'Je mag hier vast even komen zitten, Eva', Suzanne klopt op de bank, 'dan kan ik je bloeddruk meten'. 

Ik sta op uit het plastic kuipstoeltje aan het bureau en neem plaats op een kruk naast de onderzoeksbank. '120 over 80' glimlacht Suzanne tevreden, als ze de meter afleest, 'precies volgens het boekje. Je mag gaan liggen Eva'. Ik strijk even over Eva's wang, ze maakt oogcontact en glimlacht kleintjes naar me. 

Ze maakt haar buik bloot en pakt mijn hand, ze vlecht haar vingers in die van mij. 'Zo dat is nog een klein buikje', zegt Suzanne, met een knikje naar Eva's bollende buik. 'Is dat verkeerd', vraag ik verschrikt. 'Nee hoor', antwoord ze geruststellend, 'dat zie je wel vaker bij vrouwen die heel fit waren voor hun zwangerschap. Die hebben wat sterkere buikspieren dus het duurt langer tot die aan de kant geduwd zijn door de baarmoeder en de babybuik zichtbaar is'. 

'Aha', knik ik, 'geen paniek dus'. 'Geen paniek', stemt Suzanne in. Eva rolt met haar ogen, 'je moet niet zo gestrest doen, stond dat niet in die boeken van je'. 'Doe nou niet zo stuurs Eef, ik wil gewoon dat het goed met je gaat', breng ik tegen haar aan. 'Zullen we eerst even naar het hartje luisteren', stelt Suzanne voor en ze houdt de doppler in de lucht. Eva en ik knikken braaf.

Eva

Suzanne spuit de koude gel op mijn buik en duwt zachtjes met de doppler op de bolling van mijn onderbuik. Gespannen hoe ik mijn adem in. Eerst horen we alleen wat geruis, maar dan horen we de snelle regelmatige hartslag van de baby. Opgelucht laat ik de ingehouden lucht uit mijn longen ontsnappen, 'dat klinkt in ieder geval goed'. 

'Hartstikke netjes', zegt Suzanne goedkeurend, 'laten we ook maar eens even kijken'. Wolfs tovert zijn telefoon tevoorschijn en houdt hem in de aanslag om een filmpje voor Fleur te maken. Suzanne wisselt de doppler voor de scanner en bijna meteen verschijnt er een bewegend minimensje op het beeldscherm, 'ah gevonden', zegt ze. 

'Kijk', ze wijst met een pijltje op het scherm, 'hier zie je het hoofdje, het ruggetje en de voetjes'. 'Wat groot al', zeg ik zachtjes, 'echt een klein mensje'. Suzanne zoomt iets in, 'en het gezichtje', wijst ze. 'Wat lief', zegt Wolfs, 'dat is jouw neusje, Eef'. 'En kijk dat mondje, net Fleur', zeg ik vertederd. 'Willen jullie ook weten of het een jongetje of een meisje wordt', vraagt Suzanne. 

Wolfs en ik wisselen even een blik, 'zeg jij het maar', knipoog ik naar hem. Hij grijnst trots, 'ja graag', hoor ik hem dan naast mij zeggen. 'Ik denk dat jullie het zelf wel kunnen zien', zegt Suzanne, 'het is best wel duidelijk, kijk maar eens goed'. Wolfs en ik kijken beide ingespannen naar het scherm, totdat we een klein piemeltje voorbij zien komen. 

Lachend kijken we elkaar. 'Zie je wel, ik wist het. Ik had gelijk Eef', zegt Wolfs glunderend. 'Ik zie het', glimlach ik en ik knijp in zijn hand. Trots staart hij naar zijn zoon op de monitor, ik woel liefkozend door zijn haren, hij is zo schattig als hij enthousiast is. Suzanne haalt de scanner van mijn buik, 'alles ziet er keurig uit hoor, deze man heeft het prima daarbinnen'. 

'Dat hoor ik graag', mompel ik, terwijl ik mijn buik schoonveeg, 'dan zien we je weer over vier weken, toch'. 'Klopt als een bus', zegt Suzanne, 'je bent weer helemaal klaar voor vandaag meis', ze geeft een klopje op mijn bovenbeen. Voordat we haar kamer uitlopen geeft ze ons nog een envelopje met echofoto's mee. 'Tot over een paar weken', zwaai ik en dan lopen we de deur uit. 

Wolfs slaat zijn arm om me heen, 'een jongetje, kan je het geloven', vraagt hij. 'Nee, nog niet echt', ik schud mijn hoofd, 'het is wel meteen een stuk echter nu'. Ik leg mijn hand op mijn buik en voel het jongetje zachtjes schoppen. Het is het fijnste gevoel van de wereld. Het voelt een beetje alsof je verliefde vlinders in je buik hebt. Een aangename, nerveuze kriebel. 


Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now