Hoofdstuk 97

186 5 1
                                    

Dag hallo, daar ben ik weer. Met een iets langer deeltje dan normaal om het gebrek aan nieuwe flikken afleveringen te compenseren. Het seizoen is echt voorbij gevlogen, dat wordt flink afkicken nu onze helden weer een tijd lang van de buis zullen zijn. Ik denk dat ik binnenkort mijn DVD's maar eens opduikel en lekker ga bingewatchen vanaf seizoen 1. In de tussentijd schrijf ik vrolijk verder zodat jullie míjn Wolfs en Eva nog niet hoeven te missen. Veel leesplezier!

Wolfs

Als ik de deur van Eva's kamer opendoe, schrik ik me een ongeluk. Eva is weg en haar bed ook. Het briefje wat ik voor haar had geschreven, ligt verdwaald in de hoek van de kamer. De adrenaline giert door mijn lichaam en ik voel hoe mijn hart in mijn keel schiet. Ik storm de gang op en schiet de eerste de beste verpleegkundige aan. 

'Waar is Eva', vraag ik verwilderd. De jongen kijkt geïrriteerd op van zijn computerscherm. 'Sorry wie', vraagt hij verstoord. 'Eva, Eva van Dongen. Ze lag een halfuur geleden nog in die kamer en nu is ze weg. U kunt toch niet zomaar mensen gaan verplaatsen zonder familie te informeren', bries ik. 'Meneer Wolfs, rustig maar', ik voel een dwingende hand op mijn schouder. 

Met een ruk draai ik me om en kijk recht in het gezicht van een bekende verpleegkundige. Het is dezelfde jongen die ons heeft opgevangen vanuit de ambulance en later Eva's medicatie is komen aanpassen. 'Uw vrouw is even meegenomen voor verloskundig onderzoek en om bloed te prikken', antwoord hij rustig. 

'Verloskundig onderzoek', vraag ik niet begrijpend, 'is er wat mis met de baby'. De knul schudt zijn hoofd, 'geen paniek, het is slechts een laatste check voordat we uw vrouw kunnen ontslaan. En we controleren haar bloedwaarden om te zien of we nog extra medicatie moeten voorschrijven'. Ik knik ongeduldig, 'en waar is ze nu'. 

'Aan het eind van deze gang rechts, door de klapdeuren, dan weer rechts en dan de blauwe deur aan uw linkerhand', gebaart de verpleegkundige. Ik wil die kant al op rennen maar de knul houdt me tegen en duwt een stapeltje kleding in mijn handen. Daar bovenop legt hij een doorzichtig zakje met Eva's vlindermes, politie identificatie, trouwring, armbandjes en telefoon erin. 

'Wat is dit', vraag ik verbaasd. 'De kleren die voor mevrouw zijn afgegeven en haar persoonlijke eigendommen. Ze is al ontslagen van deze afdeling en als de uitslagen van de andere onderzoeken positief zijn, verwacht ik dat u haar mee mag nemen naar huis', antwoord de verpleegkundige. Ik zucht opgelucht, 'oké, dat zou fijn zijn'. 'Beterschap', glimlacht de knul.

Ik bedank de jongen en sprint dan - zonder mijn excuses aan te bieden aan de andere verpleegkundige, die duidelijk geschrokken was van mijn agressieve benadering zojuist - de gang uit. Haastig ga ik op zoek naar de blauwe deur. Onderweg loop ik Eva's behandelend arts tegen het lijf, 'heeft u de uitslag van de MRI-scan al', vraag ik ongeduldig. 

'Die heb ik zojuist aan mevrouw van Dongen doorgegeven', antwoord hij stijfjes. 'En', dring ik aan. De arts zucht hoorbaar. 'Het ziet er goed uit en wat mij betreft mag ze naar huis', glimlacht hij dan kleintjes. Ik schud zijn hand, 'bedankt', zucht ik opgelucht. 'Beterschap', knikt de arts. 'Ik zal goed op haar passen', mompel ik en ik loop door naar de blauwe deur. 

Zachtjes duw ik de deurklink naar beneden, ik hou mijn adem in en loop de schemerdonkere kamer in. Er hangt een groot, groen gordijn. Verder is de kamer, op een verdwaalde stoel na, leeg. Met één hand schuif ik het gordijn een stukje opzij en dan zie ik haar liggen. Opgelucht blaas ik mijn adem uit, de stress vloeit langzaam uit mijn lichaam. 

Ze ligt er prachtig bij, haar ogen zijn gesloten en haar losse bruine haren waaieren verdwaald over het kussen. Ik staar stilletjes naar haar en dan opent ze haar ogen. 'Hey', glimlacht ze kleintjes, 'je bent er'. 'Ja, ik ben er', zeg ik zachtjes, 'ze hadden je opeens voor me verstopt'. Ze kijkt me aan, haar ogen zijn vochtig. 

Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now