Hoofdstuk 77

168 6 1
                                    

Eva

Wolfs springt op van zijn stoel, 'hey Eef, hoe was het? Heb je het leuk gehad. Hoe is het met Marion? En met Frits, hoe is het met Frits', begint hij zenuwachtig te ratelen. Onderzoekend kijk ik hem aan, zijn plotselinge vragenvuur laat de alarmbellen in mijn hoofd rinkelen. 'Wat heb je', vraag ik bezorgd. Wolfs gaat met zijn hand door zijn haar, het valt me op dat zijn vingers trillen. 

Een onrustig gevoel verspreid zich door mijn lichaam, 'wat is er nou, je maakt me ongerust', dring ik aan. 'Eef ehm', hakkelt hij onhandig, 'ga even zitten, we ehm hebben een verrassing voor je..'. 'Nee, ik blijf liever even staan', ik sla mijn armen over elkaar en staar hem dwars aan, 'en nu ga je vertellen wat er aan de hand is'. 

Op dat moment valt mijn oog op een kooitje in de hoek van de keuken. Opeens begint er iets te dagen. Het tabblad van het asiel op mijn laptop en de afgelopen dagen was hij telkens stiekeme dingen aan het doen op zijn eigen computer. Hij zal toch niet... Nee, dat zou hij nooit doen zonder het eerst met mij te overleggen. Toch.. 'Wolfs', vraag ik dreigend, 'wat is dat'. 

'Dat uhm is een bench' zegt hij aarzelend. Ik moet mijn best doen om mijn emoties te bedwingen, ik zie dat Wolfs zijn adem inhoudt. Het is ijzig stil in de keuken. Rafael en Fleur houden angstvallig hun mond, de spanning is om te snijden. Met grote stappen loop ik in de richting van het kooitje, in het schemerdonker zie ik iets bewegen. 

Twee felle oogjes kijken me door de tralies aan. 'Floris Wolfs, wat is dat', roep ik met ingehouden woede. 'We hebben een kat gekocht mama', schreeuwt Sepp plotseling en hij rent naar me toe. 'Hij is zo lief mama', zegt hij blij en hij knuffelt mijn benen. Ik sta perplex, ik wil van alles roepen maar de woorden blijven steken in mijn keel. 

Mijn brein maakt salto's en ik krijg kortsluiting in mijn hoofd, dan is er alleen nog maar statische ruis. Al mijn spieren spannen aan en mijn oren suizen. 'Ik weet dat ik met je had moeten overleggen, maar ik dacht dat je nooit overstag zou gaan. Dus ik dacht dat het beter was om ehm..', ratelt Wolfs. 'Ik dacht dat ik duidelijk was geweest, dat ik geen kat wilde', sis ik nijdig tegen Wolfs. 

'Ja ehmm Eef, er is nog iets', zegt hij voorzichtig. 'Wat', grom ik met samengeknepen ogen. Hij haalt diep adem, 'we hebben er twee', zegt hij dan plompverloren. Binnen in mij ontploft er iets, er komt nog net geen stoom uit mijn oren. Woedend kijk ik hem aan, mijn ogen spuwen vuur. 'Dit gesprek is nog niet afgelopen', snauw ik bars. 

Hardhandiger dan mijn bedoeling is, trek ik Sepps armen los van mijn benen, mijn zoontje begint geschrokken te huilen. Meteen voel ik me schuldig, maar ik ben te boos om hem te kunnen troosten. Zonder Wolfs nog een blik waardig te gunnen, draai ik me om en been stampvoetend de trap op. 

Boven knal ik woest de slaapkamerdeur open en laat me languit op het bed vallen. Wild stomp ik in de kussens. Wie denkt hij wel niet dat hij is. Hij weet dat ik het niet wil, dat ik er nog niet aan toe ben en toch sleept hij een dier mee naar huis. Hij walst zo over mijn mening heen, alsof het hem niet uitmaakt. Ik maai woest met mijn armen om me heen. 

Machteloos gooi ik een kussen door de slaapkamer, dof klapt het tegen de badkamerdeur. De ergste woede ebt langzaam weg en maakt plaats voor een verdrietig gevoel. Ik wil helemaal geen ruzie. En al helemaal niet met Wolfs, waarom doet hij nou zoiets. Hij wist hoe ik hierin sta. Toch leek hij net in de keuken te hopen op een andere reactie. 

Maar wat voor reactie had hij dan verwacht, hij kent me. En Sepp, mijn kleine vriendje, ik heb hem ook nog pijn gedaan. Die gedachte maakt diepe krassen op mijn moederhart. De tranen branden achter mijn ogen en ik probeer driftig om de brok in mijn keel weg te slikken. Arm kind, ik heb hem gewoon van me afgeduwd en net gedaan of zijn verdriet me niet interesseerde. 

Fleva Forever AfterWhere stories live. Discover now