Hoofdstuk 76: Jace

66 4 0
                                    

We keren met zijn vieren terug naar huis. Mijn lippen tintelen nog van het langdurige kussen met Kyle. Ik slaak een zucht. Ik kan het nog steeds niet helemaal geloven... Kyle en ik hebben onze vingers in elkaar verwikkeld. Noël en Isaac hebben ons toch al gezien, dus het maakt niet uit. Al snel komen we bij ons huis aan. 'Moeten we van slaapkamer wisselen?' vraagt Isaac aan Kyle. 'Graag!' zegt Kyle enthousiast. Ik rol met mijn ogen. Nadat ik mijn tanden heb gepoetst en me heb uitgekleed, ga ik in bed liggen. Kyle ligt al in bed. Hij draait zich naar me toe en drukt een kus op mijn neus. Glimlachend sluit ik mijn ogen.

'Heeft iemand mijn korte broek gezien?' roept Kyle door het huis. 'Let toch op je eigen spullen!' schreeuwt Noël terug. Kyle komt onze kamer inlopen. 'Heb jij een korte broek gezien?' vraag ik. 'In de hoek ligt een broek,' zeg ik, terwijl ik naar de broek wijs. 'Je bent een held,' antwoordt Kyle. Hij gooit de broek in zijn koffer. Hij loopt naar de deur, doet hem dicht en loopt weer naar me toe. 'Wat is er?' zeg ik verbaasd. 'Zijn we - eh - iets?' vraagt hij verlegen. Ik zucht. 'Je maakt me het heel lastig. Ik zou dolgraag willen dat we iets zijn, maar je hebt me al zo vaak in de steek gelaten.' Het is even stil. 'Ik zou ook willen dat het anders was,' antwoordt Kyle dan. 'Ik verdien ook eigenlijk geen nieuwe kans, maar fuck- Jace, je doet echt iets met me.' Ik hou mijn adem in. 'Ik weet het niet,' zeg ik.

'Is iedereen ingepakt?' vraagt Noël. Iedereen knikt. 'Dan kunnen we nog even de stad in, toch?' zegt hij. 'Zeker,' antwoordt Kyle. 'Hebben we trouwens ergens een paracetamol? Mijn hoofd barst.' Noël rommelt in zijn tas en haalt er een strip paracetamols uit. 'Hier,' zegt hij. Kyle neemt de strip en drukt er een paracetamol uit, die hij inslikt met wat water. 'Ik ben klaar om te gaan,' zegt hij daarna. We laten de spullen achter in ons huis en nemen de metro. 'Waar gaan we heen?' vraag ik. 'We gaan gewoon de stad in en daarna gaan we ergens lunchen,' antwoordt Noël. 'Dat klinkt als een plan,' zegt Kyle. Nadat we een flinke tijd in de stad hebben rondgelopen, besluiten we om te gaan eten. We vinden een cafeetje en gaan aan een tafeltje zitten. 'Laatste dag samen,' zegt Isaac. Een beetje verschrikt kijk ik hem aan. 'Dat is waar ook,' mompelt Kyle. 'Wat ga je doen, nadat wij naar huis zijn gegaan?' vraag ik. 'Ik blijf nog een tijdje in Parijs, aangezien ik nog vakantie heb en daarna ga ik maar weer eens naar huis,' antwoordt Isaac. 'We gaan je wel missen,' zegt Kyle. 'We zijn er namelijk een beetje gewend aan geraakt dat jij er ook bent.' Isaac knikt en glimlacht kleintjes. 'Ik ben blij dat ik jullie heb mogen leren kennen.' Ons gesprek wordt onderbroken door de ober die ons eten komt brengen. We bedanken hem en beginnen aan onze maaltijd. 'Ga je nog wel mee naar het station?' vraag ik aan Isaac. Hij knikt. 'Natuurlijk.'

Na onze maaltijd keren we weer terug naar huis. 'Heeft iedereen zijn spullen?' vraagt Noël. Isaac en ik staan beiden al klaar voor de deur. 'Heel even!' roept Kyle. Hij komt snel bij ons staan. 'Nu ben ik ook klaar!' lacht hij. 'Laten we dan gaan,' zegt Noël. Hij duwt ons de deur uit en doet hem op slot. De sleutel gooit hij, zoals afgesproken, door de brievenbus. 'Wie weet welke metro we moeten nemen?' vraagt Kyle. 'Het is maar goed dat ik dat weet,' moppert Noël. Dankzij Noël belanden we in de goede metro richting het centraal centrum. 'Het is maar goed dat jullie niet in de spits reizen,' merkt Isaac op. 'Dat is echt onmogelijk met zulke koffers.' Ik knik. Na een tijdje bereiken we het centraal station. 'Noël, weet je weer welke trein we moeten nemen?' vraag ik. 'Natuurlijk,' antwoordt hij zuchtend. 'Wat zouden we nou zonder jou moeten?' zeg ik grappend. Hij glimlacht. Met zijn allen lopen we naar het juiste perron. 'We hebben nog een kwartiertje voor de trein komt,' zeg ik. 'We zijn goed op tijd,' antwoordt Noël. 'Gaat het?' vraag ik aan Isaac. Hij is al een tijdje stil geweest. Ik weet dat hij nooit zo spraakzaam is, maar nu is de situatie anders. Hij knikt afwezig. 'Ik vind het een beetje jammer dat jullie weer naar huis gaan.' Ik leg mijn hand op zijn schouder. 'We komen vast wel weer een keer naar Frankrijk en dan zoeken we je op,' zeg ik. 'Anders kom jij ook een keer naar Nederland,' stel ik voor. Hij knikt. 'We zullen zien wat de toekomst zal brengen.'

De trein komt aanrijden. Één voor één nemen we afscheid van Isaac. Ik ben als laatste aan de beurt. Ik sla mijn armen om hem heen. Terwijl ik dit doe, vraag ik me af of ik dit al eerder heb gedaan. 'Ik vond het heel gezellig met je,' zeg ik tegen hem. 'Ik vond het ook erg gezellig met jou,' antwoordt Isaac. We maken ons los uit de omhelzing en houden even elkaars handen vast. 'Ik hoop dat alles je goed zal gaan,' zeg ik. 'Ik hoop hetzelfde voor jou,' zegt hij glimlachend. 'Ik hoop ook dat Kyle en jij samen door jullie problemen kunnen komen,' zegt hij hierna. Een beetje verbaasd kijk ik hem aan, maar daarna glimlach ik. 'Kom jij ook, Jace?' roept Noël. Samen met Kyle en hun koffers staat hij in de deuropening van de treindeur. Ik geef Isaac nog een laatste knuffel, grijp mijn koffers en stap naar binnen. Met zijn drieën zwaaien we tot de treindeuren dichtgaan. Langzaam zet de trein zich in beweging. We zoeken een plaats op en gaan daar zitten. 'Ik kan niet geloven dat onze vakantie nu al voorbij is,' zeg ik zacht.

LeugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu