Hoofdstuk 37: Kyle

367 31 39
                                    

Jace overdrijft wel een beetje. Ik zucht. Waarom is het zo'n probleem als er nog iemand meereist? Hij hoeft zich echt niet bedreigd te voelen. En bovendien ben ik nog jong. Ik hoef me echt niet aan iemand te hechten. Waarom maakt Jace er nou zo'n probleem van? Ik schop tegen een steentje. Ik heb mijn handen in mijn zakken gestoken. Langzaam begin ik aan de weg terug. Terwijl ik naar huis loop, kijk ik om me heen. Isaac is nergens meer te bekennen. Nu hoop ik maar dat hij op komt dagen als we gaan vertrekken. Anders is Jace voor niks zo boos weggelopen. Ik grinnik. Er is alleen wel een probleem. Ik heb geen huissleutel meegenomen. Ik stop voor onze deur. Zou ik aanbellen? Ik besluit om het erop te wagen en bel aan. Het duurt een tijdje voordat iemand opendoet. Het is Noël. Hij zegt niets en loopt weer weg. Weet hij het? Ik haal mijn schouders op. Vast wel. Ik stap naar binnen en doe de deur achter me dicht. Ik loop naar mijn kamer en tref Jace daar aan. Ik sluit de deur. 'Wat is er nou?' vraag ik. Jace kijkt op en slaat zijn blik weer neer als hij mij ziet. 'Wat?' zeg ik bozig. Hij kijkt me weer aan. Deze keer is zijn blik gevuld met haat. 'Wat is er?' roept hij. Hij staat op en loopt op me af. Hij port met zijn vinger tegen mijn schouder. 'Jij bent het hele probleem!' roept hij. 'Ik?' roep ik terug. 'Wat doe ik dan?' Jace kijkt me zo haatvol aan dat ik terugdeins. 'Jij doet niks?' schreeuwt hij. 'Waarom kus je dan met andere meisjes als je mij ook kust? Waarom laat je me elke keer weer in de steek? Waarom nodig je ineens een andere jongen uit? Waarom, oh, waarom? Weet je, Kyle, fuck you! Het is compleet over tussen ons! Als 'ons' ooit bestond!' Woedend stormt hij de kamer uit. Verbijsterd blijf ik achter. Ik knipper met mijn ogen. Wat is er zojuist gebeurd? Ik ga zitten. Heeft Jace me net... Gedumpt? Was er überhaupt iets tussen ons? Ik ben nog nooit gedumpt. Ik heb ook nooit eerder een relatie gehad, maar toch. Ik zucht diep. Vakantie, altijd leuk.

'Hoe heette die gast nou?' vraagt Noël voor de vierde keer. 'Isaac,' zucht ik. 'Hij zou er elk moment moeten zijn.' Noël knikt bedenkelijk. 'Anders vertrekken we zonder hem.' Ik schud mijn hoofd. 'Dat is gemeen!' 'Jij bent gemeen,' hoor ik Jace zacht mompelen. De hele middag was een hel. Jace ontweek me en als ik hem tegenkwam, keek hij me niet eens aan. Volgens mij is het deze keer echt mis. Maar dat maakt niet uit. Ik heb ook nog andere vrienden. Ik glimlach. Dan zie ik Isaac. 'Isaac!' roep ik. Hij steekt een hand op, maar glimlacht niet. Waarom zou hij ook? Ik grijns. Noël trekt zijn wenkbrauwen op. 'Is dat hem?' vraagt hij. Ik knik tevreden. 'Hij is wel aantrekkelijk,' lacht hij. Ik bloos meteen. 'Daar gaat het me niet om,' zeg ik snel. Ik werp een blik op Jace. Hij zit te frummelen met het koord van zijn vest. Hij kijkt naar de grond. Ergens heb ik toch wel medelijden met hem. Eigenlijk heb ik echt heel veel medelijden met hem, maar dat probeer ik te verbergen. Isaac is inmiddels bij ons komen staan. 'Bonjour,' zegt hij kalm. Hij lijkt de teleurgestelde blik van Jace niet te zien. 'Bonjour!' zeg ik enthousiast. 'Comment ça va?' Noël zucht. 'We hebben geen tijd voor beleefdheden,' zegt hij gewoon in het Nederlands. 'We moeten echt gaan.' Ik knik. We beginnen te lopen. Isaac gaat niet naast me lopen, maar gaat ergens in het midden lopen. Ik ga wat sneller lopen en loop al snel naast hem. 'Probeer je me nou te ontwijken?' grap ik in het Frans. Hij kijkt me slechts aan. Ik lach ongemakkelijk. Waarom is hij zo moeilijk te doorgronden? Isaac heeft zijn blik op de weg voor hem gericht. Hij heeft een kleine rugzak bij zich, verder niks. 'Heb je niks anders bij je?' vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. 'Heb je niks anders nodig?' zeg ik verbaasd. Ik krijg geen antwoord terug.

Ik zwijg totdat we bij het station zijn aangekomen. Isaac lijkt op sommige momenten meer te praten dan op andere momenten. 'Daar komt onze trein!' roept Noël. Hij snelt naar het perron. Wij volgen gedwee. Zodra de deuren opengaan, stappen we allemaal naar binnen. We zoeken een plek. Uiteindelijk vinden we een plek met twee banken tegenover elkaar. De banken zijn gemaakt voor twee personen. Het enige probleem is dat we met zijn vijven zijn. 'Jace is dun,' lacht Noël. 'Hij kan wel tussen ons in.' Hij wijst naar Jules. 'Isaac is ook dun,' antwoordt Jules. 'Misschien kunnen jullie drieën beter naast elkaar.' 'Jij wilt beweren dat jij zo'n kast bent?' lacht Noël. Jules bloost. 'Grapje, schat!' lacht Noël. 'Je bent wel gespierd.' Isaac kijkt een beetje onbegrijpelijk toe. 'Jij gaat samen met Jace en Noël op een bankje,' leg ik uit in het Frans. Hij knikt. 'I can talk English if you guys want me to?' stelt hij ineens voor. 'Dat zou handig zijn,' lacht Jules in het Engels. 'Niet iedereen kan Frans praten hier.' Hij grijnst. Isaac gaat aan de raamkant zitten en Jace komt naast hem zitten. Als laatst komt Noël ernaast zitten. Ik ga aan de overkant met Jules zitten. Een beetje jaloers kijk ik toe hoe Jace wel heel dicht bij Isaac zit. 'Dus,' begint Jules de conversatie in het Engels. 'Waar kom je vandaan?' Isaac kijkt hem aan. 'Frankrijk,' zegt hij. Jules begint te lachen. 'Ik had ook niet anders verwacht,' glimlacht hij. Ik kijk naar Jace. Hij lijkt geïnteresseerd te zijn in Isaac, want hij luistert naar het gesprek. Isaac geeft de hele tijd antwoorden op de vragen van Jules. Ik zie hoe hij vanuit zijn ooghoeken even naar Jace kijkt. 'Gaat het wel?' vraagt Isaac aan hem. Jace knikt. Tot mijn grote verbazing glimlacht Isaac even naar Jace.

~~~~~

Even een extra hoofdstukje! ^^

LeugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu