Hoofdstuk 45: Noël

303 30 35
                                    

Ik word wakker met pijn in mijn rug. De bank ligt alles behalve comfortabel. Gelukkig hoef ik na deze nacht niet meer op de bank te slapen. Ik kijk er nu al naar uit om op een heerlijk, zacht bed te slapen. Ik rek me uit. Misschien moet ik straks een paar rekoefeningen doen om mijn rug een beetje te laten ontspannen. Ik pak mijn kleding en loop slaperig naar de badkamer. Iedereen lijkt nog te slapen, want ik hoor nog geen geluiden uit de slaapkamers komen. Ik draai de badkamerdeur achter me op slot en kleed me uit. Ik stap onder de douche. Het warme water lijkt de pijn in mijn rug te verzachten. Ik zucht. Wat zou de rest van me denken? Ze weten wat ik ben, maar ik heb ze er niet echt veel over gehoord. Het leven is zo lastig. Maken jongens zich er wel druk om? Ligt het aan mij? Denk ik er zo veel aan, omdat ik een meisje ben? Ik zou het echt niet weten. Ik draai de douche dicht en droog mezelf af. Ik kijk in de spiegel. Ben ik de laatste tijd afgevallen? Dat zou de droom van elk meisje zijn, maar ik ben er niet zo blij mee. Mijn gezicht ziet er anders uit. Het ziet er meer meisjesachtig uit doordat ik gewicht heb verloren. Mijn jukbeenderen zijn veel duidelijker te zien. Ik ga er met mijn vinger langs. Ik eet niet meer zo veel, omdat ik me zorgen maak om alles. Dat moet veranderen. Ik kleed me aan en glip de badkamer weer uit. Jace zit al aan de eettafel. 'Goedemorgen,' mompel ik. 'Goedemorgen,' antwoordt hij glimlachend. Hoe kan hij zo vrolijk zijn in de ochtend?

Jace en ik staan beiden in de woonkamer op de rest te wachten. Ik heb zwarte bergschoenen aan en een kleine rugzak op mijn rug. 'Schiet eens op!' roep ik. 'Rustig!' roept Kyle even hard weer terug. Ik zucht. Ik wil gewoon gaan. Jules wilde graag een wandeling maken en ik wil het liefst nu vertrekken. Helaas is niet iedereen zo snel. Isaac komt naast ons staan. Hij is nu ook klaar. Kyle en Jules zijn wel erg sloom. Ik zucht overdreven. De grote leider is zelf nog niet klaar. Daarmee bedoel ik Jules. 'Ik kan de kaart niet vinden!' roept Jules vanuit de slaapkamer. 'Ik kijk wel even,' zeg ik tegen de rest en loop naar de slaapkamer. Zodra Jules mij ziet, verstijft hij. 'Hoi,' zegt hij koeltjes. Ik slik, maar probeer er geen aandacht aan te besteden. Ik kijk de kamer rond. Ik ga op mijn knieën zitten en kijk onder de bedden. Hebbes! Ik pak de kaart onder Jules' bed vandaan. Ik ga weer staan en overhandig de kaart aan Jules. Onze vingers raken elkaar even. Er gaat een grote schok door me heen en het duurt even voor ik Jules weer in zijn ogen durf te kijken. 'Dankjewel,' zegt Jules zacht. Zijn ogen werken hypnotiserend. Waarom zijn ze dan ook zo blauw? 'Gra-ag ge-daan,' stotter ik en vlucht de kamer uit.

We lopen met zijn alleen naar de rand van de camping. 'Als we dit pad ingaan,' begint Jules. 'Dan komen we aan de andere kant van de camping weer aan.' Ik knik. 'Hoe lang gaat deze onzin duren?' vraagt Kyle. 'Ongeveer drie uur,' antwoordt Jules. 'Drie uur?' roept Kyle. 'Vind je dat niet een beetje lang?' Jules schudt zijn hoofd en glimlacht. Fuck, zijn glimlach is zo cute. Ik schud mijn hoofd. Dit soort dingen mag ik niet denken. Drie uur lang wandelen. Het is niet het ergste van de wereld, maar super leuk vind ik het nou ook weer niet. Omdat Jules het is, vind ik het leuk. Helaas vind Jules mij minder leuk. Ik zou hier niet meer aan moeten denken. Ik word er alleen verdrietig van. Ik zet mijn verstand op nul. 'Laten we dan gaan?' vraag ik. Jules knikt en begint te lopen. Hij reageerde op mijn voorstel. De vlinders in mijn buik fladderen weer op. Ho, wacht. Fladder maar weer terug naar beneden. Het gaat helemaal niks worden. Ik heb hem voorgelogen. De realiteit slaat in als een bom. Ik ben hem kwijt, echt kwijt. Ik bijt op mijn lip om niet in tranen uit te barsten. De liefde van je leven kun je toch niet zomaar kwijtraken? Ik wil Jules. Ik wil hem niet kwijt.

Ik loop een tijdje alleen, maar gelukkig komt Jace naast me lopen. 'Gaat het?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. Gaat het als je niet weet wat mensen van je denken? Gaat het als je niet weet of je vrienden nog wel je vrienden zijn? Ik weet het niet. Ik schud mijn hoofd. Jace slaat een arm om me heen. 'Ik snap nu waarom je nooit ging zwemmen,' zegt hij zacht. 'Ik snap nu waarom je niet vaak bleef logeren. Ik snap nu een heleboel dingen.' Ik glimlach zwakjes. 'Dank je.' Jace glimlacht. 'Kyle draait wel weer bij.' Zou Kyle bijdraaien? Ik weet het niet zeker. 'En Jules?' vraag ik. Jace zucht. 'Dat zou ik echt niet weten.' Ik kan mijn teleurstelling niet verbergen. 'Het komt wel goed' zegt Jace zacht. Ik zucht. 'Ik hoop het maar.' Jace loopt nog een hele tijd met een arm om me heen, maar laat zijn arm na een tijdje van mijn schouders glijden. 'Misschien moet ik jou ook vertellen over mijn problemen,' zegt hij bedenkelijk. 'Je vindt Kyle leuk?' zeg ik vragend. Jace knikt en ik zie hem slikken. Hij begint te vertellen. Hij vertelt me alles. Hij vertelt me hoe hij zich voelt en hoe hij niet weet wat hij nu moet doen. Ik luister geduldig. Na zijn verhaal slaak ik een diepe zucht. 'Ik wist dat er iets tussen jullie was,' mompel ik. 'Ik had alleen niet verwacht dat het zo erg was. Ik snap niet dat Kyle je dit aandoet. Je verdient dit niet. Je bent een hartstikke lieve jongen.' Jace bloost. 'Wat moet ik doen?' vraagt hij. 'Kyle lijkt de weg een beetje kwijt te zijn,' antwoord ik. 'Ik zou hem even laten.' Jace knikt. 'Dat ben ik nu ook aan het doen.' Het leven is soms zo lastig. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor anderen.

~~~~~

Het volgende hoofdstuk komt wel op tijd, ik beloof het. Met trots kan ik zeggen dat ik EINDELIJK weer een hoofdstuk heb kunnen schrijven.

LeugensWhere stories live. Discover now