Hoofdstuk 65: Noël

74 3 0
                                    

Om acht uur in de ochtend sta ik op. Ik heb aan één stuk door geslapen. Isaac staat ontbijt te maken in de keuken. Hij is een ei aan het bakken. 'Goedemorgen, vroege vogel!' lach ik. 'Goedemorgen,' antwoordt hij. Ik ga aan de keukentafel zitten en check de berichten op mijn mobiel. De chat tussen Jules en mij is al niet meer te zien. Ik scroll een beetje naar beneden en de chat verschijnt op mijn beeldscherm. Ik bijt op mijn lip. Is het normaal op hem een berichtje te sturen? Ik mis hem. Aarzelend hangen mijn vingers boven mijn toetsenbord. Nee, ik doe het niet. Ik stop mijn mobiel in mijn zak om de verleiding te weerstaan. 'Wil jij een eitje?' vraagt Isaac. 'Graag,' glimlach ik. Hij laat het ei van de pan op mijn bord glijden en overhandigt het bord aan me. 'Dankjewel!' zeg ik. Isaac begint aan een nieuw ei. Nadat hij daarmee klaar is, komt hij bij me aan de keukentafel zitten. Samen eten we ons ontbijt op. 'Hadden jullie al iets gepland?' vraag ik. 'Kyle wilde de Eiffeltoren zien,' begint Isaac. Ik grijns. Dat verbaast me echt niet. 'Jace wilde graag een boottocht maken op de Seine,' zegt hij glimlachend. Ik kijk hem een beetje verbaasd aan. Glimlachen doet hij niet echt vaak. 'Dat kan geregeld worden,' zeg ik. 'Het gaat vast wel leuk worden.'

Dan lopen we met zijn allen in Parijs. Ik zie hoe Kyle en Jace hun ogen uitkijken. Ik glimlach. Ze lopen naast elkaar. Af en toe raken hun handen elkaar. Na een tijdje bereiken we de Eiffeltoren. 'Gaan we naar boven?' vraagt Kyle. 'Rustig!' lach ik. 'Laten we eerst de tijd nemen om dit prachtige bouwwerk te bekijken.' Ik pak mijn telefoon en maak een aantal foto's van de Eiffeltoren. Daarna draai ik de camera om en maak een foto van mezelf met de Eiffeltoren op de achtergrond. Jace gaat snel naast me staan en lacht vrolijk. Nadat ik de foto's heb gemaakt, kijk ik ernaar. Jace kijkt mee. 'Die is wel leuk!' zegt hij terwijl hij naar een foto wijst. 'Zullen we ook met zijn vieren op de foto gaan?' vraagt hij. Ik knik. 'Laten we aan iemand vragen of diegene de foto wil maken.' Ik loop naar een onbekende man toe en vraag aan hem of hij een foto wil maken. Hij antwoordt met ja en neemt mijn telefoon aan. Ik roep iedereen bij elkaar en we gaan naast elkaar staan. De man maakt een hoop foto's en overhandigt mijn telefoon weer aan me. Ik bedank hem en kijk naar de foto's. Isaac staat een beetje ongemakkelijk naast ons drieën. Hij glimlacht niet. Natuurlijk niet. Wat had ik ook verwacht? Ik realiseer me dat we nog niet veel foto's met elkaar hebben gemaakt deze vakantie. We waren vast veel te veel plezier aan het maken... Of veel te veel ruzie.

'Zeg, duurt dit nog lang?' klaagt Kyle. Hij kijkt over de rij heen. 'Jij wilde per se naar boven,' antwoord ik. 'Nu niet meer,' mompelt hij. We staan in de rij voor de Eiffeltoren en ik ben bang dat het nog wel een tijdje gaat duren voor we aan de beurt zijn. Isaac wilde niet mee, want die was al een keertje op de Eiffeltoren geweest. Daarom sta ik hier nu met Kyle en Jace. Ik kijk naast me. Jace staat afwezig voor zich uit te staren. Ik wuif met mijn hand voor zijn gezicht. 'Ben je er nog?' lach ik. 'Vast wel,' zegt hij zacht. 'Ik vind het alleen niet zo fijn om met zoveel mensen op een kluitje te staan. Ik denk dat ik naar Isaac toe ga.' Voordat ik iets kan zeggen, is hij uit de rij verdwenen. Kyle heeft een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht gekregen. 'Willen we blijven wachten?' vraag ik. Hij haalt zijn schouders op. 'Eigenlijk wil ik wel heel graag op de top van de Eiffeltoren staan,' bekent hij. 'Als jij dat wilt, doen we dat ook!' zeg ik en sla een arm om zijn schouder. 'Dankjewel,' zegt hij grijnzend. 'Ik sta bij je in het krijt.'

We kunnen ook in de rij voor de trap gaan staan, bedenk ik me opeens. Ik grijp Kyle bij zijn arm en trek hem uit de rij. 'Wat doe je?' roept hij uit. 'We gaan met de trap,' grijns ik. We gaan in de rij voor de trap staan. Dit lijkt een stuk sneller te gaan, want al snel hebben we kaartjes gekocht en kunnen we beginnen met traplopen. Het valt best mee, ondanks dat het veel treden zijn. 'Wauw,' mompelt Kyle als we op de tweede verdieping aankomen. Ik kijk mijn ogen uit. 'Dit uitzicht is geweldig,' zeg ik zacht. We maken een paar foto's en nemen vervolgens de lift naar de derde verdieping. Daar is het uitzicht nóg mooier. Ik ben even niet in staat om iets te zeggen. Dit had ik absoluut niet verwacht. Ik ga bij de rand staan en kijk naar beneden. Ik word er bijna duizelig van. 'Dankjewel,' zegt Kyle zacht. Ik kijk hem glimlachend aan. 'Zullen we samen een foto maken?' vraag ik. 'Prima,' antwoordt hij. Nadat we dat hebben gedaan, blijven we nog een tijdje boven om alles in ons op te nemen. Terwijl ik over Parijs aan het kijken ben, vraag ik me toch stiekem af wat Jace en Isaac aan het doen zijn. Ondanks dat Jace prima voor zichzelf kan zorgen, voel ik me op een bepaalde manier verantwoordelijk voor hem. Ik heb hem alleen met Isaac beneden achtergelaten. Zo goed kennen we Isaac niet. 'Zullen we weer naar beneden gaan?' vraag ik aan Kyle. Hij knikt. 'We hebben dit uitzicht wel weer gezien.' We gaan met de lift naar beneden en hebben al gauw weer de vaste grond onder onze voeten. Ik kijk om me heen. 'Zie jij Jace ergens?' vraag ik. Kyle haalt zijn schouders op. 'Niet meteen.' Ik bijt op mijn lip. Ik mag hopen dat hij hier nog ergens is.

LeugensWhere stories live. Discover now