Hoofdstuk 69: Kyle

81 4 0
                                    

Zodra Jace de kamer weer in komt lopen, kijk ik op. Een zucht verlaat mijn lippen. Ik heb het goed verpest. 'Ik ga naar bed,' zegt Jace. Ik kan niet ontkennen dat ik niet teleurgesteld ben. Ik knik. Hij loopt zijn kamer in. Ik hoor hem nog een tijdje stommelen, maar na een tijdje wordt het stil. Mijn ogen richten zich op Isaac. Hij zit voor zich uit te staren. 'Je denkt vast dat we allemaal niet sporen,' lach ik ongemakkelijk. Hij schudt zijn hoofd. 'Een vakantie kan allerlei dingen in een mens naar boven halen.' 'Hoe zit het met jou?' vraag ik. 'Hoe bedoel je?' antwoordt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, laat maar.' Ik loop de kamer uit en sluit mezelf op in de badkamer, nadat ik eerst mijn joggingbroek heb gepakt. Ik ga op de grond zitten. Mijn ogen glijden langs mijn armen. Ze zijn nog erg bekrast. Ik zucht en ga met mijn vinger langs mijn arm. Hoewel alles aan het genezen is, ben ik er zeker van dat er sporen zullen achterblijven. Ik haat het nu al. Ik pak de crème uit het kast die de dokter had voorgeschreven. Het zou je littekens moeten helpen genezen. Ik geloof er niks van. Toch smeer ik een laag op mijn armen. Dan maar voor de wetenschap. Na het smeren, poets ik mijn tanden en spring ik in mijn joggingbroek. Ik loop de badkamer uit en ga naar onze slaapkamer. Helaas slaat onze niet op Jace en mij, of op Isaac en mij, ik weet het niet. Ik open de deur en zie hoe Noël net in zijn bed gaat liggen. Stilletjes ga ik naast hem liggen en probeer in slaap te komen. Dit gaat alles behalve makkelijk. Eerst lig ik een eeuwigheid te draaien. Dan lig ik helemaal stil, maar vat de slaap me nog steeds niet. Uiteindelijk ben ik er helemaal klaar mee. Ik stap uit bed en verlaat de slaapkamer. In de woonkamer tref ik Jace aan. Hij kijkt me een beetje ongemakkelijk aan. 'Ook hallo,' zegt hij zacht. Twijfelend sta ik in de deuropening. Zou ik naast hem gaan zitten? Ik besluit om het te doen. Ik heb toch niet zo veel te verliezen.

Zodra ik naast hem gaat zitten, schuift hij een beetje op. Hij wil vast niet al te dicht bij me zitten. 'Ik heb het door,' zegt Jace plotseling. 'Ik weet wat er allemaal speelt.' Niet begrijpend kijk ik hem aan. 'Ik geloof dat we in een soort driehoek zitten,' legt hij uit. Ik snap nog steeds niet wat hij wil zeggen. 'Jij, Isaac en ik.' Ik laat de woorden tot me doordringen. 'Wat voor driehoek?' vraag ik. 'Dat weet je toch wel!' zegt Jace gefrustreerd. 'Jij vindt Isaac leuk, Isaac vindt-' Hij stopt met praten. 'Je snapt het wel,' mompelt hij. Met grote ogen kijk ik hem aan. 'Jij denkt dat ik Isaac leuk vind?' 'Dat is overduidelijk!' reageert hij meteen. Ik neem mijn tijd om ervoor te zorgen dat ik mijn boodschap over breng. 'Ik vind Isaac niet leuk.' 'En ik vind niemand van jullie op zo'n manier leuk,' zegt Isaac die ineens in de deuropening is verschenen. Jace zijn wangen kleuren felrood. 'Ik vind je een hartstikke leuke jongen, maar ik vind je niet op die manier leuk. Sorry als ik een verkeerde boodschap heb afgegeven.' Isaac likt zenuwachtig over zijn lippen. 'Het is oké,' zucht Jace. Hij staat op en pakt zijn jas. 'Ik moet even weg hier.' Hij stapt naar buiten en trekt de deur achter zich dicht.

'Is dat wel een goed idee?' vraag ik. Isaac schudt zijn hoofd. 'Helemaal niet, maar ik snap dat hij tijd nodig heeft. Het was ook niet echt netjes van mij om jullie gesprek af te luisteren.' Ik haal mijn schouders op. 'Het is beter nu dit uit de lucht is.' Hij gaat naast me zitten. 'Niet alles is verteld.' Ik geloof dat hij op mij doelt. 'Ik weet het niet,' zeg ik. 'Ik weet het wel,' zegt hij. 'Er is veel gebeurd tussen jullie en ik weet dat ik me niet zomaar kan bemoeien met alles, maar-' Hij haalt even adem. 'Er is duidelijk iets tussen jullie.' Ik druk mijn lippen stevig tegen elkaar aan. Hier wil ik dus absoluut niks over zeggen. 'Je hoeft het niet toe te geven,' zegt Isaac zachtjes. 'Maar ik zie het.' Mijn handen beginnen licht te trillen. 'Wil je er iets over kwijt?' vraagt hij. Dan vertel ik hem het hele verhaal. Alles deel ik met hem, ik deel zelfs de details. Na het verhaal is het een hele tijd stil. 'Ik heb het echt verpest,' zeg ik zacht. 'Ik heb het meerdere keren verpest.' Isaac knikt nadenkend. 'Je geeft wel om hem.' 'Natuurlijk!' roep ik boos uit. 'Ik geloof dat je moeite hebt met permanente relaties,' zegt hij. 'Dat kun je wel zeggen,' grom ik. 'Ik probeer het, maar er gaat altijd wel iets fout.' Isaac knikt. 'Leg Jace uit hoe je je voelt. Ik weet dat het klinkt als een meisjesding, maar hij is echt gekwetst, meerdere keren. Hij twijfelt aan zichzelf en al die keren dat het weer mis ging tussen jullie, helpen hem niet echt. Hij heeft het er echt zwaar mee. Ik probeerde hem te beschermen door ervoor te zorgen dat jij niet weer met zijn gevoelens ging spelen, maar ik kan duidelijk zien dat het ook aan jou vreet.' Ik haal mijn schouders op. 'Makkelijker gezegd dan gedaan.' Hij zucht. 'Je geeft om hem en hij geeft om jou. Samen kunnen jullie eruit komen.' 'Ben je toevallig een psycholoog?' lach ik. Hij schudt zijn hoofd. 'Ik kan mensen heel goed lezen.' Even aarzel ik, maar dan schraap ik mijn keel. 'Ik weet niet wat het is, maar jij bent anders dan anderen. Je duikt zomaar op, reist met ons mee en helpt mee met het oplossen van onze problemen. Ik wil je bedanken voor alles wat je hebt gedaan.' Isaac glimlacht. 'Geen probleem, ga Jace nu maar snel achterna.' 'Nu?' zeg ik verschrikt. 'Nu,' antwoordt hij.

LeugensWhere stories live. Discover now