Hoofdstuk 55: Noël

257 30 43
                                    

Kyle is echt gemeen. Ik snap niet dat ik dat niet eerder heb gezien. Woedend loop ik de woonkamer in. Ik schop tegen de bank aan. 'Gaat het?' vraagt Jules. Hij praat tegen me! Mijn wangen kleuren rood en ik schud mijn hoofd. 'Wat is er dan?' vraagt hij. 'Kyle maakte een vervelende opmerking,' antwoord ik. Hij knikt nadenkend en begint te praten. 'Zeg, Noël,' begint hij. Mijn hart gaat sneller kloppen wanneer hij mijn naam zegt. 'Ik ga weg,' zegt hij snel. Mijn hart stopt even met kloppen. 'Hoe bedoel je?' stotter ik. 'Ik ga naar huis,' zegt hij. 'Waarom?' vraag ik. 'Ik heb het hier niet naar mijn zin,' legt hij uit. 'Er is alleen maar ruzie en ik heb hier verder niet iets waar ik voor wil blijven.' Dat was mijn hart. Ik laat me op de bank vallen en staar hem ongelovig aan. 'Ik heb het al tegen Isaac en Jace gezegd,' zegt hij. 'Ik moet het ook nog aan Kyle zeggen en dan ga ik. Mijn tas is gepakt.' Ik begin sneller te ademen. Hoe kan hij dit maken? 'Ik ga, oké?' zegt hij vragend. Ik vlieg op hem af en sla mijn armen om hem heen. Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen. Ik wil hem niet meer loslaten. Hij omhelst me een beetje stijfjes. Dit is niet het afscheid dat ik voor ogen had. Afscheid hoort echt te zijn. Het voelt bijna alsof ik met een vreemde aan het knuffelen ben. Jules is compleet veranderd. Ik voel de tranen over mijn wangen stromen. Ze maken het shirt van Jules nat. 'Ik moet echt gaan,' hoor ik hem zeggen. Ik laat hem los en kijk in trance toe hoe hij naar buiten gaat. Hij kijkt niet één keer om. Ik laat me op de grond vallen en huil totdat ik geen tranen meer over heb.

Ik voel een warme hand op mijn rug en kijk op. Isaac kijkt me bezorgd aan. 'We hebben je even met rust gelaten,' zegt hij. 'Maar het is nu wel tijd om op te staan.' Hij helpt me overeind. Meteen druppelen de tranen weer over mijn gezicht. 'Misschien moet je maar even gaan slapen,' stelt hij voor. 'Slapen laat je de pijn even vergeten.' Ik knik gehoorzaam. Hij leidt me mijn slaapkamer in en slaat de deken over me heen. 'Kyle slaapt hier ook,' zegt hij aarzelend. 'Is dat oké?' Ik knik nogmaals. Niets maakt me meer uit. Hij loopt de kamer uit en doet de deur achter zich dicht. Ik hoor hem zachtjes praten met Jace. Arme Jace. Voor hem is het natuurlijk ook niet leuk. Ik luister naar alle geluiden om me heen. Dit is nog erger dan toen Jules en ik ruzie hadden. Nu is hij gewoon weg. Ik pak mijn mobiel van mijn nachtkastje en open Whatsapp. Ik ga naar de chat met Jules en scroll helemaal terug naar het begin. Het begin was zo mooi. Ik lees al onze gesprekken terug. Het doet me pijn. Alles was zo mooi. Waarom moet ik nou per se een meisje zijn? Ik haat het. Het verpest mijn hele leven. Moet ik dan toch voor een operatie gaan? Wil ik dat doen? Het zou dingen wel makkelijker maken. Maar het kost zoveel geld en ik vind het geen fijn idee dat mensen in mijn lichaam gaan snijden. Als ik het zou doen, zou Jules me dan wel willen? Ik weet het niet. Het leven is lastig.

De deur gaat krakend open. Ik zie hoe Kyle zijn hoofd om het hoekje steekt. Zijn haren zijn nat. Als hij ziet dat ik kijk, glimlacht hij. 'Hoe laat is het?' murmel ik. 'Het is nu twaalf uur,' antwoordt hij. 'In de nacht?' zeg ik verbaasd. Hij knikt. Ik heb lang geslapen. Toch wil ik nog steeds mijn bed niet uit. Ik draai me om en sluit mijn ogen weer. Ik voel hoe Kyle naast me gaat liggen. Gelukkig is het bed best groot dus we liggen niet dicht naast elkaar. Ik open mijn ogen even. De gordijnen zijn nog open. Ik vloek binnensmonds en sta op om ze dicht te doen. Ik schrik van een gedaante in de struiken. De persoon duikt meteen weer de struiken in. Ik staar met open mond door het raam. De persoon steekt zijn hoofd weer boven de struiken uit, maar duikt weer weg als hij mij ziet. Wat is dit nou weer? Vastbesloten doe ik de gordijnen dicht. Ik voel mijn hart snel kloppen. 'Kyle,' fluister ik. Hij kijkt me slaperig aan. 'Wat?' zegt hij. 'Er zat iemand in de struiken,' antwoord ik. Meteen gaat hij overeind zitten. 'Waarom heb je de gordijnen dan dicht gedaan?' vraagt hij. 'Ik wil dit vervelende kind wel zien.' Hij beent op het raam af en opent de gordijnen. Ik zie nog net iemand wegschieten in de struiken. 'Die idioot zit er nog steeds,' mompel ik. 'Ik ga wel even naar buiten,' grijnst Kyle. 'Niet doen!' zeg ik snel. 'Voor je het weet, is hij gevaarlijk.' Hij haalt zijn schouders op en loopt onze kamer uit. Ik loop hem achterna. Hij trekt zijn schoenen aan en ik volg zijn voorbeeld. Dan rennen we naar buiten. We lopen om het huisje en gaan naar de struiken toe. 'Kom eruit!' roept Kyle. 'We zullen je niks doen.' Hij knipoogt naar me. Het blijft stil. Er beweegt niets. Hij gaat met zijn handen door de struiken, maar vindt niks. 'Hij is er vandoor gegaan,' besluit hij. We lopen weer terug naar binnen, maar ik heb het gevoel alsof er iets niet klopt. Als we weer terug in onze kamer zijn, begint Kyle te praten. 'Het spijt me trouwens.' Ik sla mijn blik meteen neer. 'Je weet weer meteen de meest vervelende opmerking te maken,' antwoord ik. 'Ik weet het,' zucht hij. 'Ik ben er zelf niet trots op.' Ik ben blij dat hij zijn excuses wil aanbieden. 'Als je het maar niet nog een keer doet,' zeg ik zacht. Hij knikt. 'Ik zal het niet nog een keer doen.'

~~~~~

Ik moet helaas zeggen dat het schrijven nog steeds niet opschiet.

Leugensحيث تعيش القصص. اكتشف الآن