droom

39 2 0
                                    

(....)

Net voor ik wakker werd, liep ik op een dun koord over de grens tussen slapen en nadenken, en had ik een halve droom waarin ik in het gras lag en jij in het water stond. Toch waren we dichtbij elkaar. We hadden het over God; over hoe onze relatie met Hem als de nacht was; hoe het altijd overging, maar nooit écht. Hij kwam altijd terug, was altijd ergens. Ons geloof was zoals je in het water stond, half onder- en half bovenwater. Jij zei: ''ik zal psalmen over je schrijven''.

Het witte licht van de zon schilderde onze huid goud. Ik herinner me de warmte, vooral de warmte, en jij die verscheen en verdween en hoe ik twijfelde of alles echt was. Je noemde me Gideon.

Het water glinsterde en de wereld was lichtgroen. Ik zei: ''jij wil nooit iets voelen.'' Ik wilde het papier in ons lichaam uitvouwen en de tekst herlezen en opzeggen als Spreuken. We moesten drijven in ons gevoel, heel veel inademen en heel veel uitademen, ons verdriet leren glimlachen. Jij zei: ''met het ene verdriet is beter te leven dan met het andere.''

Je brandde altijd. Niet uit woede, maar uit angst. ''Er kan zoveel gebeuren,'' zei je en ik zei: ''dat is niet altijd negatief.'' En jij bracht me bilzekruid, lichtgeel als een kuiken, en je zei: ''het is vernoemd naar de God van het leven, maar ook de God van de dood'', en ik zei: ''hoe toepasselijk''.

Jij verscheen en verdween en mijn ruggengraat werd zacht, licht, ik was van water. Ik dacht aan wetenschap, aan onderzoeken, aan de radio uit elkaar halen om de muziek te vinden. Ik denk dat ik overstroomde en toen weer mens werd.

''Jij wil niet voelen,'' zei ik en in het echt zou je iets zeggen van: ''voelen is voor gelukkige mensen'' maar nu zei je: ''vandaag wel''. En het regende en jouw wimpers plakten samen. Je zei: ''liefde is als lopend vuur.''

Toen ik wakker werd, van het koord viel en in de werkelijkheid terechtkwam, voelde ik de zon nog steeds, warm als koorts. Ik dacht aan je, aan hoe jij verscheen en verdween, hoe jij een waanbeeld was, hoe jij nooit wilde voelen en daar wel, hoe mooi het is om teder te kunnen zijn. Ik dacht aan je met mededogen in mijn keel als tranen. Gemis als modder om mijn hart.

Gisteren mengde ik geroosterde aubergines met een saus van tijm en gember en het rook naar je. De juiste geur kan het missen doen ontsteken, wist je dat. Maar ik was verder gegaan met mijn dag. Had koffie gezet, een gedicht geschreven over de bomen in de ogen van een meisje dat ik niet ken, zodat een jongen die ik niet ken dat aan haar kon geven met Valentijnsdag. Hij betaalde me. Een soort creatieve prostitutie. Ik was naar buiten gegaan. De lucht was grijs, maar de huizen waren donkerbruin en de woonkamers brandden met oranje licht en ik dacht: dat is onze zon, deze winter, dit jaar, hier in Amsterdam.

Ik weet niet of je zal antwoorden. Je antwoordt altijd maar ik weet het nooit zeker. Ik zal moeten vertrouwen. Noem me maar Gideon. 

Yayımlanan bölümlerin sonuna geldiniz.

⏰ Son güncelleme: Jun 03, 2020 ⏰

Yeni bölümlerden haberdar olmak için bu hikayeyi Kütüphanenize ekleyin!

Ik was de maanHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin