Houden van

45 6 2
                                    

Mijn leven speelde zich af op het flitsend moderne communicatieve stelsel dat zich het internet noemt. Alles wat ik zei werd vertaald in een in een reeks onbegrijpelijke cijfers. Digitale middelen hadden mijn vriendschappen overgenomen. Als ik zei dat ik van iemand hield, dan zei ik dat via een veel te snel verstuurd onpersoonlijk sms-je, en dan vaak tegen acht jongens tegelijkertijd. Ik participeerde niet meer aan de maatschappij. 

De dokter zei dat wat ik deed ongezond was. 'Je moet leren houden van,' legde hij uit. Dat ik immuun geworden was voor het almachtige adoreren, en dat ik bang was om 'ik hou ook van jou,' te zeggen. Dat ik moest leren om het te menen, als ik zei dat ik gelukkig was.

En begrijp me niet verkeerd, ik wilde van iemand houden. Ik wilde dat echt. Ik kon dan ook heel goed van mensen houden, en dat tegen ze zeggen via een veel te snel verstuurd onpersoonlijk sms-je. Ik kon zo goed van mensen houden, dat ik van tien verschillende jongens tegelijkertijd hield. Mijn dokter zei me, dat dat het probleem was.

Als ik op het internet zat, en tegen al de mensen waarvan ik hield vertelde dat ik van ze hield, en ook nog zei dat ze de enige waren - zo erg hield ik van ze -, dan voelde ik het leven even niet. 'Maar het leven is mooi,' zei mijn dokter. 'Heb nou toch eens lief,' zei hij. Ik zei dat ik niet lief kon hebben wat me zo veel pijn heeft gedaan. 'Het leven kan mij niet helen. Het is immers hetgeen dat mij gebroken heeft.' Hij zei dat ik verdomd slecht was in nadenken voor iemand die niets anders doet dan dat. 'Je snapt het niet. Het leven is niet wat jou heelt of maakt. Het is wat jij bent. Het zit in je. Jij bent het leven. Jij bent duizend cellen die samenwerken. Jij bent een meesterwerk, dan wel niet door God gecreëerd, dan wel door een miljoen toevalligheden.' Ik zei dat ik, als ik het leven was, niet erg blij was met mezelf.

'Waarom denk je, dat als je een vriendelijk persoon ziet, iedereen zegt: 'die is te goed voor deze wereld'?' vroeg ik hem. Hij zei dat ik zijn moeilijkste patiënt was, en ik zei: 'dank je'. 

Het internet was niet alleen plaatjes van katten, of van vrouwen die niets droegen, of van nieuwsberichten en felgekleurde reclame's. Het was mensen van over de hele wereld ontmoeten, en dan hielden ze van me en ik hield van hem. 'Ik hou van,' zei ik tegen mijn dokter op een dag. 'Echt waar.' Hij vertelde me dat ik niet wist wat dat was. Ik zei dat ik het zo goed wist, dat ik van tien mensen tegelijkertijd hield. Hij zei: 'dat is geen houden van. Dat is een verslaving.'

Ik realiseerde me pas maanden later, dat mijn taak in het leven niet 'ontsnappen' is. Rond die tijd, had mijn dokter het al lang opgegeven. Ik begon te liefhebben in musea, als mijn hond bij mij kwam liggen 's avonds, als ik op zondag naar de bioscoop ging met mijn moeder, als ik door het gras liep met blote voeten en de lucht op mijn schouders viel. 

Ik had een nieuwe dokter, een paar maanden later. 'Ik heb lief,' zei ik. 'En weer van verschillende dingen tegelijkertijd. Maar deze keer is het echt.' Mijn dokter zei dat hij trots op me was. 'Ik ook,' zei ik. 

Ik was de maanWhere stories live. Discover now