Doffe sterren branden niet

253 31 0
                                    

Het was een zomernacht toen ik weer begon te voelen. Het universum daalde neer op mijn bleke schouders op de manier waarin dat alleen in Juli kan en ik ademde op het ritme van de Mediterraanse golven. Mijn handen trilden niet van de alcohol en ik keek terug op de dagen waarin ze dat wel deden. Het maakte me niet meer uit of hij zijn nummer veranderde of niet. De gedachten aan zijn warme vingers die zich nooit meer met die van mij zouden vervlechten staken me niet meer zoals ze dat altijd deden.
Hij dacht dat ik een doffe ster was die zijn licht weerkaatste, maar oh God hij had het mis, hij was de zon niet. Ik was de maan. Hij was geen ster en hij was ook niet het hele universum. Hij was de aarde, geruïneerd door de
maatschappij.
"Sorry," zei hij gisteren. Sorry. Ik had mijn hoofd geschud en gedacht aan de maanden waarin ik had gebeden dat dit woord zijn mond uit kwam. "Je was duizend tranen waard die ik niet huilde," hij glimlachte gebroken en ik zei dat het oké was. "Hoe kan het oké zijn?" vroeg hij verbaasd, zijn haar krulde van de regen. "Je brak me," zei ik. "En ik dacht dat je de zon was en voor jou was ik maar een lege ster nu onze liefde niet meer brandt. Misschien was je ook de zon, maar geloof me ik voel meer voor de nacht."

Ik was de maanWhere stories live. Discover now