Ze was een paradox

72 7 0
                                    

'Ooit zal ik hier gedichten over schrijven,' lichtte ze toe. 'Maar eerst moet ik er overheen komen.'
Haar fragiele stem weerkaatste tegen de okergele muren en het gaf haar verhaal een nostalgische echo. Eén die ze echter niet nodig had gehad om de melancholie door de kamer te verspreiden. Het was alsof haar dronken zinnen de openheid die een praatgroep hoort te brengen zowel steunde als volledig elimineerde.
Niemand zei een woord. Misschien waren ze bang dat hun stem ook weerkaatst zou worden. Niemand houdt van zijn eigen stem.
'Doet het jullie geen pijn,' ze lachte schaapachtig. Haar ogen leken beide te fonkelen als te schreeuwen voor hulp. 'De wereld, hoe ze praten, maar wat zeggen ze?'
Ze was zowel faalangst als complete arrogantie. 'Oh God,' haar ogen begonnen te tranen, maar het maakte haar sterk. 'Gaan jullie niks zeggen? Niet instemmen met mijn verhaal? Niets doen? Zoals jullie niets doen toen mijn dochter, mijn fucking dochter-' de deuren zuchtten open en iedereen leek beide opgelucht voor de pauze als verlangend naar meer. Ze was beide erkenning als schuld. Ze was accepatie en ze was zo verschrikkelijk beoordelend.
Bewakers beenden naar de stoel waarop het meisje zat. Haar ogen fonkelden nogsteeds als de sterren in de zomer, maar ze waren leeg, als een verlaten huis in Brooklyn. De aarde leek te kruimelen onder haar voeten, maar ze stond zo sterk, en zo fragiel op hetzelfde moment. Ze was verwarring, maar ook zekerheid.
Ze was een paradox.
'U dient geen alcohol te consumeren in ruimten als deze, u vormt een gevaar voor anderen en voor uzelf,' een man met ogen als steen en wangen bedekt met een baard als sneeuwvlokjes zette zijn handen onder haar oksels. Hij trok het meisje omhoog. Kokhalzend sloeg ze hem van zich af, om vervolgens over te geven op de vloer. 'Pardon,' zei ze. 'Ziet u, iedereen heeft zijn alcohol, meneer. Te veel van ons zetten de douche te warm, anderen worden verliefd, eten geen ontbijt of ze zetten de muziek zo hard dat hun oren zoemen en hun hoofd huilt om stilte. En de almachtige van Gogh at gele verf.'
Ze was de maan, maar ook het hele universum. Haar haren klitten samen als de snoertjes van telefoonopladers en onder haar ogen zaten wallen, donker als de Noordzee. Het maakte haar zo verdomd mooi, maar ook zo afschuwelijk lelijk. Haar verdriet sierde haar als een donkere jurk, maar het maakte haar onuitstaanbaar. Ik wilde haar vasthouden tot de regen verdween, maar ik wilde haar wegduwen en hopen de donder niet te hoeven vangen. Ze was een paradox, zo dichtbij maar zo ontzettend ver weg. Ze raakte iedereen met haar woorden scherp als prikkeldraad, maar ze was zo kwetsbaar.
'U haalt me nu weg,' merkte ze op, haar ogen gericht op haar eigen braaksel. 'Maar u moet weten, uw alcohol is net zo gevaarlijk.'

Ik was de maanWhere stories live. Discover now