1.6

724 11 0
                                    

30 Juni 2012

Ik zie een jongen staan, hij heeft twee hemelsblauwe, prachtige ogen. Hij glimlacht en Tom en Daniel knikken goedkeurend. Hij staat voor mij en ik herken hem meteen van de foto’s. Het is Paul.

“Jij bent Blair, toch?”, klinkt zijn prachtige stem.

“Ja, Dat ben ik.”, mompel ik.

Zijn gezicht staat onderzoekend alsof hij mij helemaal bekijkt in zijn dromen. Het is stil tussen ons en wij kijken elkaar alleen maar aan, ik voel wat in mijn buik rommelen.

'Ben ik nou verliefd op hem?', denk ik.

Vanzelf sta ik op en Daniel en Tom volgen. We lopen vanzelf richting de strand alsof het zo gepland is. Stil staren wij voor ons uit en lopen over het strand langs het water. Het water loopt over onze voeten heen, ik kijk naar het water en naar de golven, die hoog en laag zijn. De lucht is blauw, maar je ziet de grijze wolken hangen. Ik voel regendruppels vallen en we lopen gauw door. Ik zie een restaurant staan.

“Zullen we daar even schuilen en wat drinken?’’, mompel ik de vraag zo zacht dat ze het waarschijnlijk dus niet hebben gehoord maar ze horen mij wel en knikken ja.

Even later zit ik met Paul alleen aan de tafel en zijn Tom en Daniel aan een andere tafel gaan zitten. We zeggen niks tegen elkaar en kijken we alleen recht in het gezicht van de ander. Ik geniet, ook al is het nu zo stil dat je alleen stemmen en de regen hoort en natuurlijk de vogels die geluid maken. Ik zie dat hij voorzichtig zijn hand op mijn hand leg, aangemoedigd dat het goed is, glimlach ik.

“Paul, Hoe lang heb je nou gereisd?”

“1 uurtje en jij?”

“Anderhalf uur.”

“Blair, weet je dat je prachtige ogen en haren hebt?”

Vanzelf bloos ik lichtjes en zie ik blosje op zijn wangen verschijnen, waardoor hij de andere kant opkijkt.

“Nee dat wist ik niet maar jij hebt twee hemelsblauwe, prachtige ogen.”

Glimlachend kijk ik hem aan en duw ik mij zelf omhoog en naar voren, naar zijn oren en dan fluister ik: “Thanks.”

Ik laat mij zakken en we praten nog een tijdje. De regen is ondertussen al opgehouden.

“Blair, zullen wij nog op de strand rondlopen?”

“Ja is goed, ik zeg het nog even tegen Tom en Daniel.”

Ik loop naar ze toe.

“Tom en Daniel, ik ga even nog op het strand wandelen samen met Paul oké?”

Ze knikken en we spreken af dat we om zeven uur avonds weer bij deze tent terug zijn. Ik kijk op de klok en ik zie dat we nog vijf uur hebben. Ik loop we terug naar Paul, we rekenen af en lopen het strand op. We lopen dicht naast elkaar en ik voel zijn hand mijn hand pakken en ik glimlach naar hem. Moe zak ik op een bankje en Paul volgt mij al snel. Het is hier stil en bijna geen mens te zien.

Vanuit mijn ooghoek kijk ik Paul aan en staar ik een tijdje naar hem. Hij ziet dat ik kijk en hij draait zijn gezicht naar mij toe. Ik verdrink in zijn ogen, zijn lach maakt hem zo bijzonder. Ik voel wat rammelen in mijn maag en merk dat het kriebels zijn. Nu weet ik zeker ik ben verliefd op hem en hou van hem. Onze gezichten komen langzaam naar elkaar toe, ik zet mij lippen op de zijne. Onze lippen schuren over elkaar heen. De wind raast en de vogels hoor je, maar dat stoort ons niet. Het is nu ik en hij, niks en niemand kan dit moment van ons verstoren.

Het was mijn eerste kus en het was speciaal. Het moment was goed. Daarna zagen wij elkaar twee weken niet. We praatten toen wel en eindelijk was het moment er weer toen ik hem weer zag. Ik zou niet weten of het bijzonder was, dat was het wel toen ik naar hem toe ging.

Eindelijk zie ik hem weer na twee weken. Ik raak in gedachten en ik zie zijn lippen weer voor mij. Zijn blauwe ogen, ik merk niet dat de trein stopt en omroept en dat iedereen eruit moet omdat het het laatste station is. Geduldig tikt een mevrouw mij aan.

“Wat is er?”, vraag ik.

“Je moet hier eruit. Eindpunt.”

Verbaasd kijk ik om mij heen en zie ik dat ik er inderdaad uit moet.

“Bedankt.”

Half rennend ging ik de coupe uit en loop ik snel naar het afgesproken plek. Ik zie hem staan, hij glimlacht en komt naar mij toe. Ik knuffel hem en hij geeft mij een zoen. Hand in hand lopen we verder. Ik zie ogen van vreemden op ons branden. Als ze zien dat ik naar die mensen kijk, kijken ze mij glimlachend aan van 'jullie zijn super samen'. Ook al zijn we niet eens samen.

“Waar gaan wij heen?”, vraag ik.

“Dat zie je zo wel.”, glimlacht hij en geeft mij een kus op mij wang.

Glimlachend kijk ik hem aan.

Decision - One direction [ Afgelopen ]حيث تعيش القصص. اكتشف الآن