Haar blonde haren (gekruld natuurlijk, hoe anders?) en blauwe ogen met veel Maybelline mascara maakten haar uiterlijk engelig. Zelfs haar gezichtje was klein en poppig. Ze zag de jongens haar wel nakijken als ze door de gangen liep, of dat kwam door haar veel te korte rokje en push up-bh. Ach, alle twee maakte haar niet uit. Ze kon wel grijnzen naar de meisjes die eruit zagen of ze haar ogen konden uitkrabben. Die zouden echt nooit zo hoog op de trap komen.

Haar vriendschap met Rubby en Jack was in eerste instantie pure noodzaak, soms nu ook wel. Ze wist dat het koppeltje populairder was dan haar, maar dat liet ze niet merken aan de mensen uit de school. Ze wist dat haar tijd op de troon der Populariteit nog zou komen. Rubby was toch een jaar ouder dan haar en zou binnekort van school gaan. Dan had ze de school voor zichzelf, en Rubby's boy ook. Rub wist nog niet wat haar te wachten stond.

Jammer genoeg wist Cecille dat zelf ook nog niet.

Net toen ze haar hand op de toeter van haar auto plaatste - ze kon zich niet meer inhouden -, ging de vierde auto in de rij met een zwieper naar rechts. Hij botste tegen de derde en de vijfde auto aan en werd toen de lucht in geblazen met een enorme klap. De auto belande op de planten in het midden van de rotonde.

Cecille dook terug in haar auto en drukte angstig op het knopje van haar raam, alsof dat nog enig verschil zou maken.

'What the hell?' zei ze en ze keek naar de brandende kar op de rotonde. 'O, serieus?'

Ze zag Jessy en Olivier met bezorgde gezichten uit hun auto's stappen. Ze twijfelde of ze uit de auto zou stappen. Het zou asociaal als ze niet eruit zou stappen, maar het zou haar make up ruineren als ze uit zou stappen, dat wist ze zeker. Ze keek even in de spiegel en zuchtte.

Bye bye perfecte look; ze had er vanochtend één heel uur over gedaan en was er te laat voor gekomen bij Engels, ze had moeten nablijven, maar ze kon haar beste vriendin echt niet nog een keer laten stikken bij het shoppen. Ze hadden jurken nodig voor het kerstgala dat binnenkort eraan kwam en ze waren al te laat. Als ze nou maar niet werd gefotografeerd.

Ze pakte haar handtas en sloeg haar haar dramatisch naar achter. Dit moest haar weer gebeuren. Waarom was ze niet gewoon gaan nablijven? Zo kwam ze zeker te laat bij Rubby.

De drie anderen die Cecille niet kende kwamen er ook bij. Gelukkig, anders had ze haar make up voor niets geruïneerd. Als anderen asociaal konden doen, mocht zij dat ook. Dan zou niemand het namelijk opmerken.

'Wat is er gebeurd?' vroeg het meisje op de fiets met grote ogen. Haar grijns was van haar gezicht geveegd en zo had ze en veel te onschuldig gezicht.

'Nou, er is een ongeluk gebeurd,' zei Cecille en ze zette haar handen in haar dijen. 'Duh!' Haar imago had haar bepaalde eigenschappen gegeven waar ze niet trots op was, maar ja, dat hoorde er nu eenmaal bij. Bovendien moesten deze mensen wel goed weten met wie ze aan het praten waren. Niemand onderschatte Cecille Pebos.

'Natuurlijk moet ik weer in een probleem met de Queen Bee komen,' zei een jongen die een Jeep bezat en zwarte haren had, met donkere ogen. Cecille had direct een hekel aan hem.

'Hé emo,' zei ze dus boos, 'als je iets te zeggen hebt, zeg het in mijn gezicht.' Eigenlijk was er helemaal niets emo's aan hem, maar Cecille had gewoon iets nodig om hem mee te pesten. Dat was altijd haar manier om te laten zien dat ze beter was.  Dat moest ze zelf geloven. Ze was beter dan al deze kinderen.

Het meisje van de fiets grinnikte onbeschoft. Cecille gaf haar een dodelijke blik, maar dat leek niet te helpen, voor de eerste keer.

'Kijk, ik weet dat je populair bent en zo,' zei het meisje, 'maar ik ben niet echt zo,’ ze dacht even na over haar woorden, ‘vol ontzag.'

'En mijn naam is niet emo,' zei de jongen met de Jeep, die meteen op haar aan leek te vullen. 'Het is Jason, Jason McTall.'

Ze herkende de naam wel ergens van, maar haar herinneringen waren al vaak verdund door alcohol. Te vaak.

'Who cares,' zei Cecille, die probeerde haar woede onder controle te hebben. Hoe hoog dachten deze mensen wel niet dat zij was? Ze wedde dat zij onder de vijfentwintig stonden, en dat was heel erg laag.

Ze bekeek de mensen van top tot teen en besefte dat ze er allemaal niet zo populair uitzagen. Verschrikkelijk. Ze vroeg zich voor de tweede keer af waarom ze niet gewoon naar het nablijven was gegaan. Toen dacht ze terug aan Marlene, een lesbisch meisje - ze was nog niet uit de kast gekomen, maar Cecille en vooral Rubby wist zeker dat ze dat was - die verschrikkelijk naar haar aandacht hunkte. Ze was echt een complete loser.

Jessy keek naar de auto. Haar ogen werden zo groot als schoteltjes en ze legde haar hand voor haar mond. Het leek wel of ze een kreet probeerde te onderdrukken.

'Hij is dood,' zei ze ontzet.

'Wat?!' zei Jason. Ja, Cecille had zijn naam onthouden. Voor de verandering.

'De bestuurder, hij is dood,' zei Jessy opnieuw, maar haar stem klonk zachter. Alsof ze het zelf niet wilde geloven. Cecille dacht dat Jessy geloofde dat ze het zou kunnen vergeten als ze het niet zou zeggen.

Cecille wist niet wat ze moest voelen. Dit gebeurde wel vaker. Zou ze reageren als de oude Cecille, de Cecille die om alles en iedereen gaf, of de Cecille die er - met Rubby’s woorden - geen fuck of gaf?

'Dat meen je niet,' zei Olivier. 'Nee, Jessy Rasp, geen grapjes maken.'

'Wat is dit?' zei het meisje van de fiets.

Ze haalde een papier van het glas af. Het was goed vastgeplakt en er scheurde een stukje vanaf, maar ze vonden het allemaal niet erg. Er  stond met grote letters - door een zwarte action marker geschreven - hun initialen op, OPD, JGMT, KBA, JPR, CIP en WMC.

Beste Jessy, Olivier, Katherine, Jason, Cecille en William,

Ik kan niet omgaan met dit geheim. Rij hier meteen vandaan en ga naar mijn huis. Daar is het nu nog veilig.

- Isaac Topper.

 'What the fuck...' zei Olivier. Cecille dacht niet dat het hoofd van de scholierencommissie zou schelden, maar hier waren ze. Nou ja, ze dacht ook niet dat ze ooit in zo’n situatie zou komen. Dat ze ooit met zo’n emo zou praten, of Jessy Rasp. Moet je nou zelf zeggen…  

'Dat is de kortste zelfmoordbrief die ik ooit gezien heb,' zei het meisje met de fiets, Katherine.

'Heb je er meer gezien dan, Katherine?' zei Jessy, die haar tong weer had gevonden.

'Ja,' zei Katherine. 'Mijn oom heeft zelfmoord gepleegd. Bovendien, noem me maar Kat. Ik ben geen heiligheid of zo.'

Cecille kon geen glimlach onderdrukken. Katherine, of Kat, keek duidelijk series. The Vampire Diaries, daar was Cecille zeker van.

Niemand leek op het moment even medelijden te hebben met Kat, omdat ze allemaal zich zorgen maakten over Isaac Topper. Nou, eerder over wat zijn dood voor gevolgen zou hebben.

Nu wist Cecille waar ze het blonde meisje van kende. Katherine Bethany Adams, het zwarte schaap van de familie Adams. Ze was het zusje van Annabeth Adams, die gezien werd als de heilige Maagd Maria van het JuniorHigh. Gelukkig was ze al drie jaar van school af, anders was Cecille nooit op de tweede trap geraakt.

'Ik weet de weg naar zijn huis,' zei de jongen met het bleke gezicht en de blonde haren. Hij had nog niets gezegd en Cecille had hem ook nog niet echt opgemerkt. Zijn mysterieusheid trok haar aan. Hij moest William zijn. De vreemde jongen uit de Cerstafamilie. Niemand wist veel over hem. Cecille vroeg zich af of zijn ouders wel zelf meer over hun zoon wisten. Misschien wisten ze zelfs niet waar hij vandaan kwam, want het was wel algemeen bekend dat William niet uit Marokko kwam.

'Oké, stap in je eh, voertuig-' Cecille keek even naar Kat's fiets '-dan gaan we!' zei ze.

Migri {deel 1}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu