Hoofdstuk 99

743 38 18
                                    

Ondanks dat de woorden van Barry hard waren geweest, en de waarheid. Voelde het ook als een opluchting dat ik mijn verhaal bij hem had kunnen doen. Ik had letterlijk stoom afgeblazen en was er klaar voor om weer terug naar huis te keren. Het goed te maken met Nicole en er samen weer tegen aan te gaan. Mits zij natuurlijk ook wel mee werkte. Voor hetzelfde geldt was zij nu degene die kwaad was op mij, omdat ik wèèr was weggelopen toen we het niet met elkaar eens waren. Dat was misschien wel mijn grootste struikelblok, maar ik was gewoon bang dat ik mezelf niet in de hand kon houden en dat ik dan dingen uit frustratie, uit woede ging doen, die ik niet wilde doen. En daar wilde ik zowel haar als mezelf tegen beschermen. Zo simpel was het eigenlijk gewoon.
Het was donker in huis, dat zag ik van buiten, en ook toen ik de deur geopend had. In de gang was het donker, in de woonkamer was het alleen het licht van de televisie die aanstond, voor de rest was alles donker. Het was ook haast niet te zien, maar daar in het donker zat ze op de bank, verscholen onder een dekentje, de bank vol met zakdoekjes.
'He' klonk haar stem schor, treurig.
'He' bleef ik in eerste instantie midden in de kamer staan. Haar stemming peilende. Wilde ze praten, of kon ik beter uit haar buurt blijven.
'Wil je nog eten, ik heb het eten verpest' hield ze haar blik op de televisie gericht terwijl ik niet het idee had dat ze het programma volgde dat werd uitgezonden.
'Ik heb bij Barry gegeten' deelde ik haar mee.
'Oké' haalde ze haar schouders op.
'Gaan we praten of niet' bracht ik het maar meteen ter sprake.
'Oké' antwoordde ze nu zuchtend waarna ze het geluid van de televisie afzette en ik plaats nam aan de andere kant van de bank. Afwachtend op het moment tot ze met wederom haar excuses zou komen.
'De reden dat ik wegloop op het moment dat wij het niet met elkaar eens zijn. Is omdat ik bang ben dat ik mezelf niet in de hand kan houden. Dat ik zo boos en gefrustreerd ben, dat ik dingen ga doen om van dat gevoel af te komen, die ik helemaal niet wil doen' begon ik maar met mijn verklaring aangezien zij niks zei.
'Dat weet ik' knikte ze begrijpend. 'Het voelt alsof je bij me weggaat. Maar ik weet waarom je het doet' knikte ze wederom begrijpend.
'Maar weet je dan ook waarom ik zo boos werd' wilde ik het van haar horen.
'Sorry dat ik je voor schut heb gezet bij die dokter' kwam het er nu wel uit.
'We weten helemaal niet aan wie het ligt, en of er überhaupt iets niet goed is. Weet je hoe dat voelt als je dan het idee krijgt dat je van alles kwalijk genomen word. Dat je al verder vooruit denkt terwijl we nog helemaal niks weten' verweet ik het haar.
'Het is een soort van zelfbescherming. Ik weet niet of ik er mee kan leven als het aan mij ligt.
Ik wil daar niet over nadenken' gaf ze toe waar haar gedrag vandaan kwam.
'Maar het kan wel zo zijn' wist ik wel beter. Het was zo. 'Daar moet je wel rekening mee houden' wilde ik haar daarop voorbereiden.
'Dat kan ik niet' schudde ze haar hoofd.
'Je staat er niet alleen voor he. We zouden het samen doen' wilde ik haar laten weten.
'Jawel maar toch. Ik zal me altijd schuldig voelen tegenover jou als het aan mij zou liggen' kon zij er geen vrede mee hebben.
'Samen Nic. Samen komen we er doorheen' ging ik naast haar zitten waarna ik mijn arm om haar heen sloeg en haar dicht tegen me aantrok. Ze zou het nog zo ongelofelijk zwaar gaan krijgen. Het was maar goed dat ze dit nu nog niet wist, maar ik wist ook niet of het wel goed zou komen. Zij zou er nooit geen vrede mee kunnen hebben, dat wist ik nu wel.

Vraagtekens (flikken maastricht)Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz