Hoofdstuk 71

816 46 12
                                    

Die woorden moesten even op haar inwerken terwijl ik geruststellend naar haar glimlachte.
'Dat is lief van je' verscheen er op haar gezicht ook een glimlach. Alsof de woorden tot haar doorgedrongen waren.
'Je mag best wat meer zelfvertrouwen hebben. Je hebt die aanklacht ingediend, je zorgt al bijna zes jaar voor Stella' verzekerde ik haar ervan dat ze geen reden had om zo'n laag zelfbeeld te hebben.
'Vroeger had ik dat wel, maar de laatste jaren hoorde ik alleen maar alles wat ik fout deed. Toen ik met jou was had ik het eerst ook niet. Ik dacht dat elk meisje mooier was dan mij en dat je me zo aan de kant zou zetten. Maar dat deed je niet en dat gaf me veel zelfvertrouwen dat jij mijn vriend was' knikte ze enigszins twijfelend. Alsof ze twijfelde of ze dit wel moest vertellen.
'Nu is het een nieuw begin. Tijd voor een nieuwe zelfverzekerde Eva' sprak ik haar toe. Ik wilde niet horen hoe geweldig ze mij vond of had gevonden.
'Je hebt gelijk' knikte ze.
'Zo mag ik het horen' glimlachte ik trots. Trots dat ik het haar had laten in zien en dat ze er nu zelf ook in geloofde.
'Ik ben je echt heel dankbaar voor dit alles. Ik bedoel je had het niet hoeven doen. Je had ook kunnen zeggen het is jou probleem, zoek het zelf maar uit' sprak ze haar dankbaarheid uit.
'Zo ben ik niet' schudde ik mijn hoofd. Ik zou het in principe voor iedereen doen, al ging ik voor haar wel iets verder. Maar dat was meer omdat ik haar kende, omdat ik wilde weten wat er toèn was gebeurd. Maar dat ging haar niks aan. Ik wilde haar niet het idee geven, dat is verder ging voor haar. Dat zij belangrijk was in mijn leven.
'Toch is het lief van je' bleef ze erbij. En voordat ik er goed en wel erg in had kuste ze me. Haar lippen op de mijne, en voor eventjes was ik als verdoofd. Ik had het niet aan zien komen.
'Eef' probeerde ik me van haar los te maken.
'Ssst' maande ze me tot stilte waarna ze me opnieuw kuste. En haar lippen waren hemels. Ik weet dat ik het niet mag denken, maar ze kuste zo fijn, zo vertrouwd. En in dit geval was zij degene die mij kuste, ik deed niks verkeerd. Al was het onzin om dat te denken, ik moest haar afwijzen, maar ik kon het niet. Ik wilde het niet, ik wilde het wel, maar ik kon het gewoon niet. Het was te fijn, zij zo dichtbij me. Als ik er al iets tegen in wilde brengen, dan lukte het me nu zeker niet meer toen ik haar tong mijn mond in voelde glijden. Dit maakte het allemaal nog beter. Het leek wel alsof ik in een soort van roes zat. Ze had me helemaal betoverd met haar hemelse lippen. Als vanzelf kuste ik haar terug, draaide mijn tong rondjes om die van haar. Alsof het altijd al zo geweest was.

Daar komt 'ie

Vraagtekens (flikken maastricht)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt