Hoofdstuk 70

820 40 2
                                    

Voor een moment waren we allebei stil. Alsof we overdachten wat we nu moesten.
'Kom eens hier' klopte ze toen naast zich op het bed.
'Eef' keek ik haar bedenkelijk aan.
'Kom nou maar' bleef ze erbij. 'Ik eet je niet op' grapte ze vervolgens om de sfeer te ontspannen.
'Je bent alweer aan de beterende hand' was mijn conclusie waarna ik toch overstag ging en naast haar plaats nam.
'Moet je ons nou zien' leunde ze met haar hoofd op mijn schouder.
'Ja wie had dit ooit gedacht' had ze wel gelijk.
'Ik had het altijd gehoopt dat je weer in ons leven zou komen. Dat de waarheid uit zou komen. Dat Stella er niet zelf achter hoefde te komen dat Frank haar vader niet is' deelde ze haar gedachte.
'Dan heeft het vast zo moeten zijn' haalde ik mijn schouders op. Ik zei maar niet dat ook ik altijd de hoop had gehad haar nog eens te zien. Want ik wilde alleen maar weten of het goed met haar ging, en waarom ze ineens verdwenen was. En daar had ik nu antwoorden op.
''Hield je van Frank' had ik toch nog wel een prangende vraag.
'Niet zoals ik toen van jou hield. Ik zou nooit op hem gevallen zijn' schudde ze haar hoofd. 'Maar ik heb van hem leren houden, ik moest het ermee doen' was haar verklaring. 'En over het algemeen was hij wel goed voor ons. Hij werkte veel en we deden bijna nooit iets als gezin. En tegen mij sprak hij altijd minderwaardig over Stella. Maar tegen haar liet hij daar helemaal niks van merken. Deed alsof ze alles voor hem was, maar dat was echt niet zo. Dat deed me wel pijn' vervolgde ze.
'Ben je opgelucht dat dat deel nu voorbij is. Ik weet dat het nog niet helemaal voorbij is. Hij moet nog veroordeeld worden. Maar ik hoop dat je wel een beetje rust hebt nu' hoopte ik het oprecht voor haar.
'Aan de ene kant wel. Aan de andere kant weet ik niet of ik het allemaal wel kan alleen' gaf ze eerlijk toe. 'Ik woonde bij mijn ouders en daarna was ik gelijk met Frank getrouwd. Ik heb er nooit alleen voor gestaan' twijfelde ze vooral heel erg aan zichzelf.
'Ik denk dat je meer kunt dan je zelf denkt. Je moet meer in jezelf geloven. Je bent slim en ik weet zeker dat jij dit kunt. Voor jezelf en voor Stella en ik weet ook zeker dat je moeder je echt wel wilt helpen als je er niet uitkomt' praatte ik haar wat moed in. Ik wilde haar alleen niet de belofte doen dat ik haar zou helpen. Dat kon ik gewoon niet. We waren niks meer van elkaar dan allebei een ouder van Stella. Voor de rest lag ons leven mijlenver uit elkaar, en ik wilde me niet te veel mengen in haar leven. Haar leven was van haar en het mijne was van mij.

Vraagtekens (flikken maastricht)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora