C. 81

1.9K 105 10
                                    

OMG, bij het schrijven van dit hoofdstuk kreeg ik seriously een brok in mijn keel omdat ik niet wil wat er gebeurd, is dat raar? Waarschijnlijk wel.

Met kerst reden we naar een nicht van Nathan, waar we het gingen vieren. Het was een tocht van 2,5 uur waar Nathan en ik extreem moeilijk over deden (om zijn ouders en mijn moeder te irriteren), waardoor we om het half uur stopten bij een benzinepomp. De ene keer moesten we namelijk plassen, dan hadden we honger, dan dorst, dan moesten we weer plassen, dan moesten we écht even onze benen strekken, zo ging het door. Uiteindelijk kwamen we een uur later dan gepland aan met chagrijnige ouders en melige kinderen.

De hele familie was nogal over-enthousiast dat ik er was en iedereen was verbaasd dat ik er überhaupt nog was en we bleven die nacht bij de nicht van Nathan slapen. We hadden een restant wijn naar boven genomen en werden aangeschoten en lachten zo hard dat de moeder van de nicht ons kwam verzoeken om eens wat stiller te gaan doen. De volgende dag reden we naar huis, dit keer zonder te stoppen, Nathan en ik waren bijna de hele nacht opgebleven en waren zo moe dat we in de auto in slaap vielen.

Nu is het een dag later en hebben we nog 4 dagen voordat Nathan weg moet. Ik wilde dit al eerder met hem bespreken, maar dat leek me niet handig om voor de kerstdagen te doen. Ik wilde er überhaupt niet over praten, maar als ik dat niet deed wist ik niet hoe ik het ging volhouden.

"Nathan?" Vroeg ik zacht. Ik hoopte dat hij me niet hoorde, dan had ik in ieder geval geprobeerd om hierover te praten en kon ik niet boos worden om mezelf.
"Ja?" Shit. Gehoord.

We lagen op bed, ik in Nathan's armen. Hij friemelde met mijn haar, wat me super-slaperig maakte.

"We moeten praten..," zei ik zacht. Ik wilde er niet over praten. Ik wilde het gesprek uitstellen.

"Waarover?" Nathan ging rechtop zitten en, helaas, stopte met het friemelen van mijn haar.

Met samengeperste lippen duwde ik mezelf rechtop. Ik zuchtte.
Misschien moest ik maar gewoon laat maar zeggen. Nee. Ja. Nee.

"Hey," Nathan dwong me om naar hem te laten kijken door mijn gezicht naar hem te draaien. "Wat is er?"

Ik keek weg voor ik verdwaald kon raken in zijn ogen en hij liet mijn gezicht los.

"Ik denk niet dat ik het kan, Nathan." Fluisterde ik. Ik wilde huilen. Niet doen.

Ik kon hem horen slikken. "Wat niet meer kan?"

"Dit...," ik mocht niet huilen voor ik mijn verhaal gedaan had, maar mijn ogen werden nu al waterig. Ik keek naar hem en zijn blik stond vol verwardheid en gekwetstheid.

Ik beet op mijn lip. "Je weet niet half hoe moeilijk het is om maanden te spenderen op deze plek, waar alles me aan je herinnert, maar jij er niet bent."

Nathan's mond stond een stukje open. Ik glimlachte met verdriet. "En ik weet niet of ik het zal volhouden als je weer weggaat en ik je weer maanden niet zie." Mijn stem brak.

Ik keek naar hem en zuchtte beverig.

"Misschien.., misschien is het beter als we..," ik kon het niet zeggen. Ik knipperde en een traan liep over mijn wang.

"Je wilt afstand nemen?" Vroeg Nathan zacht. Ik zag tranen vormen in zijn ooghoeken.

Ik knikte en voordat ik in huilen uitbarstte zei ik; "we moeten het uit maken, Nathan. Hoeveel ik ook van je hou, ik kan het niet, het is zo moeilijk."

Toen begonnen de tranen een voor een regelmatig over mijn wangen te rollen. Nathan sloeg zijn armen om me heen en drukte me tegen hem aan.
Ik huilde, en huilde nog meer bij de beseffing dat dit misschien nooit meer zal gebeuren.

"Hoelang wilde je dit al vertellen?" Vroeg Nathan toen het grootste deel van mijn tranen verloren was. Hij had zijn handen op mijn wangen gelegd en keek me aan.
Zijn ogen waren rood.

"Ik wilde het niet voor kerst doen..," zei ik zacht.

Hij perste zijn lippen op elkaar, knikte, en drukte me weer tegen zich aan.

"Misschien is het wel beter..," zei Nathan zacht. Zijn stem klonk niet overtuigend. "Misschien komen we elkaar ooit weer tegen en kunnen we de draad oppakken waar we het neergelegen hebben."

"Misschien, ja," zei ik zacht. Mijn tranen waren op. Traanzakken leeg.

"Ik hou van je." Nathan kuste mijn voorhoofd en steunde de zijne er vervolgens op.

"Ik ook van jou," fluisterde ik. Mijn stem was een rommel. Ik voelde de warmte van zijn adem mijn gezicht strelen. Ik wilde dat dit alles niet over was.

Nog 4 dagen en dan zou het over zijn.

Vote, Comment & Follow.

Drowned (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu